zaterdag 12 december 2009

Stappen en regen


Een avond stappen in Reykjavik blijkt een interessante aangelegenheid. We vermaken ons de hele avond met het bekijken van het zeer gevarieerde publiek dat de club aandoet. Van oudere mannen tot jonge voetballers, je vindt er vanalles, maar wel voornamelijk mannen. Het Bjork-gehalte is enorm hoog, de IJslandse mode is toch duidelijk anders dan in de rest van Europa.
Uitslapen is eenvoudig hier, het wordt pas rond kwart voor 11 licht, dus veel anders dan slapen op de zaterdagochtend kun je toch niet. Als we uit het raam kijken, blijkt het heel verrassend te regenen. We besluiten onze inkopen te doen, en haasten ons vervolgens naar de Kaffitar, de lokale Starbucks.
Oh ja, tussendoor zetten we nog even snel de kerk van Reykjavik op de foto. Je kunt 'm maar hebben.
IJsland: de Blue Lagoon, de geysers, de waterval, onze road trip, stappen in Austur... We hebben de prachtigste foto's gemaakt in heel bijzonder licht, als het al licht werd. Het was een bijzondere ervaring!

vrijdag 11 december 2009

Road trip


We zitten om half 9 klaar in de lobby van het hotel. We worden opgehaald door een jongen, die ons meeneemt naar het verhuurbedrijf. Hij blijkt uitsmijter te zijn in een populaire club in Reykjavik, waar ze op vrijdag en zaterdag in de rij staan om binnen te komen. Ik zou ik niet zijn om even te regelen dat wij dan natuurlijk vanavond wel even de rij mogen overslaan. Ja hoor, zegt hij, geen probleem, ik laat jullie wel binnen.

Bij het verhuurbedrijf aangekomen, merken we dat het toch wel erg hard waait. Misschien een beetje te hard om met een mini Hyundai de weg op te gaan. De jongens van het verhuurbedrijf vinden dat blijkbaar ook, want ze overleggen even in het IJslands met elkaar, en melden ons vervolgens dat ze ons een grotere auto mee gaan geven. Ze vinden twee van die chickies in zo'n kleine auto waarschijnlijk niet echt een goed idee. We krijgen een dikke Renault Megane onder de kont, en zo gaan we op weg, richting Borgarnes. We merken al gauw dat we met die Hyundai edcht van de weg geblazen zouden zijn, want er staat echt een straffe wind. Onderweg komen we langs een kerk, waar we even stoppen, omdat het hier in IJsland gebruikelijk is de graven op de kerkhoven rond kersttijd ook te versieren met lichtjes. Apart beeld. Helaas regent en waait het te hard, we worden letterlijk vooruit geblazen, en de foto's mislukken jammerlijk.

Na een dik uur en een paar kodak-momenten komen we in Borgarnes aan, voor IJslandse begrippen een redelijk grote plaats, voor Nederlandse begrippen een gat. Ook hier veel foto's. Na een kop koffie en een broodje gaan we weer onderweg, richting een behekst bos en een meer. Onderweg maken we nog meer fotostops, de lucht is hier prachtig, en als het licht is, dan zijn er veel verschillende kleuren blauw, waarbij je prachtige foto's maakt. We nemen foto's van het landschap, van paarden, van verlaten benzinestations, en allemaal zijn ze mooi. We nemen een zijweggetje richting Stafholt, wat een huis en een kerk blijkt te zijn. Uiteraard een fotokerk. De deur van de kerk is op slot, maar de sleutel zit erin, dus we stappen toch maar even binnen. Bizar, dat zou bij ons echt niet kunnen.

Als we weer instappen, begint het steeds harder te regenen, en besluiten we het bos en het meer te laten voor wat ze zijn. Het begrip bos moet hier in IJsland ook enigszins ruim geinterpreteerd worden, het zijn meer bosjes die hooguit tot de knie reiken. We nemen weer de 1 (snelweg, ook dat begrip neme men met een korrel zout) richting Reykjavik, door de tunnel Hvaltfjorour, een tunnel van 5,5 km. We rijden letterlijk door weer en wind terug. De rukwinden zijn af en toe zo sterk, dat we bijna van de weg afblazen. Rond een uur of half 5 (het is alweer donker) parkeren we de auto veilig achter het hotel.

Vanavond de club Austur maar eens gaan bekijken.

Gullfoss - Geysir


10 december 09

Na een onrustige nacht worden we rond half 8 wakker. Onze kamer ligt aan de voorkant, in de winkelstraat van Reykjavik. Ok, dat klinkt een stuk drukker dan het in werkelijkheid is, maar toch, door andere geluiden dan thuis is het slapen niet optimaal. De douche blijkt ontzettend naar zwavel te ruiken, dus urenlang uitgebreid douchen zit er niet in. Een klein uur later zitten we dus al aan het ontbijt (ook dat klinkt beter dan het in werkelijkheid is).

Aan de receptie boeken we een dagtour naar de geisers en de waterval gullfoss, en voor morgen een auto. De tour is om half 1, dus we hebben nog even de tijd om de stad wat te verkennen. Als we rond half 10 naar buiten stappen, is het nog pikdonker. Rare gewaarwording. Pas rond half 11 begint het enigszins licht te worden. Het licht blijkt echter uistekend voor foto's, en we schieten er dan ook lustig op los. Bij iedere foto worden we enthousiaster, en we vinden IJsland steeds leuker worden.

Rond een uur of twaalf drinken we in een klein en supergezellig koffietentje een enorme caffe latte, en gaan dan naar het hotel terug, waar we opgehaald worden voor de excursie.

We gaan eerst naar het pingevellir (deze p wordt uitgesproken als de Engelse th) national park, met het oudste bestaande parlement ter wereld. Als we de bus uitstappen, merken we dat we de stad uit zijn, en naar boven gereden zijn. Het is KOUD!!! Onze gids blijkt een enorme babbelkous, en blijft maar praten. Wij geloven het wel en nemen foto's. Het licht is te mooi om naar dit geleuter te blijven luisteren. Dan lopen we met de groep richting de plek waar het parlement vroeger zitting had. Dit blijkt niet meer te zijn dan een vlaggemast, maar de wandeling ernaar toe is de moeite waard. Dan steken wij als groep een rivier over (kraakhelder water!) en komt de gids ons aan de andere kant ophalen, voor een rit van ongeveer een uur richting de Gullfoss-waterval. Daar is de grond aangevroren en is het dus spekglad. We krijgen van onze gids een kwartier om te kijken en foto's te nemen. Dat blijkt voldoende. Dan gaan we snel op weg naar de geisers, om te profiteren van het laatste daglicht.

De geisers zijn geweldig. Je hoort het water onder het oppervlak overal borrelen, en om de zoveel tijd barst een geiser uit, en spuit het water metershoog omhoog. Uit de monden van de weinige aanwezigen klinkt dan in koor: Wooooh! Het is echt indrukwekkend.

Dan gaan we weer de bus in, terug naar Reykjavik, een ritje van een kleine twee uur. Het is inmiddels weer pikdonker (16.30 uur) en we hadden de stille hoop dat onze gids ons even wat rust zou gunnen, maar helaas. Hij blijft praten. En hij blijft praten. Over hoe de IJslanders ooit katholiek geworden zijn, over de uitspraak van de letters, over zijn dotteroperatie...... Eindelijk, ons hotel!

We zijn moe. We lopen naar een restaurant (Solon) in onze straat, eten daar een heerlijke Aziatische maaltijd en duiken daarna ons bedje in. Morgen weer vroeg dag, onze huurauto wordt morgen om 8.30 uur afgeleverd.

donderdag 10 december 2009

The Blue Lagoon


Na twee vluchten (Amsterdam - Kopenhagen, Kopenhagen - Reykjavik), komen we om half vier 's middags in regenachtig IJsland aan. We boeken op het vliegveld direct een bus die ons naar de Blue Lagoon zal brengen, en daarna naar ons hotel.

Als we de bus instappen, is het al donker, en de ontbrekende verlichting op straat, geeft het gevoel dat het al midden in de nacht is. Na ongeveer 20 minuten rijden komen we aan bij de Blue Lagoon, waar we onze koffer in een soort van hutje kunnen stallen. We halen onze bikini eruit en lopen het schaars verlichte pad naar de ingang op. Alles is hier donker, en bijgevolg mysterieus. In de Blue Lagoon huren we handdoeken en badjassen, kleden ons om en lopen naar het bad. Buiten! In de regen rennen we naar het water, en dompelen ons onder in het heerlijk warme, superzoute water.

Het is pas half 6, en we hebben alle tijd. We genieten van het water, de sauna, het stoombad. We nemen een gezichtsmasker van silicamodder, dat goed zou zijn tegen veroudering van de huid. Als we weer naar binnen gaan om ons te gaan douchen en aankleden, kijken we in de spiegel en hebben toch echt wel het idee dat het masker en de baden gewerkt hebben. Nee, we zien er niet meteen tien jaar jonger uit, maar we zijn wel ontspannen en onze huid voelt heerlijk zacht aan.

In de giftshop kijken we nog even of we een cremepje of maskertje kunnen aanschaffen. Veel te duur! Maar gelukkig kunnen ze wel getest worden, en als echte Hollanders smeren we ons dus daar maar in met het nachtserum van EUR 56.

In de bus naar Reykjavik valt het op dat er niemand op straat is. Buiten een paar auto's en onze bus, is het doodstil op straat. Het lijkt wel alsof er een avondklok geldt. Maar de stad is vrolijk verlicht, een zee van lichtjes, ieder huis heeft kerstlichtjes voor de ramen hangen. De andere mensen in de bus worden afgezet bij hotels die voor ons gevoel in the middle of nowhere liggen. Gelukkig ligt ons hotel in DE winkelstraat van Reykjavik. Na ingecheckt te hebben (hoera! Ze hebben internet), gaan we, moe en ontspannen, slapen.

donderdag 3 september 2009

Back in KL


Zei ik geen zon in Langkawi? I stand corrected, want als ik ' s ochtends wakker word, schijnt de zon volop, en dat blijft de hele dag zo. Eigenlijk doen we helemaal niks, alleen aan het zwembad liggen. Boekje lezen, muziek luisteren. Heerlijk. Beetje bij beetje begint mijn reis echt tot me door te dringen, en realiseer ik me dat ik weer een prachtreis gemaakt heb, en weer geweldige mensen heb leren kennen.
(Foto: Met Mun in Langkawi)

'S avonds gaan we naar de lokale bar, waar we samen met Deen wat drinken. Omdat het ramadan is, wordt er weinig gedronken, alleen door de toeristen die nog op het eiland zijn achtergebleven.

Vanochtend vloog Mun al vroeg weer naar KL (werk!), en ik neem s middags een vlucht. Ben nu ingecheckt in mijn laatste hotel voor deze reis. Ik heb nog twee dagen, en heb net met Mila gebeld, die me vertelt dat ik morgenavond van haar ben. Geen probleem, ik kijk ernaar uit haar weer te zien.

Nog twee dagen KL, met oude vrienden.


Het motoravontuur in Phnom Penh.

Darin vindt dat we een motor/brommer moeten huren in Phnom Penh, omdat het cool is, en omdat we dan tenminste voor even verlost zijn van het eeuwige: Tuktuk? Tuktuk?

Ik vind het wel een goed idee. Darin gaat het allemaal regelen, en zal me de volgende dag ophalen bij mijn hotel. Sure enough, de volgende dag staat Darin met helm en al aan de deur, gezicht op onweer. Hij is al aangehouden door de politie, die in Cambodja echt zo corrupt is als ik weet niet wat. Hij was aangehouden omdat hij geen rijbewijs had. Helaas was hij zo dom om zijn portemonnee open te doen om zijn autorijbewijs eruit te halen, dus meneer de agent had gezien hoeveel geld hij had. Dom, want hij kwam er niet onderuit $20 (!!!) te betalen. En dat is echt veel, gezien het gemiddelde maandsalaris in Cambodja $100 is.

Nou ja, we schrijven het toe aan leergeld (Darin betaalt veel leergeld in Cambodja) en gaan op weg. Na een tijdje rijden staat opeens de politie weer voor ons neus. Ik denk nog: Niet weer, en hoor Darin al zuchten. Darin is blijkbaar een eenrichtingsweg ingereden. In zijn beste Engrish legt hij uit dat hij vanmorgen al betaald heeft, maar daar heeft deze agent echt lak aan, en hij zet zijn meest boze gezicht op. Ik moet stiekem wel lachen, maar knijp 'm ook wel een beetje. We moeten deze man gewoon gaan omkopen, anders moeten we mee naar het bureau, en dan gaat het ons nog meer kosten. Heel omzichtig ga ik in mijn portemonnee op zoek, maar ik weiger deze man $20 te gaan betalen. Gelukkig heb ik ook nog $10, en daar doet hij het natuurlijk ook voor.

We mogen weer op weg.

Dure huur van de brommer, die zelf maar $12 voor een dag kostte.

Om me terug te betalen, koopt Darin later die middag trouwens wel heel lief een boek voor me van een overlevende van de Khmer Rouge, van een van de straatkinderen die boeken verkoopt.

Tot zover.


dinsdag 1 september 2009

Bye bye Cambodia, hello Malaysia

De laatste dag in Phnom Penh ga ik 's ochtends naar de Russian Market. Een redelijk groot overdekt complex met allemaal hele nauwe straatjes, waar ze alles verkopen wat je maar nodig zou kunnen hebben, maar vooral veel souvenirs. Ik wil nog wat Cambodjaanse dingen scoren voor ik weer verder ga. Na 10 minuten loopt het zweet me al in straaltjes over mijn rug, maar toch vind ik het leuk hier nog even te zijn. Ik scoor de souvenirs die ik in gedachten had en nog wat meer (rugzak wordt zwaar!) en loop dan terug. De tuktuks vliegen me weer om de oren, en op de hoek van mijn straat maak ik een afspraak met een driver om me om half 3 op te halen om me naar het vliegveld te brengen. Ben benieuwd.
Voor de lunch heb ik afgesproken met Bel, een Chinees/Australische, die hier sinds een paar maanden vast woont, maar hier al jaren komt. Het blijkt een ontzettend leuke meid (ik ben hier wel vreselijk verwend wat mensen betreft). We gaan naar Romcheng, een restaurant waar straatkinderen werken, zodat ze zich hebben op een (betere) toekomst. Daar wil ik best een paar dollar meer voor betalen. Het eten is er, hoe kan het ook anders, heerlijk. We kletsen alsof we elkaar al tijden kennen, en lopen dan samen terug naar mijn hotel. Daar drinken we nog wat, en dan is het voor mij toch echt tijd afscheid te nemen, zowel van Bel als van Cambodja. Wonder boven wonder staat de besproken tuktuk om half 3 braaf op me te wachten, en als ik instap, begint het te regenen. Passend afscheid. Mijn laatste rit in een tuktuk in een Cambodja. Aan de ene kant ben ik blij nu naar Maleisie te gaan, wat meer 'modernisatie' (wat dat dan ook moge zijn) en gemak, maar aan de andere kant ben ik toch wel wat gehecht geraakt aan Cambodja. Nou ja, wie weet, ooit......
Na een hobbelige tuktuk-rit en een hobbelige vlucht (regen en onweer!) land ik 's avonds in Kuala Lumpur. Wat een cultuurshock, ik moet even wennen.
In het centrum ontmoet ik Mun. Leuk om hem weer te zien na zoveel maanden. Het is onafhankelijkheidsdag in Maleisie, maar we houden het rustig, omdat het ramadan is, en er veel zaken gesloten zijn, of vroeg sluiten. Niet erg, we moeten toch vroeg op te vliegen.
In de ochtend regent het pijpestelen in KL, dus weer een vlucht in de regen.
Nu in Langkawi, droog, vochtig en warm, maar helaas geen zon. Volgens mij is de regen nu niet meer te ontsnappen. Nou ja, ons hotel heeft een zwembad, bubbelbad en spa, dus het gaat wel goedkomen.
Moet nu rennen, gaan naar een of andere pasar, en dat moet perse nu, in verband met ramadan en het breken van het vasten enzo.
Later meer over het motoravontuur met Darin in Phnom Penh.

zaterdag 29 augustus 2009

Phnom Penh


Vrijdagochtend is het dan toch echt zover. Na nog een supergezellige avond met de Finnen en slechts twee uur slapen ('We slapen wel in de bus'), moeten Lynda en ik dan toch echt afscheid van elkaar nemen. Bah, ik vind het helemaal niks. We hebben afgesproken heel casual afscheid te nemen, alsof we elkaar volgende week weer zullen zien, maar dat lukt niet echt. Ik sta met een brok in mijn keel, en al snel komen de tranen. Raar hoor, het klikte zo goed, het voelt alsof we elkaar al veel langer kennen. Als Lynda met de tuk-tuk is opgehaald, staan ook mijn bus voor het hotel. In de bus op weg naar de bus (daar zijn ze in Cambodja heel goed in, in bussen die je naar de bus brengen die je naar de bus zal brengen) laat ik nog een traantje, maar in de bus naar Phnom Penh dient mijn nieuwe reisgenoot zich al aan in de vorm van Darren, Amerikaan. We kletsen wat in de bus, en spreken af een tuk-tuk te delen in Phnom Penh. Mijn host woont boven een guesthouse, en Darren wil daar een kamer nemen. Zo gezegd, zo gedaan. Darren blijkt een ok gozer, en we gaan vrijdagmiddag samen op verkenning uit.

Phnom Penh voelt heeft een hele andere sfeer dan Siem Reap, en ik moet er even aan wennen. De sfeer is die van een grote stad, maar na een tijdje rondgedwaald te hebben, begint het gevoel te komen. We komen San Do tegen, de olifant die bij Wat Phrom werkt, en na een dag werken samen met zijn verzorger naar huis loopt. Blijkbaar zijn wij niet de enigen die dat interessant vinden, het hele verkeer loopt vast, en overal staan ouders met hun kinderen te kijken, en iedereen koopt wat fruit om aan de olifant te geven.

Na ons diner, weer Khmer, ik vind het echt heel lekker, spreken we af morgen weer samen door te brengen. Ik wil graag de killing fields zien, en Darren vindt het een goed idee. Ik ga naar mijn host, die al ligt te slapen, nestel me onder het muskietennet op het bed op het balkon, en val in slaap. 's Nachts word ik wakker van een enorme regenbui, die ver het balkon op blaast, en het voeteneind van het bed natmaakt. Tja, even uitzitten dus. Zodra het ophoudt met regenen, is het bed ook weer zo droog, en slaap ik verder.

's Morgens ga ik eerst naar mijn hotel, wat echt tot in de puntjes verzorgd is. Voor Cambodjaanse begrippen kost het een fortuin, maar een beetje verwennerij heb ik wel verdiend, vind ik.

Dan haal ik Darren op, en charteren we een tuk-tuk die ons naar de killing fields wil brengen. We zijn het onderhandelen wel een beetje zat. Wat zal ik blij zijn als ik volgende week op Schiphol aankom, en niemand me meer vraagt: Lady, tuk-tuk? Lady, where you go?

De killing fields maken ontzettend veel indruk. In het midden van de massagraven staat een toren van glas, met daarin de schedels van ongeveer 8000 van de 17.000 mensen die daar vermoord zijn, compleet met de berg kleren eronder. We zijn er allebei stil van. Ik wil de film nu ook zien. Hier in Cambodja verkopen ze op iedere straathoek gekopieerde boeken, waaronder een heleboel boeken over de Khmer Rouge, zowel informatief als literair. Ik wil er nu toch wel een kopen om er meer over te lezen.

donderdag 27 augustus 2009

Angkor What?


Na een avondje stappen in de temple club, organiseren we rond 1 uur ' s nachts een tuk-tuk driver die de energie kan opbrengen ons over een paar uur naar Angkor Wat te rijden voor de zonsopgang. We willen er om 5 uur zijn, dus spreken af dat we om half 5 opgehaald worden. Na 2,5 uur slaap staan Lynda en ik braaf in het pikkedonker om half 5 buiten, maar onze tuktuk-man is nergens te bekennen. Geen nood, er rijden er al genoeg rond, en al snel hebben we een andere gevonden. In het donker rijden we naar Angkor Wat, maar onderweg wordt al duidelijk dat we niet de enigen zijn die de zonsopgang willen zien. Bussen, fietsers, andere tuk-tuks, iedereen gaat op weg naar Angkor Wat.

Daar aangekomen voelt het als een soort cult ofzo, iedereen loopt met zaklampen het pad naar Angkor Wat af, en gaat daar aangekomen op zoek naar een goede plek. Overal zie je camera's, van mobiele telefoons tot de meest professionele spiegelreflexcamera's, compleet met statief.

Heel langzaam wordt het licht, en onthult Angkor Wat zich langzaam. Helaas is het te bewolkt om de zon te zien, maar de weerspiegeling van de tempel in het water ervoor is de moeite meer dan waard.

Zonsopgang bij Angkor Wat is een magische ervaring!
PS. Had ik al gezegd dat de Khmer-keuken echt prima is?

woensdag 26 augustus 2009

I love Cambodia


Cambodja is echt geweldig! Natuurlijk gaan we Angkor bekijken. We besluiten een pas voor 3 dagen te kopen, dat is even duur als 2x 1 dag. We gaan waarschijnlijk maar 2 dagen, maar goed, je bent Nederlands of niet. We gaan nog niet naar Angkor Wat, we bewaren het beste tot het laatst. We regelen een tuk-tuk driver die ons de hele dag rondrijdt, en overal keurig netjes op ons wacht. De tempels zijn prachtig, maar de trip door de jungle is de tuk-tuk is minstens zo mooi. Tot nu toe kan ik nog niet echt woorden bedenken die kunnen beschrijven hoe mooi het is. En alle foto's die ik neem, zijn slechts een slap aftreksel van the real thing.

We brengen de hele dag door in de tuk-tuk en bij de verschillende tempels. Aan het eind van de middag zijn we eigenlijk wel een beetje tempelmoe, en gelukkig is voor vandaag de laatste tempel aan de beurt, Pre Rup, waar we de zonsondergang gaan zien, die daar blijkbaar spectaculair is. We zijn niet de enigen, er zitten zo'n 60 a 70 mensen te wachten tot de zon ondergaat. Hmm, spectaculair is wat mij betreft teveel gezegd, het is 'gewoon' een zonsondergang, hoewel ik me terdege besef dat ik een bevoorrecht mens ben, het is wel een zonsondergang in Angkor.


27 augustus

Na een avond gezelligheid met Jake (die we ontmoetten in de bus van BKK naar Siem Reap) en twee Finnen uit zijn guesthouse, besluiten we vandaag dat we Angkor Wat morgen gaan zien, en dat we vandaag de floating village gaan zien. Een tuk-tuk driver wil ons voor $5 wel een retourtje bieden. Bij de rivier aangekomen betalen we voor een boot, die ons door het drijvende dorp rijdt. Het is echt een heel dorp! Ze hebben er winkels, een politiebureau, een restaurant en een school. We bezoeken de school, waar we, onder lichte dwang wat potloden aan de juffrouw geven (die we voor veel te veel geld in de lokale winkel kunnen kopen). Over afzetten gesproken :-)

Als we vervolgens naar de rivier varen, komen er opeens van alle kanten bedelaars aangeroeid. Alsof we daar piraten aangevallen worden. Gelukkig waren we voorbereid, en hadden we een hele zak snoep bij ons (vooral de kinderen bedelen hier). Daarna varen we snel weer weg, we voelen ons omsingeld.

In de middag lopen we Siem Reap uit, om een beetje meer het gevoel van het land te krijgen. Siem Reap is heel lokaal, maar toch erg toeristisch, getuige Pub Street.

Zodra we het stadje een beetje uit zijn, verandert de sfeer meteen. De kinderen bedelen niet meer, ze willen alleen met je praten, voor je dansen of naar je zwaaien. De prijzen (die toch al ontzettend laag zijn) dalen direct met 70%. We wandelen langs een klooster met monniken, waar we ook nog even foto's mogen maken.

Nu zitten we lekker in de airconditioning op de kamer (tussen de gekko's, die we liever kwijt dan rijk zijn!). We gaan zometeen eten en vervolgens een documentaire bekijken over het Khmer regime hier in Cambodja.


So far, so good. I love Cambodia!

maandag 24 augustus 2009

Het doorstaan van de afzetpraktijken voor het Cambodjaanse visum

(Foto: Wachten op het visum bij de Cambodjaanse grens)

Lynda en ik staan al om 6.15 uur op Khao San Road, om om half 8 de bus naar Siem Reap, Cambodja te nemen. Geen spitsuur om 6 uur in Bangkok dus. Uiteindelijk komt de chauffeur van de bus om 8 uur aansjouwen, en begint meteen over het visum. ´You have to get visum here, is cheaper, is faster.´ Wij vertellen hem dat we dat visum toch echt aan de Cambodjaanse grens gaan halen. Ok, zegt hij. Vijf minuten later wil hij dat we onze naam en paspoortnummer op een lijst zetten, omdat we ons visum pas bij de grens kopen. Dat moet, zegt hij, dan gaat het sneller. Mwha, laat maar. Dan wordt hij een beetje kribbig, omdat hij bij ons dus niet echt veel kan vangen (hij vraagt het dubbele van de prijs aan de grens). Goed, dan probeert hij het in de bus nog maar een keer. Of we ons paspoort aan hem willen geven, dat scheelt echt veel wachttijd, soms kan het aan de grens wel drie dagen duren. Nee echt, we doen het aan de grens.

Vlak voor we Cambodja inrijden, stopt de bus ergens voor een lunch, en dan is het de taak aan de Cambodjanen te proberen ons om te kopen, en ons voor 1200 baht een visum te laten aanschaffen. Same, same. Dus nee, we houden voet bij stuk. Inmiddels hebben alle anderen (op 2 Amerikanen na) een visum gekocht. Dan rijden we naar de border market, en lopen we naar de grens. Eerst Thailand uit, vervolgens oversteken, en dan een Cambodjaans visum aanvragen. Meer formulieren om in te vullen, aan een tafel bij een overheidsofficial. Die vervolgens je pasfoto in je paspoort niet en ijskoud om 1000 baht vraagt. Lynda en ik trekken nogal hardhandig ons paspoort uit zijn hand, en lopen naar het venstertje waar het gewilde object aangevraagd kan worden. Erboven staat: Tourist visa $20. Maar natuurlijk moet ook hier wat omgekocht worden. We hebben van Jesse (onze Amerikaanse busgenoot) al gehoord dat het helpt om de mannen daar een dollar of 2 toe te schuiven, maar vooral ook niet meer. Dat is precies wat we doen. We mogen op de stoeltjes plaatsnemen, en 10 minuten later hebben we een visum in ons paspoort. We zijn stiekem best trots op onszelf, dat we ons niet hebben laten verleiden tot het inleveren van wat bahts hier en daar!

Dan steken we over, en krijgen we het stempel, en mogen we Cambodja in. Het regent inmiddels pijpestelen, en met bus nummer 3 worden we naar bus nummer 4 gebracht, die ons naar bus nummer 5 zal brengen. Deze bus rijdt ons uiteindelijk naar Siem Reap. Dat is nog zo'n 3 uur rijden, en tegen de avond zijn we er dan. De eerste indruk van Siem Reap en Cambodja is heel goed. Siem Reap is romantisch, met overal motors en tuktuks op straat, en iedereen die ogenschijnlijk ongeregeld oversteekt en rijdt. De lichtjes die overal aangaan omlijsten het geheel, en de ontzettend vriendelijke en behulpzame Cambodjanen zijn de kers op de taart. Onze buschauffeur belt voor ons met ons hotel, en 10 minuten later staat er een tuktuk klaar om ons naar ons hotel te brengen.

Ons hotel is echt prachtig! Smaakvol ingerichte kamer, koelkast, televisie met dvd-speler, en de dvd's zijn in de lobby te leen.

We gaan ondanks de regen nog even het stadje in, om te eten, en heel even snel de markt te verkennen. We kunnen voor $3 direct een Lonely Planet scoren, en strijken vervolgens neer in een Frans/Aziatisch restaurant, waar we voor nog geen $15 heel smaakvol eten.

Na het eten gaan we terug naar ons hotel, waar we maar meteen gebruik maken van de dvd-service, en waar we nu Vicky, Christina, Barcelona gaan kijken.

zaterdag 22 augustus 2009

Wat Pho


(Foto: Buddha's bij Wat Pho)
Bangkok begint al als ´thuis´ te voelen. Ik ken de stations van de skytrain, weet welke uitgang ik waar moet nemen om te komen waar ik zijn wil, en mijn fijne hotelkamertje is een prettig onderkomen na een hete dag in de stad.

Vandaag toch maar het Grand Palace en Wat Pho gaan zien, alhoewel ik wel een beetje tempelmoe ben inmiddels. Maar volgens de kenners moet je toch echt de reclining Buddha gezien hebben bij Wat Pho, dus vooruit dan maar.... Ik besluit te wandelen vanaf National Stadium, zodat ik nog wat van de stad zie. Verdwalen is er vandaag niet bij, ik loop zowaar in een keer helemaal goed. So much for getting lost in Bangkok.

Ik geef toe, Wat Pho is mooi en de moeite waard, maar het Grand Palace laat ik toch maar even aan me voorbij gaan, alhoewel verschillende tuktuk drivers hun uiterste best doen me zover te krijgen er heen te gaan, in hun tuktuk uiteraard. Ook de overbekende scam dat het Grand Palace/Wat Pho vandaag gesloten is, wordt nog geprobeerd (dit is een truc om je geld afhandig te maken, door je mee te nemen naar een andere plek, die dan een sieradenwinkel blijkt). Door schade en schande wijs geworden, reageer ik uit voorzorg maar gewoon helemaal nergens op!
Het lijkt wel alsof het vandaag nog heter is dan andere dagen, dus ik vlucht op de terugweg even snel het MBK Shopping Centre in, kan ik even bijkomen in de airco.

Nu even lekker hangen op mijn kamer, en over een uurtje ga ik Lynda ontmoeten, mijn reisgenoot voor de komende paar dagen. Ben benieuwd!

donderdag 20 augustus 2009

De olifant

Dus dat!


Bangkok en Khao Yai


18 augustus
(Foto: bloemenmarkt)
Vandaag proberen we alle resterende transportmiddelen uit. Blijkbaar probeert de gemiddelde Thai zo min mogelijk te lopen, en doet dat door gebruik te maken van de metro, de skytrain, de bus, de tuktuk, een lokale bus (een soort van pick-uptruck waar je achter instapt, en bij aankomst op de bestemming wat geld door het open raam aan de bestuurder geeft), de taxi, de boot en de motortaxi. De bus, skytrain, tuktuk en taxi had ik al van het lijstje gekruist, en vandaag is de rest (behalve de pick-upbus) aan de beurt. We maken met een groep couchsurfers een tocht over het kanaal met een boot. Helaas valt er weinig te zien, omdat het water zo hoog opspat, dat er een scherm omhoog getrokken wordt om niet nat te worden. De boot brengt ons naar Chinatown, waar de groep een beetje uiteenvalt, en Paola, Drink en ik gedrieeen Chinatown en Little India verkennen. In de regen. Het regent hier bijna iedere dag, meestal in de middag, en meestal maar een uurtje of 2. We laten ons dus niet kisten, kopen een paraplu en gaan vrolijk verder. Naar goed Bangkokiaans gebruik verdwalen we als we op zoek gaan naar een pier, maar komen terecht op de bloemenmarkt, dus geen man overboord! Aan het eind van de markt staat een food stall waar het eten zo ontzettend lekker ruikt, dat we besluiten hier ons avondeten te kopen.We kiezen een aantal gerechten die we in zakjes (die strak staan van de lucht) meenemen, om er later thuis rijst bij te eten.Take-out food Thai style! We vinden de pier, nemen de boot die ons langs het Grand Palace voert (hebben we het toch nog gezien!) en gaan vervolgens met de metro naar Drink's appartement. Het is spitsuur, dus opeens is de airco in de metro geen overbodige luxe.
De befaamde mondkapjes zijn hier in het straatbeeld een heel normaal gezicht, de meesten dragen ze zelfs van stof, met een printje dat bij hun kleding past (of waartoe een poging in die richting gedaan is). Vooral in de metro en andere openbaar vervoersmiddelen zijn ze hier bang de befaamde griep te pakken te krijgen. Bij iedere uitgang van de metro/skytrain staat een pot met hygienische handgel, en een briefje erbij; handen wassen voor je eigen veiligheid.
Als we de metro uitstappen, staat er in de soi (een zijstraat van een hoofdstraat) een rijtje mensen midden op straat. De rij voor de motortaxi, zo blijkt. Deze brengt mensen voor 10 baht (20 cent) van het metrostation naar huis. Je stapt achterop, zegt half in het oor van de chauffeur waar je heen gaat, en zoef..... daar ga je! Ook hier is een death wish geen overbodige luxe, want de bestuurders houden niet van half werk, en scheuren met een noodgang naar de plaats van bestemming. Wel handig, want het was na een hele dag sjouwen best ver lopen geweest. Bij Drink eten we de overheerlijke curry's die we gekocht hebben koud, in de gemeenschappelijke ruimte bij het zwembad.
Goed eten, goed gezelschap, hele goede avond! Aan het eind van de avond nemen Paola en ik afscheid van Drink, en nemen samen een taxi, die mij bij de skytrain afzet, en Paola naarKhao San Road brengt. In de taxi nemen Paola en ik afscheid van elkaar, en beloven elkaar snel weer te zien. Ergens vind ik het jammer dat we nu al afscheid moeten nemen, maar ben wel blij met de twee geweldige dagen die we samen hebben doorgebracht.



19 augustus
In de ochtend worstel ik me weer door het spitsuur in de skytrain heen, op weg naar Mo Chit busterminal, waar ik de bus richting Pak Chong zoek. Dat is een bijna onmogelijke opgave! Een grote hal, allemaal kleine toonbankjes met lichtbakken met de bestemmingen daarboven. Heel handig, ware het niet dat mijn Thais nog niet zo ver reikt. Na een aantal keer vragen lukt het me de juiste verkoper te vinden (er zitten er minstens 70) en loop ik met mijn kaartje in de hand naar de bus. Soepele rit. 2,5 uur later sta ik in Pak Chong, waar ik door een taxi naar de Lodge in Khao Yai gebracht wordt die ik geboekt heb. Wat een oase van rust hier. Je hoort alleen maar sjirpende (hoe spel je dat in godsnaam?) insecten en vogels, en verder helemaal niets. De lodge blijkt een zo mogelijk nog grotere oase van rust, en bij het zien van het heerlijke zwembad en het aangename terras, besluit ik spontaan om vandaag helemaal niks te doen. En dat doe ik dan ook (bijna) niet. Het plan is morgen een tour door het park te maken op de rug van een olifant. We zullen zien.

maandag 17 augustus 2009

Bangkok

(Foto: Edith en Paola in Bangkok)
Mijn vlucht naar Bangkok verloopt zeer voorspoedig. Ik vertel de dame die naast me zit dat ik 1 keer naar het toilet zal gaan, en vervolgens mijn oordoppen in zal doen en zal gaan slapen. En wonderwel, zo geschiedt.
De aankomst in Bangkok is als het binnenlopen van een sauna: HEET! Na wat gerommel met de taxichauffeur die niet weet waar het adres is waar ik heen wil (wat is dat toch met Aziatische taxichauffeurs?) kom ik uiteindelijk toch redelijk snel op de plaats van bestemming aan; het huis van Talisa, mijn host (voor de CS'ers onder u). Ik word heel hartelijk ontvangen door Talisa en haar moeder. Helaas heeft Talisa geen tijd om iets te gaan ondernemen, maar gelukkig heb ik ook een afspraak. Vieldhie uit Indonesie, ontmoet in Kuala Lumpur, is ook ter plaatse. We spreken af elkaar te ontmoeten in het MBK Shopping Centre, bij de Mc Donalds (Je moet toch wat als je allebei nog nooit eerder in Bangkok geweest bent, en de gele bogen vind je nu eenmaal overal). Vieldhie is met een vriend daar, en gedrieen vertrekken we richting Chatuchak weekend market (ook bekend als JJ market). Het is er gelukkig niet al te druk, maar des te heter. We kijken er een uurtje of wat rond, maar eigenlijk willen we maar 1 dingewater, en veel! We zijn dus iets te lamgeslagen om te shoppen, alhoewel Vieldhie en ik een aardige poging wagen.

We zoeken snel de verkoeling van de airconditioned Skytrain weer op (die na een paar stations overigens op een vrieskist begint te lijken, waardoor je opeens weer heel snel naar buiten wilt), en we begeven ons naar Suan Lum Night Bazaar. Dat ligt er wat verlaten bij, maar als we een hoek omdraaien, ligt daar opeens een ontzettend gezellig straatje, vol met restaurants en lichtjes en de heerlijkste geuren. Net Bali, volgens mijn Indonesische vrienden. De groene Thaise curry lonkt en we strijken neer op een terrasje. Geen zuchtje wind te bekennen, dus nog steeds niet bewegen. We laten ons de curry en de rijst (die wordt opgediend in een opengesneden ananas) heerlijk smaken.

Na het eten willen we nog wat ondernemen, en nemen de taxi (airco, hoera!) naar Patpong night market. Heel veel fake spul, en heel veel ' Miss, miss, look, look". Ok, even omschakelen en dan kan ik gaan. Ik koop een paar oorbellen waar Vieldhie en ik flink op afdingen. In deze straat zijn de beroemde/beruchte Thaise transsexuelen goed vertegenwoordigd. Onze mannelijke reisgenoot wordt van alle kanten aangesproken door mannen die hem de bar in willen lokken waar de 'dames' op de bar dansen. Nou nee, bedankt.
We nemen de Skytrain om naar huis te gaan, en in de trein nemen we afscheid, met de belofte dat we elkaar in onze respectievelijke landen zullen komen opzoeken.
Ik moet nog een hele reis ondernemen naar het huis van Talisa, dat echt ver buiten ' the hustle and bustle ligt'. Als ik in de taxi aan de zoveelste chauffeur in gebrekkig Engels (Engrish) moet uitleggen waar ik heen moet, besluit ik dat ik voor morgen ga verkassen naar mijn hotel. Couchsurfen is leuk, maar het moet ook wel leuk blijven. Nadat ik bij Talisa voor de deur nog een kwartier nodig heb om ze te laten weten dat ik voor de deur sta, staat mijn besluit vast. Talisa heeft er vrede mee, ze is eigenlijk toch te druk.


17 aug.
In de ochtend neem ik afscheid van Talisa en haar moeder, om nog eenmaal de reis richting centrum te ondernemen. Met taxi en skytrain kom ik om 10 uur bij mijn hotel aan, waar mijn kamer zowaar al klaar is. Een medewerkster van het hotel laat me mijn kamer zien, en ik ben zeer blij verrast. Wat een prachtige kamer! Hier kan ik wel een weekje mijn thuis van maken. De kamer, Thais ingericht, beschikt over een joekel van een koelkast, wifi internettoegang en een balkon met prachtig uitzicht. Lang de tijd om ervan te genieten heb ik niet, want ik heb om half 11 op Siam station afgesproken met Paola, mijn reisgenote voor vandaag. Al na een half uur blijkt dat wij dezelfde ideeen over reizen en het zien van een stad hebben, en dus de dag kan weer beginnen. We gaan naar Chinatown. Dat is dan dus die kant op, ik weet het zeker. Ja, ik weet het ook zeker. Al kletsend gaan we op weg. Als we na een tijdje eens op de kaart gaan zoeken waar we eigenlijk precies zijn, komen we er al draaiend met de kaart achter dat we precies in tegengestelde richting van Chinatown aan het lopen zijn. Hmmm, zou het dan toch waar zijn, dat van die vrouwen en dat kaartlezen? Maar goed, geen man overboord, we zijn nu in Sukhumvit, dus dan gaan we hier toch iets doen? We slaan er de Lonely Planet op na, en volgens hen is Khlong Toey markt een pareltje, weinig toeristen, but a photographer's dream. Klinkt goed. Dus we gaan op weg. Onderweg komen we langs een massagesalon, waar ze een fish massage aanbieden voor 150 baht (3 euro) voor een kwartier. We kijken elkaar aan: Wanna try? Yes, let's. Even later zitten we allebei met onze voeten in een bak water, en worden deze aangevallen door allemaal kleine visjes. Het kietelt enorm. Ik moet aan Marit denken, die zou dit prachtig gevonden hebben, mama die aan haar voeten gekieteld wordt. Volgens de folder eten deze vissen de dode huidcellen van je voeten, en worden ze zo smooth als baby skin. Na het kwartier voelen onze voeten in ieder geval heel schoon aan, en ja, ook wel een beetje zachter. We kunnen er weer tegen. Op naar de markt. Het regent als we daar aankomen, maar dat maakt de drukte er niet minder om. Lonely Planet heeft gelijk, geen toeristen, en a photographer's dream. Thailand is inderdaad the land of smiles, iedereen lacht ons vriendelijk toe en wij lachen vriendelijk terug. Hier en daar worden we zelfs op de foto gezet. Toch nog een beetje beroemd.
We ontdekken vruchten en groenten waarvan we het bestaan niet wisten, en ik laat Paola de beruchte durian proeven. Ze neemt heel dapper een hapje, en zegt dat het wel meevalt, maar dat ze het niet snel nog eens zal eten. Italiaans eufemisme voor niet te vreten, lijkt me!
Paola blijkt mijn gelijke wat betreft doorgaan; we lopen, lopen, lopen. Van de markt lopen we naar Chinatown (nu wel), maar als we ergens vlak voor Chinatown op een bankje uit zitten te rusten, besluiten we een tuktuk aan te houden om ons het resterende stuk te brengen. Wat een uitkomst, die tuktuk. Je moet een beetje een death wish hebben, want ze razen overal doorheen (en hard!), maar je bent er wel snel (en droog!).

Chinatown valt een beetje tegen, maar we zetten dapper door. Nog een steegje, nog een hoekje om, tot we ergens in het hart van Chinatown zijn, waar de straatjes zo mogelijk nog smaller zijn dan de hutongs in Beijing. Als we weer op een grotere straat zijn aangekomen, besluiten we weer een tuktuk te nemen naar Khao San road, om daar te gaan eten. Khao San road is backpackers heaven, dus niet echt mijn ding. We wandelen wat rond, zien toeristen uit alle werelddelen voorbij schuiven, en strijken uiteindelijk op een terrasje voor een restaurant in Rambuttri road neer. Hier eten we rode curry met rijst en curry soep, wederom heerlijk.

Nadat we afgesproken hebben morgen mee te gaan met de tour die door een CS'er georganiseerd wordt, nemen we afscheid, en spring ik een taxi in, die me voor 1,5 euro ongeveer 10 km verderop afzet bij het dichtstbijzijnde skytrain station, waarna ik het resterende deel van mijn reis vervolg met de trein. Moe maar voldaan kom ik in mijn hotel aan. Bangkok is growing on me!