zaterdag 16 oktober 2010

Het overzicht

Om het toch nog maar even af te maken (echt shit als er geen internetverbinding voor handen is....).
We zijn naar de piramides geweest! Twee keer. Donderdagavond zonsondergang in de woestijn, en vrijdag het 'echte' werk.





donderdag 7 oktober 2010

Another beautiful day in Cairo

Omdat het op 6 oktober een nationale feestdag is, is niet alles open (or so we are told). Als we het hotel uitlopen, ontdekken we dat je de Cairo tower op kunt, want we zien er mensen lopen. Dat lijkt een goed begin van de dag. Vanaf de toren hebben we een mooi uitzicht over de stad, en we zien in de verte zelfs de piramides liggen! Beneden naast de toren ligt een heel leuk cafeetje, waar we op een heerlijk terrasje lunchen en loungen. Ik wilde in de zon zitten, maar de mannen die daar werken vinden blijkbaar van niet, want ze komen aanlopen om de enorme parasol op te zetten. Ook goed, de zon brandt inmiddels toch aardig. Als we bijna in slaap soezen, wordt het toch tijd om op te staan en iets te ondernemen. We gaan naar het Opera House, om foto's te maken. Alle gebouwen hebben hier de kleur van de woestijn, wat me aan Phoenix doet denken. Mooi voor op foto's.
's Middags maken we een tochtje in een faluca over de Nijl. In een bootje voor ons tweeeen. Hoe romantisch, bij een laagstaande zon, die het water in de Nijl doet schitteren.

Na ons tochtje nemen we nog even een duik in het zwembad bij het hotel, en dan gaan we ons douchen en omkleden. We ontmoeten Omar (onze nieuwe BFF) in de lobby, en we lopen met hem naar Nile City, waar we gaan eten. Nile City is een grote boot met een aantal restaurants erop. We willen graag vis, dus we gaan een trapje af naar beneden, waar we met uitzicht op de Nijl genieten van onze zelf uitgekozen en vers gevangen vis (ik zalm, Alice en Omar gamba's). Weer een goede keuze van onze uitstekende gids! Daarna hebben we allemaal zin in een glas wijn, en besluiten dat ze bij het Hilton toch wel alcohol moeten schenken! Omar regelt een taxi (terwijl wij dames op gepaste afstand wachten), en inderdaad, bij het Hilton kunnen we een glaasje alcohol drinken. We maken het niet laat, we zijn van plan om voor mijn verjaardag naar een club te gaan, dus we moeten onze energie sparen!

woensdag 6 oktober 2010

Welcome to Egypt

We zijn er. We dachten tijdens de vlucht (van 21 uur tot 1.20 uur) te kunnen slapen, maar helaas, dat liep anders. Eten, tax free en huilende kinderen staken daar een stokje voor. We komen dan dus ook doodmoe aan in het hotel, gebracht door een taxichauffeur, die, ondanks zijn enigszins shady uiterlijk, heel betrouwbaar blijkt, en ons ook meteen een goede aanbieding doet voor een rit heen en terug naar de piramides later deze week. Tegen 4 uur vallen we in slaap. Dinsdagochtend zijn we redelijk vroeg wakker, en besluiten naar Khan el Khalili te gaan, de souks. In het hotel vragen we om een plattegrond van Cairo, maar die moet $10 dollar kosten. Hollandsch als ik ben, doe ik dat dus niet. We lopen naar het nabij gelegen Intercontinental (wat mooi!) en krijgen daar van de congierge een plattegrond (of course, ladies). We besluiten in het Intercontinental te lunchen, het ziet er heel verzorgd uit. Daarna gaan we, gewapend met kaart, richting Khan el Kahili. Zo ver kan dat toch niet zijn? Al bij het eerste pleintje lopen we een beetje vast, maar na veel zoeken vinden we, volgens ons, de juiste weg. Gewoon stug doorlopen. We komen een heel eind, maar vlak na het Musem of Islamic Art lopen we vast. Een paar wegen kruisen elkaar boven elkaar, hoe gaan we daar aan de andere kant komen? We pakken de kaart nog maar eens tevoorschijn, wat voor de mannen hier een teken blijkt de damsels in distress te komen redden. Gelukkig draait tussen al die mannen ook Omar zich om. 'Are you guys looking for anything?', vraagt hij in bijna accentloos Amerikaans. Euh, ja. De souks. Hij vraagt wat rond, en al snel weet hij hoe we moeten lopen. Do you want me to take you there? Nou, graag. Bij de souks aangekomen besluiten we met z'n 3-en voor thee en een sheesha te gaan, en Omar vraagt weer wat rond en we vinden een leuk tentje, waar we uitpuffen van de hitte en genieten van een appel-sheesha. Dan moeten de dames toch echt gaan shoppen! Omar biedt aan mee te gaan, hij kan voor ons afdingen. Prima, Omar is gezellig en heeft wat te melden, dus why not? We dwalen door de straatjes van de souk, die van de buitenkant minder groot en onoverzichtelijk lijkt dan hij is. Dit is het Cairo wat we voor ogen hadden, en Alice en ik genieten allebei.

Uiteindelijk lopen we de souks uit, de moskees roepen op voor het avondgebed, en wij besluiten te gaan eten. Omar stelt voor ons te trakteren op een typisch Egyptisch gerecht, waarvan de naam me (uiteraard) ontschoten is, maar het klinkt als koosjer. We stappen een tentje binnen waar de keuringsdienst van waren spontaan een heel groot slot op zou zetten, en gaan tussen de andere mannen en een andere vrouw aan een tafel zitten, die door de 'ober' met een heel vies doekje nog smeriger geveegd wordt. Te drinken kunnen we kiezen uit Pespi cola en Pepsi Cola, en het enige gerecht wat geserveerd wordt is dus de koosjer. Dit is een gerecht van pasta, rijst en noodles, gemengd met wat linzen, kikkererwten en gefruite uitjes. Erg lekker!
Na dit gerecht nemen we de taxi naar ons hotel, onderweg nog wat Arabische cijfers lerend van de kentekenplaten die we zien. We willen Omar trakteren op een biertje, hij heeft de hele dag alles voor ons betaald (Egyptian hospitality, zoals hij zelf zegt), maar helaas serveren ze in het hotel geen alcohol. En helaas is dat niet het enige wat niet echt te waarderen is aan dit hotel. Wireless internet op de kamer kost 140 EGP (een whopping 20 euro) voor twee dagen, en 700 pond (100 euro!!!) voor een week. Nu gebruiken we de computers in de bar (zonder alcohol), maar ook dat is niet gratis, je moet eerst een drankje bestellen. Jammer hoor.

maandag 30 augustus 2010

Mijn reis in Indonesie in vogelvlucht

In de kampong in Jogja

Borobudur


Wajangvoorstelling in Jogja


In het leukste koffietentje in Malang

Bromo



Vogeltjesmarkt Malang


Regen op Lombok

Vissers in Senggigi

Accommodatie op Gili Meno

Gili Meno

Senggigi, pura Batu Bolong

Aap in Monkey Forest, Ubud, Bali

Kunst in Ubud

I sure do!

Tempel op Bali

En nog een keer

Rijstveld Bali

Indonesie vanuit de lucht

Vliegveld Bangkok

zondag 29 augustus 2010

Bali

We hebben gisteren een jeep geregeld, voor 150.000 rp(ongeveer 14 euro). Na het ontbijt komt de ietwat nerveuze eigenaar van de auto ons uitleggen hoe alles werkt (hij vertelt ons waar de airco zit, en dat we vooral niet aan de parfumverspreider moeten komen). Na even wennen aan het schakelen, rijden we Ubud uit, de binnenlanden in. Pieter heeft nog een kaart van Bali gekocht, maar die blijkt lastig te lezen, omdat de wegen niet genummerd zijn en wij niet weten op welke weg we begonnen zijn. Maar toch vinden we onze weg, en niet veel later worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht op Mount Agung en het meer dat ervoor ligt.
Als we bij een uitzichtpunt stoppen, komen opeens uit alle hoeken en gaten souvenirverkopers tevoorschijn. Als vliegen op een hoop stront. No, thank you, blijft het devies. We rijden weer verder, we willen naar de Pura Basukian (tempel). Op goed geluk nemen we wat afslagen en opeens staan we voor de ingang. Een agent houdt ons tegen, eerst een kaartje kopen (15.000 rp). Luke en Pieter moeten nog een sarong huren (blijkbaar zijn blote benen uit den boze, maar mijn blote schouders zijn geen probleem). Een stuk verderop parkeren we onze auto en lopen naar de ingang, waar we opnieuw tegengehouden worden. Of we ons willen inschrijven en een donatie willen geven. Maar we hebben net al betaald. Maar hier mag je een donatie geven, vertelt hij nog een keer, en dan krijg je een gids mee, want zonder gids mag je het complex niet op. Ik zie alweer scam op zijn voorhoofd staan, maar goed, we zijn nu hier, laat maar gaan. Ik tover 50.000 rp tevoorschijn, Pieter 40 en Luke 20. De man kijkt wat misprijzend en stelt dan dwingend voor dat we 50.000 de man doneren. But you just said you can give whatever you want. Ok, dan moet het maar, schijnt hij te denken. Ik heb al flink de pest in met al die geldklopperij en vraag of ik wel even alleen naar toilet mag, of dat de gids me daar ook bij moet helpen. De gids schijnt het wel grappig te vinden.
De tempel zelf is mooi, maar niet de moeite waard te gaan bezoeken als je niet toch al in de buurt was. De gids blijkt uiteindelijk best ok, en geeft aardig wat informatie.
We rijden terug naar Ubud door de rijstvelden, de zon staat laag, en het landschap is echt prachtig!

In de avond gaan we eten bij de Three Monkeys (in de bijbel beschreven als erg goed) met een terras naast een rijstveld, en daarna doen we de CP Lounge weer aan, waar ik inmiddels vrienden gemaakt heb. Luke en Pieter gaan eerder naar huis, maar ik vermaak me prima, dus ik blijf nog lekker hangen. Om half 3 kruip ik als laatste mijn bed in.
En nu zit ik in de Laughing Buddha Bar, over 1,5 uur vertrekt mijn bus, en moet ik afscheid nemen van Bali. Ik heb genoten hier, en mijn bedenkingen over het overmatige toerisme bleken niet helemaal juist. Er zijn aardig wat toeristen, maar ik vind Bali en Ubud geweldig, en hoop hier nog eens terug te komen.

vrijdag 27 augustus 2010

Van Lombok naar Bali

Woensdag komen we net iets voor de middag aan op Lombok. Op de Gilis was er geen hassle bij de haven (een hutje op het strand, met daarnaast een boom waarin aan een tak een bordje hangt met 'Harbour'), en de overtocht verloopt soepel. Terug in Senggigi proberen we direct de overtocht naar Bali te regelen, maar dat gaat niet meer, we zijn al te laat. We boeken een kamer in een zeer aangenaam hotel, en bekijken en passant nog even de Pura Batu Bolong, een tempel langs de kust, waar mensen hun offers in zee gooien.
De volgende dag worden we door weer een shuttlebus opgehaald, die ons naar de haven van Lembar brengt. Ook deze bus hangt van arre moede aan elkaar, maar blijkbaar kan het allemaal gewoon. In de bus zit nog een Nederlander, Daniel, waar we mee aan de praat raken. Op de boot zitten we gezellig met zijn drieen wat te keuvelen, als er opeens een lange blonde jongen vraagt: Is this seat taken? Someone stole my seat. Het is Luke, uit Amerika, die inmiddels al 1,5 jaar lang aan het reizen is. Het klikt tussen ons vieren, en Pieter, Luke en ik besluiten net als Daniel naar Ubud te gaan. We regelen nog een tranfer van Padangbai naar Ubud, en daar aangekomen zoeken we als vanzelf met zijn drieen een kamer. We worden afgezet, blijkt als we later tijdens het eten Daniel weer ontmoeten. We besluiten direct om de volgende dag toch nog te verkassen, al is het maar om het principe. We dineren met Daniel en een Australier, Bob, een man van 69 die al veel gereisd heeft in zijn leven en de prachtigste verhalen heeft. Om 22.00 uur gaat hier alles dicht, maar er is hier en daar nog wel een barretje vinden. Daar strijken we neer, tot een uur of half 1. Dan moeten we volgens de serveerster naar de Superlove Lounge (wat later de CP Lounge blijkt te zijn). Hier hangen eigenlijk vooral trieste figuren die teveel gedronken hebben, maar het is wel gezellig. Om 4 uur hebben we er genoeg van. We nemen afscheid van Daniel (die de volgende dag naar huis vliegt), en lopen door de verlaten Monkey Forest Road naar onze kamer.
Ik ben de volgende dag al om 8 uur wakker, en krijg het op mijn heupen. Ik kleed me aan, poets mijn tanden en ga de straat op, achterna geroepen door de eigenaar van het hotel, of ik echt geen ontbijt wil en waar ik in hemelsnaam zo vroeg naar toe ga. Ik vind het vreselijk onbeleefd dat iedereen me hier vraagt waar ik naar toe ga, it's none of your business. Maar goed, ik loop een paar meter en daar liggen de volgende guestrooms al. Ik stap bij Argasoka naar binnen, waar ik meteen heel vriendelijk naar een kamer begeleidt wordt. Deze ziet er veel mooier uit dan de kamer die we nu hebben, en hij kost de helft. Ik zeg dat we het doen, en dat ik de guys ga optrommelen, en dat we over een uur terug zijn.
Zo gezegd, zo gedaan. Verder doen we weinig. Ubud is warm, toerisitisch en toch charmant. Ik ga shoppen voor jurken voor mij en Marit, Pieter gaat ook wat rondlopen door het stadje, en Luke moet nog even wat slapen.

In de middag zien we elkaar weer op onze kamer, en gaan dan richting het Monkey Forest. Een stukje jungle waar zo'n 300 makakken zitten. Ze lopen tussen de mensen door, en kijken ons af en toe wat meewarig aan. Als iemand eten heeft, komen ze op je schouder zitten. Er zitten een paar kleintjes, die voortdurend met elkaar aan het stoeien zijn. Ik denk aan Marit, aan hoe leuk zij het gevonden zou hebben. Misschien kom ik hier over een paar jaar nog eens met haar terug.

woensdag 25 augustus 2010

Need I say more?


Zonsopgang vanaf het balkon.


Terrasje voor de deur

dinsdag 24 augustus 2010

Het paradijs!

Zondagochtend word ik in Senggigi wakker met zonneschijn. Ik maak meteen een wandeling langs het strand. Erg idyllisch. Ik ga Pieter wakker maken, en zeggen dat hij als de sodemieter zijn zwembroek moet aantrekken, vandaag liggen we op het strand, en ik heb het vermoeden dat het in de middag weer gaat regenen. Zo gezegd, zo gedaan. Op het vliegveld van Surabaya heb ik een boek gekocht, the other hand van Chris Cleave, wat me vanaf de eerste bladzijde pakt. We lezen de hele dag, en 's avonds is het boek uit. Prachtig!
We besluiten de volgende dag naar The Gilis te gaan. We boeken een transfer vanaf Lombok, bus en boot. Maar als we in de haven van Bangsal (warning! warning! scams!) aankomen, gaat het mis. Ze vertellen ons en een aantal andere toeristen dat de boot naar Meno vol is, en dat we moeten wachten op de volgende. Dat die pas om half 1 (het is 10 uur) gaat, maar als we met ons tienen de rest van de fare betalen, dat er dan wel een boot kan gaan. Iedereen ruikt de scam van 10 km afstand, en wij worden dus op zijn West-Europees boos. Er ontstaan een scene waarvan we besluiten die maar te vergeten, en maar gewoon te betalen. We willen tenslotte naar dat eiland, en een van de mannen die er al eens geweest is (Nederlander) zegt dat we dit allemaal vergeten zullen zijn als we daar aankomen. Vooruit dan. Uiteindelijk gaat er een boot (die zich opeens toch wonderwel heel snel vult met locals) en een half uur later stappen we het paradijs in. Het is prachtig. Geen verkeer, alleen een prachtig zacht zandstrand, azuurblauwe, heldere zee, palmen en heel veel zon. We zoeken een accomodatie, een houten hutje op het strand, en gaan voor een wandeling rond het eiland. Het expeditie Robinson-gevoel is groot. Aan de overkant ligt Lombok, in de regen. We hebben een goede keus gemaakt.
's Avonds komen we bij ons hutje aan, waar onze 'buren' zitten te relaxen. Ze blijken Nederlands. Sterker, ze komen uit Teteringen. Ze hebben een dochter van 6, Carlijn, die meteen met me begint te praten, en die de rest van de avond niet meer bij me weg te slaan is. Ze is een schatje, en ik vind het wel gezellig. Ik vertel haar over mijn eigen dochter, en dat ze vast vriendinnetjes zouden zijn geworden als ze erbij was. Ze vertelt me dat ze met haar moeder heeft afgesproken hier over 10 jaar weer terug te komen, dan gaan haar vader en haar broer een vulkaan beklimmen, en zij en haar moeder op het strand liggen luieren. Ik zeg: Dan kom ik ook met Marit. Als ze de volgende dag afscheid van me komt nemen (eerst nog een foto, dan kan ik aan Marit laten zien dat ik ook een vriendinnetje heb die Carlijn heet), zegt ze: Dan zie ik je over 10 jaar weer hier, met Marit.
De avond op Gili Meno is rustig, maar heerlijk. We eten bij een tentje aan het strand, op een houten dek waar de zee onderdoor stroomt. We eten superverse vis, vandaag gevangen. Ik heb een stukje gegrilde tonijn, geservereerd op een bananenblad.
We besluiten direct om nog een dag in het paradijs te blijven.
En daar zit ik nu mijn tijd te verdoen in een internetcafe, dus later meer!

zaterdag 21 augustus 2010

Zonsopgang op de Bromo en regen in Lombok

Om precies 1 uur worden we in het hotel opgehaald met een busje, dat ons naar een plaatsje op ongeveer een half uur van Bromo brengt. We komen daar om drie uur aan, in het pikkedonker, maar de onvermijdelijke verkopers staan al op de loer. Ditmaal met mutsen, handschoenen en sjaals, want it is very cold up there. Nou ja, dat zal wel meevallen. Rond 4 uur komt de jeep die ons de berg op zal brengen, en die we moeten delen met wat andere mensen. U raadt het al: Nederlanders. Sterker, een koppel uit Helmond, dat werkt op het Varendonck College (mijn oude school), en dat binnenkort in Someren gaat worden. Of de wereld is heel klein, of het is echt van Summere en nie bang.
Op de berg aangekomen, blijkt dat we niet de enige zijn. Het stikt er van de mensen, voornamelijk toeristen. Het is nog steeds donker, en iedereen zoekt een plaatsje. Tegen kwart voor vijf begint de lucht lichter te worden. De zonsopgang is prachtig, de lucht is oranje, rood, geel en roze, met strepen wolken ertussen. Op de voorgrond zie je de berg zich langzaam onthullen, omringd door een laagje mist. Koud is het inderdaad wel! Gelukkig heeft Pieter nog een regenjas bij zich, dat helpt wel iets.

Tegen kwart voor zes gaan we ergens een kop koffie drinken en even opwarmen, waarna we de jeep nemen naar de vulkaan. Goed dat we met een jeep zijn, de weg is bijna onbegaan met alle hobbels en kuilen. Af en toe zitten we bijna tegen het plafond. En onze reisgids speelt het klaar om zelfs nu in slaap te vallen!
Onder aan de voet van de berg staan paarden klaar, voor de mensen die niet te voet de berg op willen. Ik met mijn afkeer van paarden ga gewoon lopen. Nou ja, gewoon, het blijkt een hele klim te zijn, en ik moet onderweg echt af en toe even op adem komen. Het is nog ontzettend vroeg, half 9 ofzo, maar de zon is al aardig warm, dus langzaam aan trek ik alle laagjes die ik aan had, weer uit. Het laatste stukje naar de krater is een trap van 250 treden, die ik ook niet in 1 keer haal. Eenmaal boven kiunnen we een blik werpen in de stomende vulkaan. Onze reisgenoot is leraar aardrijkskunde, dus die praat me even bij over alles wat er te zien is. Erg interessant. Daarna lopen we weer naar beneden om met de jeep weer terug naar ons busje te gaan.
Daar nemen we afscheid van onze tijdelijke reisgenoten, en gaan weer terug naar Malang. In Malang hebben we inmiddels een ander hotel geboekt, een homestay. Een goedkope kamer, in een soort van Indonesische villa. Daar aangekomen kruip ik direct mijn bed in. Pieter maakt nog even een snelle run naar het reisbureau om onze vlucht naar Lombok te boeken (via internet lukte dat niet meer, omdat het minder dan 48 uur van tevoren is). Hij komt terug met het goede nieuws dat hij een vlucht heeft geregeld met Merpati air, en ook nog eens een busje dat ons naar het vliegveld in Surabaya zal brengen. Mooi, kunnen we nu gaan slapen. Het is pas half 2, maar mijn biologische klok is helemaal in de war van het nachtelijke uitstapje. We slapen tot een uur of zeven, en besluiten dan lekker in de binnentuin van ons guesthouse te blijven zitten. Ik loop even naar de Indo Maret voor wat snacks en wat te drinken, echt honger hebben we niet.
We zitten nog geen half uur, of we hebben aanspraak. Hello Mister, hello missis, my name is Mr. Santo, I want to learn English. Santo komt bij ons zitten, en probeert ons in steenkolen Engels vanalles duidelijk te maken, wat maar matig lukt. Gelukkig is het Engels van de eigenaar wat beter, en beetje bij beetje komt het gesprek op gang. Santo nodigt ons uit om met hem zijn frens wat te drinken in Cafe Quatro. Ach ja, doe ook maar, als we ons even om mogen kleden...? Nou, vijf minuten dan. Buiten aangekomen staat Santo klaar met zijn brommer, en volgens hem is het de normaalste zaak van de wereld als zowel Pieter als ik bij hem achterop komen zitten. Ach ja, doe ook maar. Na een ritje van 20 minuten door de straten van Malang en een dikke kramp in mijn benen, komen we bij Cafe Quatro aan, wat een hele hippe tent blijkt. Zijn frens zitten al op ons te wachten, microfoon in de aanslag. Hmmm, Azie.... Karaoke? Ze zingen er lustig op los, en natuurlijk moeten Pieter en ik mee doen. Ach ja, doe ook maar. Niemand kent me hier, dus wie doet me wat. Het wordt een ontzettend gezellige avond, waarin we met handen en voeten toch redelijke gesprekken kunnen voeren. Om half 12 (!) worden we de tent uitgeveegd, en blijkt het te zijn gaan regenen. Arie vindt niet dat we op Santo's brommertje terug kunnen, dus gaat zij haar auto halen om ons naar huis te brengen. Een hele gare Mazda met een knipperend oliepeillampje, maar we komen thuis. We maken nog even wat foto's, en dan duiken we ons bed in. We zetten de wekker om 8 uur, want om 9 uur staat het busje naar Surabaya voor de deur. Om tien voor half 8 staat de eigenaar echter al op onze deur te bonken, dat het busje er al is en dat we moeten opschieten. Ook goedemorgen. Rond kwart over 8 zijn we dus al op weg naar het vliegveld, waar we natuurlijk veel te vroeg aankomen. Maar goed, je kunt er maar zijn.
Eind van de middag komen we aan in Mataram, Lombok, in de stromende regen, die pas halverwege de avond ophoudt. Het regent echt pijpestelen, op sommige delen van de weg staan mensen tot dik aan hun enkels in het water, en kunnen de brommers zich met moeite door de plassen worstelen. Het was de bedoeling een beetje te shoppen voor hotels, maar uiteindelijk besluiten we in te gaan op de aanbieding die ons op het vliegveld gedaan is. Een prachtige kamer in het beach hotel in Senggigi. Wat heerlijk, na de bijna Spartaanse kamer in Jona's homestay. Luxe en een heerlijke hete douche! En recht aan het strand. Zelfs in de regen is het mooi. Nu nog hopen op mooi weer, maar so far, I am liking Lombok!

(gejat van de website...)

donderdag 19 augustus 2010

Borobudur - nachttrein - Malang

We willen vanuit Yogja de bus nemen naar de Borobudur, onder het mom van When in Rome...., dus vertrekken we vol goede moed op woensdagochtend rond half 9 (het is al warm!) richting het busstation. Dat blijkt moeilijker te vinden dan gedacht. We vragen het bij de lokale 7/11, maar de jongens die daar werken, spreken te weinig Engels. Ach, weet je wat, dan nemen we maar een taxi, dit is zonde van de tijd. Dus houden we de eerste taxi aan, met daarin een chauffeur die (uiteraard) geen Engels spreekt. Ga die maar eens uitleggen waar je heen wilt, en dat je wilt dat hij op je wacht terwijl jij rondkijkt. We laten hem ons naar het station brengen, in de hoop dat daar wat meer taxi's staan die het wel begrijpen. Dat is gelukkig het geval, en niet veel later zijn we op weg. Onze chauffeur heeft er aardig de vaart in, en ongeveer een uurtje later staan we bij de Borobudur. Onze chauffeur begeleidt ons naar binnen, en vertelt dan dat hij op de parkeerplaats op ons wacht. De Borobudur is indrukwekkend, en ik vind hem mooier dan Angkor Wat. De boedisten moeten op elk plateau drie rondjes lopen, met de klok mee, en mogen dan het volgende plateau betreden, dus dat proberen wij ook. Ok, een rondje per plateau dan. Maar het is zo warm, en aan de ene zijde is helemaal geen schaduw, dat we dat plan al snel opgeven. Toch bekijken we elk plateau (in ieder geval een deel), en genieten van de rust. Het is hier niet druk, maar de mensen die er zijn, zijn allemaal buitenlanders. Waar die vandaan komen is een raadsel, want in de stad zie je ze helemaal niet.

Na anderhalf uur houden we het voor gezien, en worstelen ons langs de souvenirverkopers, waarvan 'Eddy' blijft aanhouden en zijn prijs voor het onvermijdelijke boeddabeeldje binnen 10 minuten meer dan 50% laat zakken.
In de middag lopen we nog wat door Yogja, op zoek naar de vogeltjesmarkt, maar volgens een aantal lokalen is die verplaatst, 3 kilometres from here, but you can check the leather puppet making.... Nou nee, bedankt. We wandelen wat rond door de kampung, en belanden bij een supergezellig klein cafeetje (the watercastle cafe, als je ooit in Yogja bent...), waar de eigenaar en andere rondhangenden buiten schilderijen maken en dit alles omlijsten met gitaar- en vioolmuziek.
In de avond gaan we naar de traditionele wajangpoppen-voorstelling, die, naar mijn indruk, speciaal voor toeristen georganiseerd wordt. Het duurt twee uur, maar dat is veel te lang, het verhaal is natuurlijk helemaal niet duidelijk. Ik vind het wel leuk een keer gezien te hebben, en we houden het toch nog een uur vol.

Daarna kunnen we ons in ons hotel nog even heerlijk opfrissen in de spa, en dan gaan we richting station, voor de nachttrein naar Malang (vertrek 23.59, aankomst 8.10 uur). In trein krijgen we zowaar een dekentje, en gaat het slapen me eigenlijk best goed af.
Bij aankomst in Malang nemen we een Becak naar een hotel dat we in de Lonely Planet gevonden hebben. Dat blijkt bij aankomst toch even een misstap van mijn anders zo betrouwbare bijbel, het hotel valt wat tegen. We nemen het toch, we zijn moe, en willen slapen. En dat doen we. Tegen half 1 gaan we Malang weer in, en stuiten op een heel schattig bakkerijtje, waar typisch Nederlandse witte bolletjes, broodjes hagelsslag, ontbijtkoek en meer verkocht wordt. Het is tevens een cafeetje, dus uiteraard gaan we daar lunchen. Daarna bekijken we een aantal Nederlands koloniale gebouwen (een bewaker in uniform laat ons vol trots een foto zien van een Nederlander die van 1919 tot 1929 burgemeester of iets dergelijks was), en gaan dan naar de Pasar Senggol, de vogeltjesmarkt. Een echte lokale beleving! Heel veel vogels en vissen (die al in zakjes klaarhangen om verkocht te worden!), maar ook slangen, reptielen, uilen en zelfs aapjes (heel zielig, ze zitten in veel te kleine kooitjes). Marianne Thieme heeft hier haar handen vol, denk ik.
Verder doen we weinig, we bekijken nog even de alun-alun, de plek waar het leven zich hier een beetje afspeelt, en gaan dan eten, in een restaurant wat hoort bij de 'keten' waar we ook in Jakarta gegeten hebben. Lekker, maar niet echt bijzonder.
Morgen gaan we naar Mount Bromo. Nou ja, morgen, dadelijk. We worden hier om half 1 bij het hotel opgehaald. Nu tijd om even te slapen, dus.

dinsdag 17 augustus 2010

Jakarta - Yogjakarta

(The Phoenix Hotel)

Maandagochtend stappen we in Jakarta op de trein voor een acht uur durende reis naar Yogjakarta. We zitten Executif en kunnen nog televisie kijken ook. Dat het een verborgen cameraprogramma uit de jaren '90 is, vergeten we dan maar even.
Acht uur later stappen we in Yogja uit de trein, en nemen een taxi naar The Phoenix Hotel. Het ziet er iets luxer uit dan we gedacht hadden, en kost ook iets meer dan de Lonely Planet zei, maar het is voor Nederlandse begrippen nog steeds heel goedkoop, en we besluiten om lekker luxe te doen en hier te blijven slapen. Nadat we met alle egards naar onze kamer begeleid zijn, frissen we ons om beurten op (in de badkamer met regendouche!) en gaan dan richting het centrum. We nemen een becak (fietstaxi) richting het paleis. Het is uiteraard al gesloten in de avond, maar we wilden het toch even zien. Er valt weinig te zien, het ligt achter een grote muur, dus we lopen van daar uit wat rond in het plaatsje. Het is enigszins 'verwestert', maar zeker nog charmant, en veel relaxter dan Jakarta. We eten in een heel lokaal tentje, maar het eten is er echt uitstekend (vergeet de rat die in een hoek achter de plantenbak verdwijnt...), en het kost niets. We zijn voor ons beiden iets meer dan een euro kwijt. Daarna lopen we nog wat rond bij de souvenirstalletjes en gaan dan weer terug naar het hotel.
Dinsdag 17 augustus vieren ze in Indonesie onafhankelijkheidsdag, en zijn alle musea en aanverwante bezienswaardigheden gesloten. We moeten het paleis van de sultan dus missen. Dan doen we maar rustig aan, we ontbijten in een koffietentje, waar ze Koffie verkeerd en bitterballen serveren. Pieter bestelt ze, maar ze smaken toch niet helemaal zoals de echte van Dobbe bitterballen! Na het ontbijt is het al half twee, en lopen we het centrum weer in. We gaan kijken wat er aan festiviteiten te doen is. Bij een overheidsgebouw is wat gaande, er staan heel veel mensen voor het hek en er is veel politie op de been, dus wij sluiten ons aan. Na een kwartiertje ofzo begint een fanfare te spelen, en voeren traditionele dansers een voorstelling op. Het zegt ons niet zoveel, en we kunnen het niet echt goed zien, dus lopen we na een klein half uurtje weer verder. Uiteindelijk zijn we ongeveer het hele stadje doorgelopen, en gaan we eten in een straatje dat er uitziet als een backpackersstraatje. Niet echt mijn ding, maar we zijn moe en hebben honger. Het eten is niet echt heel speciaal, en drie keer zo duur als gisteren. Maar goed. We laten ons door een becak weer afzetten op de Jalan Malioboro en lopen van daar weer terug naar het hotel.
Voor morgen staat de Borobudur op het programma, en daarna gaan we weer verder oostwaarts. So far, so good.

zondag 15 augustus 2010

Jakarta, Indonesie


Wat een lange reis! Op zaterdagochtend om half 10 laten we de Ignatiusstraat achter ons. Eerst de trein naar Venlo, dan naar Dusseldorf. Op het hauptbahnhof daar wordt omgeroepen dat er iemand op de rails loopt, uiteraard op het traject dat wij moeten hebben. Dan maar de taxi, voor een whopping EUR 20 voor een ritje van 10 minuten.
Het vliegtuig naar Dubai zit maar half vol, dus we hebben al ruimte. Na 6 uur komen we om 12 uur 's nachts (lokale tijd) in Dubai aan, waar het grote wachten begint. We vliegen pas weer om 4.15 uur. Eerst maar eens een kop koffie (van de Starbucks, dat dan weer wel). We bekijken de boeken (die ik natuurlijk allemaal wel zou willen kopen), maar we houden het snel voor gezien. Deze terminal is zo ontzettend druk en over the top, als dat een voorbode is voor de rest van Dubai....
Dan gaan we maar bij de gate zitten wachten, waar we ons vermaken met mijn netbook (gratis wifi!).
Uiteindelijk kunnen we gaan boarden voor de vlucht naar Jakarta, nog eens 8 uur vliegen, ditmaal in een overvol vliegtuig. Ik plak mijn 'do not disturb' sticker op mijn stoel, doe mijn oordoppen in en val direct in slaap. Als ik wakker wordt, hebben we nog ongeveer 1,5 uur te gaan en wordt net het ontbijt/lunch/diner geserveerd. Mooi.
Als we het vliegtuig uitstappen, voelt het meteen als Indonesie. Het vliegveld ziet er heel lokaal uit, en ruikt ook zo (lekker!). We kopen voor $25 een visa on arrival, en helpen met onze andere dollars twee meiden van een jaar of 20, die verwacht hadden dat bedrag daar wel te kunnen pinnen. Ze komen uit Zundert, en zijn ons erg dankbaar. Onze goede daad voor vandaag is weer gedaan.
Wij nemen een taxi naar ons hotel, waar we ons douchen en een afspraak maken met een jeugdvriend van Pieter. Die is over ongeveer een half uur hier, we gaan met hem eten.
Ben benieuwd of het eten hier net zo lekker is als in de rest van Azie.
(foto: Terminal in Dubai)

dinsdag 6 juli 2010

De Taj Mahal


Voor de eerste en laatste keer deze vakantie zetten we de wekker heel vroeg (5.15 uur), om voor de kudde toeristen bij de Taj Mahal te zijn. Zodra we voet buiten het hotel zetten, worden we meteen omgesingeld door riskshaw drivers, die of nog vroeger opgestaan zijn dan wij, of die de hele nacht voor ons hotel gewacht hebben. Uiteraard willen wij weer zelf lopen, het loket voor een ticket ligt op 500 meter afstand. Bij het ticket (Rs 750 - 15 euro) zit zowaar een complimentary flesje koud water, dat we dan natuurlijk aannemen ook.
Ook richting de Taj Mahal lopen we, tot opperste verbazing van de riskshaw drivers en fietsers, die ons praktisch gratis willen brengen. Halverwege horen we een groep apen krijsen. Klaarblijkelijk zijn ze aan het vechten. Zelfs de lokale bevolking blijft staan kijken, en wijst ons op de apen (die niet te missen zijn). Van alle kanten komen steeds meer apen aangerend, die zich er allemaal mee gaan bemoeien. Gratis dierentuin!
Bij de Taj Mahal aangekomen, nemen we de ingang voor de dames, waar we onze tas moeten laten controleren. Koekjes zijn niet toegestaan, kauwgom is niet toegestaan, en mijn statiefje is ook niet toegestaan. Dat kan ik bij een van de shopkeepers gratis in een kluisje bewaren. No thank you, ik breng het wel even naar onze chauffeur. Dan kunnen we naar binnen.
De eerste aanblik van de Taj Mahal is overweldigend. Het is prachtig! Ik voel me weer vereerd dat ik dit mag meemaken, het is de zonsopgang bij Angkor Wat en het beklimmen van de Chinese muur. Wat een leven heb ik toch! De Taj Mahal maakt indruk, het is een prachtig gebouw, met prachtige details.
We nemen een heleboel foto's, ook met Indiers die heel graag met ons op de foto willen. In het kader van good karma zeggen we hierop geen nee.
Rond een uur of 9 lopen we terug naar het hotel, om te genieten van een ontbijtje op het dakterras, en nog even te genieten van het prachtige uitzicht op de Taj Mahal. Het is vandaag erg plakkerig en warm weer, dus het briesje op het dak is erg welkom. We besluiten Agra verder te laten voor wat het is, en nog even een uurtje te gaan slapen voor we moeten uitchecken. En zo geschiedt.
Rond half 12 vertrekken we vanuit Agra richting Delhi, waar we aan het eind van de middag in een enorm chaotische avondspits terecht komen. Wat een heksenketel! We hebben met de chauffeur afgesproken dat hij ons naar een wijkje zal brengen waar ze tweedehands boeken verkopen. Als we daar na 1,5 uur eindelijk aankomen, slaakt zelfs hij een zucht van verlichting. Wij zijn trots op hem. Helaas vallen de tweedehands boeken nogal tegen, en keren we onverrichter zaken terug naar de auto. Op naar Devesh. Nog een laatste keer het chaotische verkeer van Delhi in. Rond 20 uur komen we bij Devesh aan, waar we nog maar een keer take out van Paul bestellen (doe mij maar gewoon weer Paneer met nan).
Nu zitten we een beetje de tijd te doden tot het 0.00 uur is, dan speelt Nederland de halve finale tegen Uruguay.

maandag 5 juli 2010

No, thank you


Na een laatste nacht in hotel Madhuban (nachtelijk onweer met bijpassende nachtelijke gesprekken over de wereldpolitiek), vertrekken we rond 9 uur vanaf het hotel om the City Palace in Jaipur te gaan bezichtigen. Als we in de auto zitten, vertelt onze chauffeur ons dat vandaag alles dicht is, omdat er demonstraties zijn tegen de verhoging van de brandstofprijs. Just our luck. Nou ja, dan rijden we maar direct door naar Bharatpur, waar we op de thee verwacht worden bij de ouders van Devesh. Onderweg haalt onze chauffeur weer met ware doodsverachting capriolen uit om het restaurant te bereiken dat aan de weghelft van het tegenliggende verkeer ligt. Hij heeft nog niet ontbeten, zegt hij doodleuk.
Op de snelweg komen we vanalles tegen. Kamelen, koeien, overstekende mensen, fietsers, en zelfs schapenhoeders met kuddes met wel honderd schapen. Chaos reigns!
In de middag komen we in Bharatpur, waar we ontvangen worden door de ouders en broer van Devesh. Interessant om te zien hoe zij leven. We houden het snel voor gezien, we willen de Ganga tempel gaan bezoeken, volgens de Lonely Planet (mijn bijbel) wel de moeite waard. Als we daar aankomen, blijkt het hek gesloten, en de tempel dus dicht. Oh well, dan rijden we maar meteen door naar Fatehpur Sikri. Daar op de parkeerplaats aangekomen, waarschuwt de chauffeur ons: Many many guides, many many children, many many hawkers. Ok, een gewaarschuwd mens telt voor twee. We hadden al besloten om op alles 'No, thank you' te zeggen. Dat kunnen we meteen in praktijk brengen, we hebben nog geen voet buiten de auto gezet of de eerste kinderen staan al aan de deur. No, thank you. De gidsen en kinderen volgen elkaar in snel tempo op, en ze zijn nog lastig af te schudden. De gidsen vertellen ons allemaal dat we hem als gids moeten nemen, dan zijn we van het 'ge-hassel' af. Als ik hen zeg dat ze mij op dit moment ook hasselen, begrijpen ze dat niet. Bij de tempel aangekomen, worden we aangesproken door de zoveelste gids, die ons vertelt dat we er niet alleen mogen rondlopen, en dat hij daar werkt. Waarom zouden we daar niet alleen mogen rondlopen? Maar goed, hij lijkt een aardig verhaal te kunnen vertellen, dus we maken hem duidelijk dat we hem niks, maar dan ook echt helemaal niks gaan betalen. Nee, dat is niet erg, ik werk hier. Bon. Hij steekt zijn verhaaltje af, en als we aan het eind van zijn tour zijn, moet hij natuurlijk toch geld zien. 'No, thank you'. Wij houden voet bij stuk, we betalen geen cent, en hij druipt boos af. Wij zijn trots. Bij de uitgang gekomen, worden we door meneer de gids nog eens als een stel vieze vliegen weggewuifd, maar wij kunnen er wel om lachen. We hebben iedereen ontweken. We lopen terug naar de parkeerplaats. Onderweg komen we weer een paar karren tegen die door een kameel getrokken worden. Zo gefascineerd als Judith is door de apen, zo ben ik dat door de kamelen. Je ziet ze in Rajasthan enorm veel. Ze zijn wat bij ons een bestelbusje zou zijn, ze vervoeren vanalles op die karretjes.
Dan gaan we op weg naar Agra, naar de Taj Mahal. We rijden naar hotel Taj Plaza, het enige hotel in town met een view op de Taj Mahal. We willen natuurlijk korting, en ik heb inmiddels geleerd om hier in Azie te vragen of je eerst de kamers mag zien. We kiezen voor de mooiste kamer, met airco en inderdaad een spectaculair uitzicht over de Taj Mahal. Erg cool! Vorig jaar samen de Chinese muur, nu de Taj Mahal. Op het dakterras van het hotel is het uitzicht helemaal spectaculair (de receptionist vertelde ons met een stalen gezicht dat we gratis van het dakterras gebruik mogen maken!) en we nemen dus maar meteen wat foto's, nu de zon zich even laat zien.
's Avonds willen we richting een restaurantje in het centrum rijden, en als we eindelijk een autorikshaw driver zo ver gekregen hebben ons daarna toe te brengen, begint het te druppelen. Al gauw houdt het op met zachtjes regenen, en valt het met bakken uit de hemel. Deze autorikshaw beschikt niet over van die handig plastic gordijntjes, dus we zijn al snel drijfnat, en als we dan ook nog in een plas ingehaald worden door een auto en echt tot het bot doorweekt zijn en onder de modder zitten, houden we het voor gezien, en vragen de chauffeur ons terug te brengen naar het hotel. So much for Zorba the Buddha. We eten wel in het hotel. We gaan vroeg slapen, morgen staat de Taj Mahal bij zonsopgang op het programma.

zondag 4 juli 2010

Pushkar in de regen


We staan vroeg op, om 9 uur vertrekken we naar Puskhar, een rit van 132 kilometer en 3,5 uur. Onderweg komen we terecht in een enorme hoosbui, het monsoon-seizoen lijkt langzaam aan te breken. Om Pushkar binnen te komen, moeten we via een soort van bouwterrein met gevaar voor eigen leven door de modder rijden. De chauffeur doet dit koelbloedig en onverschrokken. De eerste kennismaking met Pushkar is nou niet direct uitnodigend. De chauffeur zet ons af bij een hotel, waar hij op ons zal wachten, en van waaruit wij dus ons avontuur in Pushkar kunnen beginnen. Door Lonely Planet gewaarschuwd en door schade wijs geworden, wimpelen we iedereen die ons nu nog maar enigszins benaderd af met een bits: No, thank you, wat ons op een aantal boze blikken komt te staan, maar waarbij we redelijk met rust gelaten worden. Pushkar is een pelgrimsplaats, en alle gelovige Hindu's moeten minimaal 1 keer in hun leven hier komen, om te baden in het heilige water in een van de 52 ghats, die langs het meer liggen, dat volgens de legende ontstaan is toen Brahma een lotusbloem liet vallen. We bekijken de ghats van een afstandje. Er baden niet veel mensen, maar de bedrijvigheid erom heen is eigenlijk net zo interessant.
Dan gaan we naar het 'centrum' van het dorp (of zou het een stad zijn?), waar het een grote winkelstraat is, en we dus bijna niet ontkomen aan het 'Come have a look', 'Excuse me', 'Namaste', 'Are you a model', enz. We kijken hier en daar, maar ik vind de koopwaar in Jaipur, hoewel duurder, veel mooier. We scoren wel wat kleine souvenirtjes. Net voor de regen met bakken uit de hemel gaat vallen, gaan we een restaurant binnen, dat weer is aanbevolen door de Lonely Planet. Dit keer staat het jaartal erbij. Ik neem alleen maar een lassi (met cashew noten!), Judith houdt zich verre van alles wat Indiaas is en gaat voor nancho's, die als ze geserveerd worden op alles behalve nancho's lijken en naar alles behalve nancho's smaken.
Judith is vooral gefascineerd door de apen die op het dak van verschillende huizen zitten. Ik ben vooral gecharmeerd van de charme van Pushkar, dat me aan Ooty doet denken.
Aan het eind van de middag gaan we terug naar onze chauffeur, die halsbrekende toeren moet uithalen om het plaatsje weer uit te komen. Door de regenval is de weg die we genomen hadden, is omgetoverd in een modderpoel. We passeren nog de bekende kamelen van Pushkar, en we zijn weer op weg. In de bergen zien we langs de kant een groepje mensen die de aapjes aan het voeren zijn, en Judith wil onze koekjes ook graag voeren. Dus we stappen uit om de aapjes te voeren. Het hoogtepunt van Judith's dag!
Inmiddels regent het overal, en ook in Jaipur regent het nu pijpestelen.

zaterdag 3 juli 2010

The Pink City


Vrijdagochtend vertrekken we rond 10 uur met onze chauffeur voor deze week richting Jaipur. 233 km, waar we dik 5 uur over doen. De auto is klein, maar heeft airconditioning, en Judith en ik alle tijd om bij te kletsen. Onderweg stoppen we in een miniplaatsje langs de weg om water te kopen, waar we als beroemdheden bekeken en beloerd worden.
Eind van de middag komen we in Jaipur aan. Ons hotel is prachtig, en de airconditioning in de kamer erg aangenaam. We doen weinig, lopen eigenlijk alleen een rondje rond het hotel, kopen wat te drinken en wat snacks, want om 19.30 uur moet oranje tegen Brazilie voetballen, en dat willen we zien! De uitslag is inmiddels bekend: Oranje is door!
Op zaterdagochtend ontbijten we in de tuin, Judith met cornflakes, koffie en fruit, en ik met water en fruit. De hitte is te doen, maar het is ontzettend vochtig, dus plakkerig. De chauffeur haalt ons op en brengt ons naar the Old City. We vallen meteen in de klauwen van een verkoper van sieraden, die stiekem ook nog een winkel in textiel blijkt te hebben, als Judith laat vallen dat ze wel een tafelkleed zou willen kopen. Ze spreken hier alle talen, Frans, Spaans, Italiaans, Duits, en hier en daar verstaan ze zelfs een beetje Nederlands. No place to hide, dus. Goed, wij willen wel mee naar de textielwinkel dan. Een uur later en twee organza tafelkleden (Judith), een zijden tafelkleed (ik) en 1 custom made zijden jurkje (ik) later en een hoop rupees armer, staan we weer buiten. Goed, op naar het City Palace. Dit blijkt bijna onmogelijk te bereiken, omdat we overal bijna de winkels in getrokken worden. Toch lukt het ons om hier en daar wat foto's te nemen. Ondertussen koop ik ook nog twee harembroeken (ze staan zo leuk!) en sieraden van tijgeroogsteen (ze staan zo leuk!).
Aan het eind van de middag ontmoeten we onze chaffeur weer bij de City Palace, nadat we ons eerst een rondje om de kerk hebben laten rijden door een cycle rikshaw (we hadden geen idee dat de auto naast de beste man geparkeerd stond). De arme man.
De chauffeur rijdt ons naar het Amber fort, alwaar we ook als een soort van beroemdheden benaderd en bekeken worden. Een stelletje vraagt ons of ze met ons op de foto mogen. Sure. En als er een schaap over de dam is.....
We lopen nog wat rond, en rijden dan weer terug naar het hotel, waar we ons lekker douchen, de hitte en het stof van ons afwassen.
We lopen naar buiten om te gaan eten in een restaurant dat naar eigen zeggen is aanbevolen door de Lonely Planet (nergens te bekennen in de Lonely Planet zelf), en vallen in een soort van optocht voor een bruiloft. We kunnen de bruid niet echt ontwaren, maar de bruidegom zit achteraan de stoet op een paard. Er lopen jongens met brandende lampen langs de stoet, die van elektriciteit voorzien worden door een klein vrachtwagentje achteraan. Die produceert zoveel uitlaatgassen, dat we vermoeden dat de bruidegom voor het eind van de avond al vergast is.
Het eten in het restaurant is heerlijk, ondanks het feit dat ze dus niet echt in de Lonely Planet staan. Judith kiest voor Continental food (hoe kan je! In India!), ik natuurlijk voor een heerlijk Indiaas gerecht, met Paneer.
Nu even bij de receptie kijken of mijn custom dress is afgeleverd, zoals beloofd.

donderdag 1 juli 2010

Hitte in Delhi


Woensdagochtend board ik om half 12 het vliegtuig in Amsterdam, voor een rechtstreekse vlucht van 7 uur naar Delhi. Zes uur later staan we echter al op Indiase bodem. Devesh heeft me gezegd Exit 2 te nemen, daar staat hij buiten op me te wachten. In India moet je namelijk betalen als je iemand binnen in de terminal wil ophalen. Tussen alle krioelende mensen kom ik naar buiten, en valt de warmte als een natte deken op me. Pff, dat wordt afzien deze week.
Het appartementje van Devesh is verbazingwekkend groot, voor Indiase standaards. Ik heb een eigen slaapkamer, de eerste avond alleen, de tweede avond met Judith. Na bijgekletst te hebben met Devesh, ga ik om 2 uur naar bed. Ondanks de hitte slaap ik goed, en word ik de volgende dag om 10 uur wakker.
We doen het rustig aan in de ochtend, rond half 12 bestellen we een lunch. Anything with paneer for me! Het eten wordt thuisbezorgd en is heerlijk! Indiaas zoals Indiaas hoort te zijn. I am back!
Na de lunch nemen we de metro richting Old Delhi, om daar een beetje over de markt Chandni Chowk rond te struinen. Het is genadeloos warm, en het komt vooral neer op van schaduwplek naar schaduwplek lopen en heel veel water drinken. (Oh, en een heel erg lekkere lassi in een cafeetje met airco!)
Daarna gaan we richting een residential area, waar we een afspraak hebben met een astroloog, die gaat kijken wat er voor mij in de sterren staat. Deze astroloog is de vriend van de vader van een student van de buurvrouw van Devesh (volgt u nog?). En omdat we dus vrienden zijn (!), doet hij het gratis voor ons. We worden uitgenodigd in het appartementje van de ouders van de studente. Dit is een overheidswoning, wat betekent dat ze er gratis wonen. Het is er klein, klein, klein! Meteen als we binnenkomen, krijgen we thee en water aangeboden, en even later wordt de hele tafel volgebouwd met hapjes en koekjes. Eat, eat. Wat een gastvrijheid. De sessie met de astroloog was erg interessant. Volgens hem gaat het me financieel voor de wind, en blijft dat de komende jaren alleen maar beter gaan. Ik krijg vele kansen om me in het buitenland te settelen, maar met een echte vaste relatie, dat wordt nogal problematisch volgens hem. Nou ja, we zullen zien.
Na dit bezoekje nemen we de taxi naar het vliegveld om Judith op te halen. Zelfde procedure, exit 2 nemen, wij wachten buiten. Blijkt dat Judith dat berichtje niet meer gehad heeft, zij zit dus binnen al 1,5 uur op ons te wachten!
Maar goed, Judith en Edith zijn weer voor even herenigd, en morgen gaan we onze trip samen echt beginnen.

zaterdag 12 juni 2010

Sight seeing in Paris


We beginnen de dag laat en worden buiten begroet door een stralend blauwe lucht en zonneschijn. Ik kan mijn jasje wel thuis laten, dus ik klim de 109 treden naar Paola's appartement op de 6e verdieping nog een keer op. Dan kunnen we gaan. Op naar de Eiffeltoren. Normaal gesproken niet echt mijn bestemming in Parijs, maar het is Drink's eerste keer hier, dus we gaan op de toeristische toer. Ik met de camera in de aanslag. Dat wordt mijn missie voor de dag, proberen een mooie foto te maken.
We hebben afgesproken met Jose onder de Eiffeltoren. We gaan lunchen in een brasserie bij de Eiffeltoren. Salade Nicoise met een glas Chardonnay.
Daarna op naar de Arc de Triompe, de Champs Elysees, Place de la Concorde, Jardins de Tuileries, en het Louvre (alleen voor de foto, we gaan niet naar binnen, het is te mooi weer op binnen te zitten).
Het is inmiddels 19.00 uur als we een metrostation opzoeken om richting Paola te gaan. Na enig gepuzzel vinden we onze weg terug (welke lijn moeten we nou hebben? En waar staat dit station dan op de kaart?)
In de avond gaan we naar Le Jardin d'Alice, een soort van binnentuin waar de vriend van Paola een concert heeft. Drink en ik zijn eigenlijk te moe, en van het concert kunnen we weinig zien en horen, er zijn teveel mensen voor de kleine ruimte.
Rond 23.30 begeven we ons richting een Indiaas restaurant, maar helaas is de keuken al gesloten, dus zijn we verbannen tot Turkse kebab (seulement des frites pour moi).
Als we naar buiten stappen, regent het, en tegen de tijd dat we in bed liggen, komt het met bakken uit de hemel.
Hopen op beter weer voor morgen, dan staat de marche aux puces op het programma!

vrijdag 11 juni 2010

Prettig weerzien in Parijs


Nadat Drink me een aantal weken geleden mailde dat ze naar Europa zou komen (vanuit Thailand) en of ik daar iets mee kon, was het snel geregeld. We gaan voor een kleine reunie in Parijs, met Paola. De dames uit Bangkok nu samen in Parijs.
Ik ontmoet Drink op het Gare du Nord, waar ik na een verbazingwekkend korte treinreis aankom. Na heel even puzzelen vinden we welke metro we moeten nemen, en reizen soepel naar station Guy Moquet, om de hoek bij Paola. In het eerst het beste lokale cafe drinken we wat terwijl we op Paola wachten.
Het weerzien met Paola is super! Ze neemt ons mee naar haar appartementje (22m2 op de zesde verdieping van een typisch Parijs gebouw!) waar we het weekend zullen slapen. Nadat we enigszins geinstalleerd zijn, gaan we in Montmartre een crepe eten in een superklein restaurantje, dat gerund wordt door een man uit Bretagne, home of the crepes. Heerlijk! Daarna maken we een wandeling door Montmartre, genieten van het uitzicht over Parijs vanaf de Sacre Coeur om uiteindelijk moe maar voldaan op de slaapbank in slaap te vallen.
Vandaag een dagje sight seeing met Drink, en er staat een lunch gepland met Jose, "mijn" CS-er van vorig jaar!
How I love my life!

zaterdag 1 mei 2010

Merhaba, Turgutreis


Op vakantie met Marit. De hele week gezellig met zijn tweetjes. En of het gezellig is! We zitten all inclusive in een prachtig hotel aan zee, dus we hoeven eigenlijk het hotel niet uit. Twee zwembaden, compleet met superstoere glijbaan, dus Marit heeft de tijd van haar leven. Ik geef me er helemaal aan over, en geniet van de rust (het is hier verbazingwekkend rustig!) en lees en lig in de zon. Heerlijk! De kunst van het ontspannen. Vandaag zijn we wel naar Turgutreis geweest, naar de markt. 'Iedereen is hier zo aardig, mam', zegt Marit. Ze krijgt thee met een stukje Turkish Delight aangeboden, en van een andere verkoper een armbandje. We kopen een buikdanspakje voor haar ('dat wilde ik al zo lang hebben') en een strandlaken van Strawberry Shortcake. En voor mezelf handgebreide sokken van een oude dame.
Veel gaan we waarschijnlijk niet ondernemen, het nietsdoen lonkt, en het zwembad roept Marit.

zaterdag 20 februari 2010

Namaste, India


Op donderdag nemen we de bus naar Chamundi Hill. Een bus met airco, hoe luxe! De rit door de bergen duurt een halfuur, weer met prachtig uitzicht over de vallei beneden. De tempel zelf valt wat tegen, veel mensen, die in een lange rij langs de hekken langs het beeld van de godin lopen voor een zegening. Buiten de tempel is het echter veel interessanter. Er zitten tientallen aapjes, die het gemunt hebben op het eten dat de bezoekers meegebracht hebben. Ook ik word aangevallen door een aapje, en laat van schrik mijn zakje met lassi vallen. Nog voordat het de grond raakt, zit de aap er al bij. We besluiten dit tafereel eens aan te zien. Een moederaap met baby aan haar buik rent in volle snelheid op een nietsvermoedende voorbijganger af, en voor de arme man het in de gaten heeft, heeft de aap zijn plastic tasje uit zijn hand gerukt, de inhoud ervan over het pad verspreidt en de banaan al half gepeld.

We nemen ook de trap naar Shiva's bull, een enorm standbeeld van een stier dat ongeveer halverwege de trappen staat.

's Middags gaan we naar de Devraja markt, waar ze vooral kruiden, groenten en bloemen verkopen. Ik heb nog nooit zoveel bananen bij elkaar gezien! Maar ze verkopen er ook olie en wierook, en raad eens? Ze spreken Nederlands! Ze hebben allemaal een schriftje waarin de klanten in hun eigen taal hun ervaring met de betreffende verkoper omschrijven. Allemaal fantastisch natuurlijk. Ik koop een flesje met 10ml lotusolie. Ruikt heerlijk! Bij wijze van korting krijg ik zelfgemaakte wierook, die naar kaneel ruikt. Ik koop ook nog een jurkje voor Marit, ik kan het toch niet laten. Daarna eten we bij een tentje dat in de Lonely Planet goed staat aangeschreven, en weer moet ik ze gelijk geven: het eten is heerlijk!

De volgende dag reizen we met de trein van Mysore naar Bangalore, een rit van 2,5 uur, die voorbij vliegt. Ik moet toegeven dat ik reizen per bus comfortabeler vind, in de trein kan ik niet echt een prettige positie vinden om te zitten. Het uitzicht vanuit de trein is daarentegen wel prachtig.

Nu dus in Bangalore. Grote stad, zoals er zovelen zijn. Teveel MacDonalds, Pizzahut en aanverwante ketens naar mijn zin. Maar gelukkig toch met een Indiaas sfeertje. Veel tweedehands boekwinkels, die ik nu, nadat ik 3 boeken gekocht heb, met mijn ogen dicht voorbij moet lopen. Teveel mooie boeken voor te weinig geld - dodelijke combinatie voor mij.

Vandaag nog een laatste dag in India, en dan weer op naar huis. Ik heb een prachtige tijd gehad, en genoten van alles wat het prachtige zuiden van India te bieden heeft!

Namaste, India (I salute the divine in you).

woensdag 17 februari 2010

Miniatuurtrein naar Conoor en de bus naar Mysore


Op dinsdag nemen we de miniatuurtrein van Ooty naar Conoor. Een soort van boemeltreintje dat door de Engelsen in gebruik genomen is, en nu nog 3 keer per dag rijdt. We zitten eerste klas, daar schijn je het beste uitzicht te hebben. Een ticket kost Rs 76 (EUR 1). Onderweg doen we schattige stationnetjes aan. Op het eindstation Conoor stappen we uit. We lopen naar de lokale markt, waar ik een bijzonderheid ben. Iedereen spreekt ons aan, en wil dat ik een foto van hem of haar maak. De man die de kruiden verkoopt, legt ons van ieder kruid uit welke helende werking het heeft. Hij heeft er duidelijk plezier in dat een Nederlandse naar zijn plaatsje is gekomen. Later drinken we Indiaanse thee in een bakkerij, waar ze de heerlijkste gebakjes verkopen. Om 4 uur lopen we terug naar het station, de laatste trein gaat om half 5. We besluiten nu tweede klas te gaan zitten. Dat scheelt aanzienlijk in prijs; Rs 3 (5 cent). Eigenlijk is het uitzicht op de terugweg nog mooier, omdat de zon lager staat. In Ooty aangekomen gaan we nog een keer naar de markt daar, ik wil voor Marit wat lokale jurkjes kopen om in te verkleden. Dan gaan we nog een keer genieten van het eten bij de Kabab King (vergeet even de muis die we over de vloer zagen snellen!).
Op woensdagochtend nemen we de bus van Ooty naar Mysore. Een 'deluxe' bus. Meer beenruimte, maar zelfde hitte en zelfde hobbelweg. De reis verloopt voorspoedig (5 uur voor 200 km). Om half 3 zijn we al in Mysore, en kunnen meteen inchecken in ons hotel. Een hele grote kamer, vlakbij het paleis. Na wat relaxen op de kamer onder de ventilator (we moeten na het koele Ooty even wennen aan de hitte in Mysore), gaan we de straat weer op en gaan naar het paleis. Prachtig om te zien! Van binnen af en toe de Efteling en absoluut over de top, maar je kunt nu eenmaal niet naar Mysore gaan en het paleis overslaan.
Voor morgen staat de tempel op Chamundi Hill en de markt op het programma.

maandag 15 februari 2010

Ah, Ooty...


Zondag gebruiken we om te reizen. We leggen ongeveer 380km af in een uurtje of 10. Again, travelling Indian style, en geheel in Indiase stijl, we nemen de bus zonder airco, met alle ramen open. We reizen van Alleppey naar Coimbatore, waar we overstappen op de bus naar Ooty, waar we nu zijn.
Ooty is geweldig. We hebben vandaag 20 km gelopen (dat kan hier wel, omdat het in de bergen ligt), naar DoddaBetta, een uitkijkpunt op 2633 m hoogte. Het is een prachtige wandeling, we zien het lokale leven onderweg, praten met de melkboer (met handen en voeten), komen langs een theeplantage, drinken thee (Masala-thee voor mij!), en zo gaat het dus niet om de bestemming, maar om de reis erna toe.
Aan het eind van de middag zijn we weer in Ooty, en besluiten het lokale leven op te snuiven op de markt. Geweldig! Ik ben de enige toerist (althans, Westerse toerist) en trek dus de aandacht. Maar niet op een opdringerige manier, niemand probeert me iets te verkopen, wat het leven hier erg relaxed maakt. De geuren op de markt zijn heerlijk; kruiden, bananen, uien, tomaten... Vele foto's en een geweldige ervaring rijker zit ik nu achter een computer (met een belabberd toetsenbord). We gaan zodadelijk eten bij de Kabab King, volgens Lonely Planet the place to be here, om je innerlijke carnivoor te trakteren na alle veg foods (wat overigens heerlijk is!).
Morgen nog een dag Ooty. Oh ja, ons hotel ligt hoog op een berg, met een prachtig uitzicht over het meer.

zaterdag 13 februari 2010

The backwaters of Kerala


Na een dodemansrit in een autorikshaw terug van de kade naar ons hotel in Cochin, nemen we in de ochtend van de 12e de bus van Cochin naar Allepey. Travelling Indian style. Wat zoveel betekent als: Er kan nog meer bij! Het kost dan ook echt helemaal niks, en het is snel. We hebben al een houseboat gereserveerd, en als we op het busstation aankomen, worden we opgehaald door iemand die ons naar de autorikshaw brengt, die ons naar de boot brengt die ons naar de boot brengt. De houseboat is echt heerlijk, we varen de hele dag over 'the backwaters', een prachtig gebied. We varen langs dorpjes, waar de vrouwen in het water de was doen (je hoort ze al van ver met de kleding op de stenen slaan). Het water uit het meer wordt hier trouwens voor alles gebruikt, de mensen douchen zich langs de kant, poetsen hun tanden, en kinderen zwemmen.
We hebben een schipper en een kok aan boord. De kok kookt heerlijk Zuid-Indiaas, als ontbijt, lunch en diner! 's Avonds leggen we aan (we zijn niet de enigen, de houseboats zijn hier big business) voor de nacht. Het lukt ons de kakkerlakken en gecko's en zelfs muggen buiten de slaapkamer te houden, en ik slaap weer heerlijk. De volgende ochtend varen we terug naar Allepey. We hebben op de boot besloten de hele route om te gooien en blijven nog een dag in Allepey. We zitten nu in een superschattig hutje aan de kant van het meer, waar we de hele ochtend in de hangmat hebben gerelaxed.
Nu zijn we in Allepey zelf, de bus regelen voor morgen. Dan vertrekken we richting Coimbatore, om van daaruit de volgende ochtend naar Ooty te gaan. So far, so good.
Het is hier relaxed, de mensen zijn heel vriendelijk en veel minder opdringerig dan ik gewend ben van Zuid-Oost Azie.

donderdag 11 februari 2010

Cochin


Ik vertrek 's ochtends om 9 uur in Breda. Het sneeuwt. Ik neem de trein naar de luchthaven van Dusseldorf, wat met alle overstappen al een avontuur op zich is. Het blijft sneeuwen, en nadat ze in Dusseldorf het vliegtuig ' gede-iced' hebben, kunnne we vertrekken naar Dubai. Daar kom ik om middernacht aan, en om 3 uur in de morgen vertrekt mijn vlietuig naar Cochin. Een voorspoedige, maar nogal vermoeiende reis.
Als ik in Cochin uit het vliegtuig stap, valt de warmte als een natte deken over me heen. Het is warm! En vochtig! Bij de douane verbaas ik me over de enorme werkverschaffing (waarom moet mijn visum en de daarin zojuist geplaatste stempel 3 passen later nogmaals gecontroleerd worden?). Als uiteindelijk mijn rugzak als laatste van de band rolt, kan ik eindelijk naar buiten. Daar staat Devesh me al op te wachten, met de taxi. We rijden Cochin in, naar ons hotel. Het verkeer is crazy madness. Iedereen toetert en neemt voorrang. Hier geldt duidelijk het recht van de sterkste. Ons hotel voor de eerste nacht is prima. De douche is er uitstekend, dus tegen een uur of 11 ben ik helemaal klaar om te gaan. We nemen de boat jetty naar Fort Cochin, wat ooit overheerst werd door de Nederlanderse, getuige the Dutch Palace en het Nederlandse kerkhof.
We hebben een heerlijke lunch, spicy chicken en cashew naan! We lopen naar het strand, ik wil heel graag de Chinese visnetten op de foto zetten bij zonsondergang. Helaas is het mijn dag niet, want de zon is ver te zoeken. Op het strand ontmoeten we wel een schoolklas, en al gauw hebben we aanspraak van een aantal jongens. Een van hen, Johnny, is 13 en spreekt erg goed Engels. Dat heeft hij geleerd door Engelse actiefilms te kijken, zegt hij. Hij en zijn vriendjes poseren maar wat graag voor me, en als ze weggaan, komen ze ons allemaal keurig een hand geven. ' Nice to meet you'.
De zonsondergang zit er echt niet in, dus nu terug naar het vasteland, eten en dan vroeg naar bed. Ik ben een beetje het besef van tijd kwijt.