maandag 30 augustus 2010

Mijn reis in Indonesie in vogelvlucht

In de kampong in Jogja

Borobudur


Wajangvoorstelling in Jogja


In het leukste koffietentje in Malang

Bromo



Vogeltjesmarkt Malang


Regen op Lombok

Vissers in Senggigi

Accommodatie op Gili Meno

Gili Meno

Senggigi, pura Batu Bolong

Aap in Monkey Forest, Ubud, Bali

Kunst in Ubud

I sure do!

Tempel op Bali

En nog een keer

Rijstveld Bali

Indonesie vanuit de lucht

Vliegveld Bangkok

zondag 29 augustus 2010

Bali

We hebben gisteren een jeep geregeld, voor 150.000 rp(ongeveer 14 euro). Na het ontbijt komt de ietwat nerveuze eigenaar van de auto ons uitleggen hoe alles werkt (hij vertelt ons waar de airco zit, en dat we vooral niet aan de parfumverspreider moeten komen). Na even wennen aan het schakelen, rijden we Ubud uit, de binnenlanden in. Pieter heeft nog een kaart van Bali gekocht, maar die blijkt lastig te lezen, omdat de wegen niet genummerd zijn en wij niet weten op welke weg we begonnen zijn. Maar toch vinden we onze weg, en niet veel later worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht op Mount Agung en het meer dat ervoor ligt.
Als we bij een uitzichtpunt stoppen, komen opeens uit alle hoeken en gaten souvenirverkopers tevoorschijn. Als vliegen op een hoop stront. No, thank you, blijft het devies. We rijden weer verder, we willen naar de Pura Basukian (tempel). Op goed geluk nemen we wat afslagen en opeens staan we voor de ingang. Een agent houdt ons tegen, eerst een kaartje kopen (15.000 rp). Luke en Pieter moeten nog een sarong huren (blijkbaar zijn blote benen uit den boze, maar mijn blote schouders zijn geen probleem). Een stuk verderop parkeren we onze auto en lopen naar de ingang, waar we opnieuw tegengehouden worden. Of we ons willen inschrijven en een donatie willen geven. Maar we hebben net al betaald. Maar hier mag je een donatie geven, vertelt hij nog een keer, en dan krijg je een gids mee, want zonder gids mag je het complex niet op. Ik zie alweer scam op zijn voorhoofd staan, maar goed, we zijn nu hier, laat maar gaan. Ik tover 50.000 rp tevoorschijn, Pieter 40 en Luke 20. De man kijkt wat misprijzend en stelt dan dwingend voor dat we 50.000 de man doneren. But you just said you can give whatever you want. Ok, dan moet het maar, schijnt hij te denken. Ik heb al flink de pest in met al die geldklopperij en vraag of ik wel even alleen naar toilet mag, of dat de gids me daar ook bij moet helpen. De gids schijnt het wel grappig te vinden.
De tempel zelf is mooi, maar niet de moeite waard te gaan bezoeken als je niet toch al in de buurt was. De gids blijkt uiteindelijk best ok, en geeft aardig wat informatie.
We rijden terug naar Ubud door de rijstvelden, de zon staat laag, en het landschap is echt prachtig!

In de avond gaan we eten bij de Three Monkeys (in de bijbel beschreven als erg goed) met een terras naast een rijstveld, en daarna doen we de CP Lounge weer aan, waar ik inmiddels vrienden gemaakt heb. Luke en Pieter gaan eerder naar huis, maar ik vermaak me prima, dus ik blijf nog lekker hangen. Om half 3 kruip ik als laatste mijn bed in.
En nu zit ik in de Laughing Buddha Bar, over 1,5 uur vertrekt mijn bus, en moet ik afscheid nemen van Bali. Ik heb genoten hier, en mijn bedenkingen over het overmatige toerisme bleken niet helemaal juist. Er zijn aardig wat toeristen, maar ik vind Bali en Ubud geweldig, en hoop hier nog eens terug te komen.

vrijdag 27 augustus 2010

Van Lombok naar Bali

Woensdag komen we net iets voor de middag aan op Lombok. Op de Gilis was er geen hassle bij de haven (een hutje op het strand, met daarnaast een boom waarin aan een tak een bordje hangt met 'Harbour'), en de overtocht verloopt soepel. Terug in Senggigi proberen we direct de overtocht naar Bali te regelen, maar dat gaat niet meer, we zijn al te laat. We boeken een kamer in een zeer aangenaam hotel, en bekijken en passant nog even de Pura Batu Bolong, een tempel langs de kust, waar mensen hun offers in zee gooien.
De volgende dag worden we door weer een shuttlebus opgehaald, die ons naar de haven van Lembar brengt. Ook deze bus hangt van arre moede aan elkaar, maar blijkbaar kan het allemaal gewoon. In de bus zit nog een Nederlander, Daniel, waar we mee aan de praat raken. Op de boot zitten we gezellig met zijn drieen wat te keuvelen, als er opeens een lange blonde jongen vraagt: Is this seat taken? Someone stole my seat. Het is Luke, uit Amerika, die inmiddels al 1,5 jaar lang aan het reizen is. Het klikt tussen ons vieren, en Pieter, Luke en ik besluiten net als Daniel naar Ubud te gaan. We regelen nog een tranfer van Padangbai naar Ubud, en daar aangekomen zoeken we als vanzelf met zijn drieen een kamer. We worden afgezet, blijkt als we later tijdens het eten Daniel weer ontmoeten. We besluiten direct om de volgende dag toch nog te verkassen, al is het maar om het principe. We dineren met Daniel en een Australier, Bob, een man van 69 die al veel gereisd heeft in zijn leven en de prachtigste verhalen heeft. Om 22.00 uur gaat hier alles dicht, maar er is hier en daar nog wel een barretje vinden. Daar strijken we neer, tot een uur of half 1. Dan moeten we volgens de serveerster naar de Superlove Lounge (wat later de CP Lounge blijkt te zijn). Hier hangen eigenlijk vooral trieste figuren die teveel gedronken hebben, maar het is wel gezellig. Om 4 uur hebben we er genoeg van. We nemen afscheid van Daniel (die de volgende dag naar huis vliegt), en lopen door de verlaten Monkey Forest Road naar onze kamer.
Ik ben de volgende dag al om 8 uur wakker, en krijg het op mijn heupen. Ik kleed me aan, poets mijn tanden en ga de straat op, achterna geroepen door de eigenaar van het hotel, of ik echt geen ontbijt wil en waar ik in hemelsnaam zo vroeg naar toe ga. Ik vind het vreselijk onbeleefd dat iedereen me hier vraagt waar ik naar toe ga, it's none of your business. Maar goed, ik loop een paar meter en daar liggen de volgende guestrooms al. Ik stap bij Argasoka naar binnen, waar ik meteen heel vriendelijk naar een kamer begeleidt wordt. Deze ziet er veel mooier uit dan de kamer die we nu hebben, en hij kost de helft. Ik zeg dat we het doen, en dat ik de guys ga optrommelen, en dat we over een uur terug zijn.
Zo gezegd, zo gedaan. Verder doen we weinig. Ubud is warm, toerisitisch en toch charmant. Ik ga shoppen voor jurken voor mij en Marit, Pieter gaat ook wat rondlopen door het stadje, en Luke moet nog even wat slapen.

In de middag zien we elkaar weer op onze kamer, en gaan dan richting het Monkey Forest. Een stukje jungle waar zo'n 300 makakken zitten. Ze lopen tussen de mensen door, en kijken ons af en toe wat meewarig aan. Als iemand eten heeft, komen ze op je schouder zitten. Er zitten een paar kleintjes, die voortdurend met elkaar aan het stoeien zijn. Ik denk aan Marit, aan hoe leuk zij het gevonden zou hebben. Misschien kom ik hier over een paar jaar nog eens met haar terug.

woensdag 25 augustus 2010

Need I say more?


Zonsopgang vanaf het balkon.


Terrasje voor de deur

dinsdag 24 augustus 2010

Het paradijs!

Zondagochtend word ik in Senggigi wakker met zonneschijn. Ik maak meteen een wandeling langs het strand. Erg idyllisch. Ik ga Pieter wakker maken, en zeggen dat hij als de sodemieter zijn zwembroek moet aantrekken, vandaag liggen we op het strand, en ik heb het vermoeden dat het in de middag weer gaat regenen. Zo gezegd, zo gedaan. Op het vliegveld van Surabaya heb ik een boek gekocht, the other hand van Chris Cleave, wat me vanaf de eerste bladzijde pakt. We lezen de hele dag, en 's avonds is het boek uit. Prachtig!
We besluiten de volgende dag naar The Gilis te gaan. We boeken een transfer vanaf Lombok, bus en boot. Maar als we in de haven van Bangsal (warning! warning! scams!) aankomen, gaat het mis. Ze vertellen ons en een aantal andere toeristen dat de boot naar Meno vol is, en dat we moeten wachten op de volgende. Dat die pas om half 1 (het is 10 uur) gaat, maar als we met ons tienen de rest van de fare betalen, dat er dan wel een boot kan gaan. Iedereen ruikt de scam van 10 km afstand, en wij worden dus op zijn West-Europees boos. Er ontstaan een scene waarvan we besluiten die maar te vergeten, en maar gewoon te betalen. We willen tenslotte naar dat eiland, en een van de mannen die er al eens geweest is (Nederlander) zegt dat we dit allemaal vergeten zullen zijn als we daar aankomen. Vooruit dan. Uiteindelijk gaat er een boot (die zich opeens toch wonderwel heel snel vult met locals) en een half uur later stappen we het paradijs in. Het is prachtig. Geen verkeer, alleen een prachtig zacht zandstrand, azuurblauwe, heldere zee, palmen en heel veel zon. We zoeken een accomodatie, een houten hutje op het strand, en gaan voor een wandeling rond het eiland. Het expeditie Robinson-gevoel is groot. Aan de overkant ligt Lombok, in de regen. We hebben een goede keus gemaakt.
's Avonds komen we bij ons hutje aan, waar onze 'buren' zitten te relaxen. Ze blijken Nederlands. Sterker, ze komen uit Teteringen. Ze hebben een dochter van 6, Carlijn, die meteen met me begint te praten, en die de rest van de avond niet meer bij me weg te slaan is. Ze is een schatje, en ik vind het wel gezellig. Ik vertel haar over mijn eigen dochter, en dat ze vast vriendinnetjes zouden zijn geworden als ze erbij was. Ze vertelt me dat ze met haar moeder heeft afgesproken hier over 10 jaar weer terug te komen, dan gaan haar vader en haar broer een vulkaan beklimmen, en zij en haar moeder op het strand liggen luieren. Ik zeg: Dan kom ik ook met Marit. Als ze de volgende dag afscheid van me komt nemen (eerst nog een foto, dan kan ik aan Marit laten zien dat ik ook een vriendinnetje heb die Carlijn heet), zegt ze: Dan zie ik je over 10 jaar weer hier, met Marit.
De avond op Gili Meno is rustig, maar heerlijk. We eten bij een tentje aan het strand, op een houten dek waar de zee onderdoor stroomt. We eten superverse vis, vandaag gevangen. Ik heb een stukje gegrilde tonijn, geservereerd op een bananenblad.
We besluiten direct om nog een dag in het paradijs te blijven.
En daar zit ik nu mijn tijd te verdoen in een internetcafe, dus later meer!

zaterdag 21 augustus 2010

Zonsopgang op de Bromo en regen in Lombok

Om precies 1 uur worden we in het hotel opgehaald met een busje, dat ons naar een plaatsje op ongeveer een half uur van Bromo brengt. We komen daar om drie uur aan, in het pikkedonker, maar de onvermijdelijke verkopers staan al op de loer. Ditmaal met mutsen, handschoenen en sjaals, want it is very cold up there. Nou ja, dat zal wel meevallen. Rond 4 uur komt de jeep die ons de berg op zal brengen, en die we moeten delen met wat andere mensen. U raadt het al: Nederlanders. Sterker, een koppel uit Helmond, dat werkt op het Varendonck College (mijn oude school), en dat binnenkort in Someren gaat worden. Of de wereld is heel klein, of het is echt van Summere en nie bang.
Op de berg aangekomen, blijkt dat we niet de enige zijn. Het stikt er van de mensen, voornamelijk toeristen. Het is nog steeds donker, en iedereen zoekt een plaatsje. Tegen kwart voor vijf begint de lucht lichter te worden. De zonsopgang is prachtig, de lucht is oranje, rood, geel en roze, met strepen wolken ertussen. Op de voorgrond zie je de berg zich langzaam onthullen, omringd door een laagje mist. Koud is het inderdaad wel! Gelukkig heeft Pieter nog een regenjas bij zich, dat helpt wel iets.

Tegen kwart voor zes gaan we ergens een kop koffie drinken en even opwarmen, waarna we de jeep nemen naar de vulkaan. Goed dat we met een jeep zijn, de weg is bijna onbegaan met alle hobbels en kuilen. Af en toe zitten we bijna tegen het plafond. En onze reisgids speelt het klaar om zelfs nu in slaap te vallen!
Onder aan de voet van de berg staan paarden klaar, voor de mensen die niet te voet de berg op willen. Ik met mijn afkeer van paarden ga gewoon lopen. Nou ja, gewoon, het blijkt een hele klim te zijn, en ik moet onderweg echt af en toe even op adem komen. Het is nog ontzettend vroeg, half 9 ofzo, maar de zon is al aardig warm, dus langzaam aan trek ik alle laagjes die ik aan had, weer uit. Het laatste stukje naar de krater is een trap van 250 treden, die ik ook niet in 1 keer haal. Eenmaal boven kiunnen we een blik werpen in de stomende vulkaan. Onze reisgenoot is leraar aardrijkskunde, dus die praat me even bij over alles wat er te zien is. Erg interessant. Daarna lopen we weer naar beneden om met de jeep weer terug naar ons busje te gaan.
Daar nemen we afscheid van onze tijdelijke reisgenoten, en gaan weer terug naar Malang. In Malang hebben we inmiddels een ander hotel geboekt, een homestay. Een goedkope kamer, in een soort van Indonesische villa. Daar aangekomen kruip ik direct mijn bed in. Pieter maakt nog even een snelle run naar het reisbureau om onze vlucht naar Lombok te boeken (via internet lukte dat niet meer, omdat het minder dan 48 uur van tevoren is). Hij komt terug met het goede nieuws dat hij een vlucht heeft geregeld met Merpati air, en ook nog eens een busje dat ons naar het vliegveld in Surabaya zal brengen. Mooi, kunnen we nu gaan slapen. Het is pas half 2, maar mijn biologische klok is helemaal in de war van het nachtelijke uitstapje. We slapen tot een uur of zeven, en besluiten dan lekker in de binnentuin van ons guesthouse te blijven zitten. Ik loop even naar de Indo Maret voor wat snacks en wat te drinken, echt honger hebben we niet.
We zitten nog geen half uur, of we hebben aanspraak. Hello Mister, hello missis, my name is Mr. Santo, I want to learn English. Santo komt bij ons zitten, en probeert ons in steenkolen Engels vanalles duidelijk te maken, wat maar matig lukt. Gelukkig is het Engels van de eigenaar wat beter, en beetje bij beetje komt het gesprek op gang. Santo nodigt ons uit om met hem zijn frens wat te drinken in Cafe Quatro. Ach ja, doe ook maar, als we ons even om mogen kleden...? Nou, vijf minuten dan. Buiten aangekomen staat Santo klaar met zijn brommer, en volgens hem is het de normaalste zaak van de wereld als zowel Pieter als ik bij hem achterop komen zitten. Ach ja, doe ook maar. Na een ritje van 20 minuten door de straten van Malang en een dikke kramp in mijn benen, komen we bij Cafe Quatro aan, wat een hele hippe tent blijkt. Zijn frens zitten al op ons te wachten, microfoon in de aanslag. Hmmm, Azie.... Karaoke? Ze zingen er lustig op los, en natuurlijk moeten Pieter en ik mee doen. Ach ja, doe ook maar. Niemand kent me hier, dus wie doet me wat. Het wordt een ontzettend gezellige avond, waarin we met handen en voeten toch redelijke gesprekken kunnen voeren. Om half 12 (!) worden we de tent uitgeveegd, en blijkt het te zijn gaan regenen. Arie vindt niet dat we op Santo's brommertje terug kunnen, dus gaat zij haar auto halen om ons naar huis te brengen. Een hele gare Mazda met een knipperend oliepeillampje, maar we komen thuis. We maken nog even wat foto's, en dan duiken we ons bed in. We zetten de wekker om 8 uur, want om 9 uur staat het busje naar Surabaya voor de deur. Om tien voor half 8 staat de eigenaar echter al op onze deur te bonken, dat het busje er al is en dat we moeten opschieten. Ook goedemorgen. Rond kwart over 8 zijn we dus al op weg naar het vliegveld, waar we natuurlijk veel te vroeg aankomen. Maar goed, je kunt er maar zijn.
Eind van de middag komen we aan in Mataram, Lombok, in de stromende regen, die pas halverwege de avond ophoudt. Het regent echt pijpestelen, op sommige delen van de weg staan mensen tot dik aan hun enkels in het water, en kunnen de brommers zich met moeite door de plassen worstelen. Het was de bedoeling een beetje te shoppen voor hotels, maar uiteindelijk besluiten we in te gaan op de aanbieding die ons op het vliegveld gedaan is. Een prachtige kamer in het beach hotel in Senggigi. Wat heerlijk, na de bijna Spartaanse kamer in Jona's homestay. Luxe en een heerlijke hete douche! En recht aan het strand. Zelfs in de regen is het mooi. Nu nog hopen op mooi weer, maar so far, I am liking Lombok!

(gejat van de website...)

donderdag 19 augustus 2010

Borobudur - nachttrein - Malang

We willen vanuit Yogja de bus nemen naar de Borobudur, onder het mom van When in Rome...., dus vertrekken we vol goede moed op woensdagochtend rond half 9 (het is al warm!) richting het busstation. Dat blijkt moeilijker te vinden dan gedacht. We vragen het bij de lokale 7/11, maar de jongens die daar werken, spreken te weinig Engels. Ach, weet je wat, dan nemen we maar een taxi, dit is zonde van de tijd. Dus houden we de eerste taxi aan, met daarin een chauffeur die (uiteraard) geen Engels spreekt. Ga die maar eens uitleggen waar je heen wilt, en dat je wilt dat hij op je wacht terwijl jij rondkijkt. We laten hem ons naar het station brengen, in de hoop dat daar wat meer taxi's staan die het wel begrijpen. Dat is gelukkig het geval, en niet veel later zijn we op weg. Onze chauffeur heeft er aardig de vaart in, en ongeveer een uurtje later staan we bij de Borobudur. Onze chauffeur begeleidt ons naar binnen, en vertelt dan dat hij op de parkeerplaats op ons wacht. De Borobudur is indrukwekkend, en ik vind hem mooier dan Angkor Wat. De boedisten moeten op elk plateau drie rondjes lopen, met de klok mee, en mogen dan het volgende plateau betreden, dus dat proberen wij ook. Ok, een rondje per plateau dan. Maar het is zo warm, en aan de ene zijde is helemaal geen schaduw, dat we dat plan al snel opgeven. Toch bekijken we elk plateau (in ieder geval een deel), en genieten van de rust. Het is hier niet druk, maar de mensen die er zijn, zijn allemaal buitenlanders. Waar die vandaan komen is een raadsel, want in de stad zie je ze helemaal niet.

Na anderhalf uur houden we het voor gezien, en worstelen ons langs de souvenirverkopers, waarvan 'Eddy' blijft aanhouden en zijn prijs voor het onvermijdelijke boeddabeeldje binnen 10 minuten meer dan 50% laat zakken.
In de middag lopen we nog wat door Yogja, op zoek naar de vogeltjesmarkt, maar volgens een aantal lokalen is die verplaatst, 3 kilometres from here, but you can check the leather puppet making.... Nou nee, bedankt. We wandelen wat rond door de kampung, en belanden bij een supergezellig klein cafeetje (the watercastle cafe, als je ooit in Yogja bent...), waar de eigenaar en andere rondhangenden buiten schilderijen maken en dit alles omlijsten met gitaar- en vioolmuziek.
In de avond gaan we naar de traditionele wajangpoppen-voorstelling, die, naar mijn indruk, speciaal voor toeristen georganiseerd wordt. Het duurt twee uur, maar dat is veel te lang, het verhaal is natuurlijk helemaal niet duidelijk. Ik vind het wel leuk een keer gezien te hebben, en we houden het toch nog een uur vol.

Daarna kunnen we ons in ons hotel nog even heerlijk opfrissen in de spa, en dan gaan we richting station, voor de nachttrein naar Malang (vertrek 23.59, aankomst 8.10 uur). In trein krijgen we zowaar een dekentje, en gaat het slapen me eigenlijk best goed af.
Bij aankomst in Malang nemen we een Becak naar een hotel dat we in de Lonely Planet gevonden hebben. Dat blijkt bij aankomst toch even een misstap van mijn anders zo betrouwbare bijbel, het hotel valt wat tegen. We nemen het toch, we zijn moe, en willen slapen. En dat doen we. Tegen half 1 gaan we Malang weer in, en stuiten op een heel schattig bakkerijtje, waar typisch Nederlandse witte bolletjes, broodjes hagelsslag, ontbijtkoek en meer verkocht wordt. Het is tevens een cafeetje, dus uiteraard gaan we daar lunchen. Daarna bekijken we een aantal Nederlands koloniale gebouwen (een bewaker in uniform laat ons vol trots een foto zien van een Nederlander die van 1919 tot 1929 burgemeester of iets dergelijks was), en gaan dan naar de Pasar Senggol, de vogeltjesmarkt. Een echte lokale beleving! Heel veel vogels en vissen (die al in zakjes klaarhangen om verkocht te worden!), maar ook slangen, reptielen, uilen en zelfs aapjes (heel zielig, ze zitten in veel te kleine kooitjes). Marianne Thieme heeft hier haar handen vol, denk ik.
Verder doen we weinig, we bekijken nog even de alun-alun, de plek waar het leven zich hier een beetje afspeelt, en gaan dan eten, in een restaurant wat hoort bij de 'keten' waar we ook in Jakarta gegeten hebben. Lekker, maar niet echt bijzonder.
Morgen gaan we naar Mount Bromo. Nou ja, morgen, dadelijk. We worden hier om half 1 bij het hotel opgehaald. Nu tijd om even te slapen, dus.

dinsdag 17 augustus 2010

Jakarta - Yogjakarta

(The Phoenix Hotel)

Maandagochtend stappen we in Jakarta op de trein voor een acht uur durende reis naar Yogjakarta. We zitten Executif en kunnen nog televisie kijken ook. Dat het een verborgen cameraprogramma uit de jaren '90 is, vergeten we dan maar even.
Acht uur later stappen we in Yogja uit de trein, en nemen een taxi naar The Phoenix Hotel. Het ziet er iets luxer uit dan we gedacht hadden, en kost ook iets meer dan de Lonely Planet zei, maar het is voor Nederlandse begrippen nog steeds heel goedkoop, en we besluiten om lekker luxe te doen en hier te blijven slapen. Nadat we met alle egards naar onze kamer begeleid zijn, frissen we ons om beurten op (in de badkamer met regendouche!) en gaan dan richting het centrum. We nemen een becak (fietstaxi) richting het paleis. Het is uiteraard al gesloten in de avond, maar we wilden het toch even zien. Er valt weinig te zien, het ligt achter een grote muur, dus we lopen van daar uit wat rond in het plaatsje. Het is enigszins 'verwestert', maar zeker nog charmant, en veel relaxter dan Jakarta. We eten in een heel lokaal tentje, maar het eten is er echt uitstekend (vergeet de rat die in een hoek achter de plantenbak verdwijnt...), en het kost niets. We zijn voor ons beiden iets meer dan een euro kwijt. Daarna lopen we nog wat rond bij de souvenirstalletjes en gaan dan weer terug naar het hotel.
Dinsdag 17 augustus vieren ze in Indonesie onafhankelijkheidsdag, en zijn alle musea en aanverwante bezienswaardigheden gesloten. We moeten het paleis van de sultan dus missen. Dan doen we maar rustig aan, we ontbijten in een koffietentje, waar ze Koffie verkeerd en bitterballen serveren. Pieter bestelt ze, maar ze smaken toch niet helemaal zoals de echte van Dobbe bitterballen! Na het ontbijt is het al half twee, en lopen we het centrum weer in. We gaan kijken wat er aan festiviteiten te doen is. Bij een overheidsgebouw is wat gaande, er staan heel veel mensen voor het hek en er is veel politie op de been, dus wij sluiten ons aan. Na een kwartiertje ofzo begint een fanfare te spelen, en voeren traditionele dansers een voorstelling op. Het zegt ons niet zoveel, en we kunnen het niet echt goed zien, dus lopen we na een klein half uurtje weer verder. Uiteindelijk zijn we ongeveer het hele stadje doorgelopen, en gaan we eten in een straatje dat er uitziet als een backpackersstraatje. Niet echt mijn ding, maar we zijn moe en hebben honger. Het eten is niet echt heel speciaal, en drie keer zo duur als gisteren. Maar goed. We laten ons door een becak weer afzetten op de Jalan Malioboro en lopen van daar weer terug naar het hotel.
Voor morgen staat de Borobudur op het programma, en daarna gaan we weer verder oostwaarts. So far, so good.

zondag 15 augustus 2010

Jakarta, Indonesie


Wat een lange reis! Op zaterdagochtend om half 10 laten we de Ignatiusstraat achter ons. Eerst de trein naar Venlo, dan naar Dusseldorf. Op het hauptbahnhof daar wordt omgeroepen dat er iemand op de rails loopt, uiteraard op het traject dat wij moeten hebben. Dan maar de taxi, voor een whopping EUR 20 voor een ritje van 10 minuten.
Het vliegtuig naar Dubai zit maar half vol, dus we hebben al ruimte. Na 6 uur komen we om 12 uur 's nachts (lokale tijd) in Dubai aan, waar het grote wachten begint. We vliegen pas weer om 4.15 uur. Eerst maar eens een kop koffie (van de Starbucks, dat dan weer wel). We bekijken de boeken (die ik natuurlijk allemaal wel zou willen kopen), maar we houden het snel voor gezien. Deze terminal is zo ontzettend druk en over the top, als dat een voorbode is voor de rest van Dubai....
Dan gaan we maar bij de gate zitten wachten, waar we ons vermaken met mijn netbook (gratis wifi!).
Uiteindelijk kunnen we gaan boarden voor de vlucht naar Jakarta, nog eens 8 uur vliegen, ditmaal in een overvol vliegtuig. Ik plak mijn 'do not disturb' sticker op mijn stoel, doe mijn oordoppen in en val direct in slaap. Als ik wakker wordt, hebben we nog ongeveer 1,5 uur te gaan en wordt net het ontbijt/lunch/diner geserveerd. Mooi.
Als we het vliegtuig uitstappen, voelt het meteen als Indonesie. Het vliegveld ziet er heel lokaal uit, en ruikt ook zo (lekker!). We kopen voor $25 een visa on arrival, en helpen met onze andere dollars twee meiden van een jaar of 20, die verwacht hadden dat bedrag daar wel te kunnen pinnen. Ze komen uit Zundert, en zijn ons erg dankbaar. Onze goede daad voor vandaag is weer gedaan.
Wij nemen een taxi naar ons hotel, waar we ons douchen en een afspraak maken met een jeugdvriend van Pieter. Die is over ongeveer een half uur hier, we gaan met hem eten.
Ben benieuwd of het eten hier net zo lekker is als in de rest van Azie.
(foto: Terminal in Dubai)