zaterdag 29 augustus 2009

Phnom Penh


Vrijdagochtend is het dan toch echt zover. Na nog een supergezellige avond met de Finnen en slechts twee uur slapen ('We slapen wel in de bus'), moeten Lynda en ik dan toch echt afscheid van elkaar nemen. Bah, ik vind het helemaal niks. We hebben afgesproken heel casual afscheid te nemen, alsof we elkaar volgende week weer zullen zien, maar dat lukt niet echt. Ik sta met een brok in mijn keel, en al snel komen de tranen. Raar hoor, het klikte zo goed, het voelt alsof we elkaar al veel langer kennen. Als Lynda met de tuk-tuk is opgehaald, staan ook mijn bus voor het hotel. In de bus op weg naar de bus (daar zijn ze in Cambodja heel goed in, in bussen die je naar de bus brengen die je naar de bus zal brengen) laat ik nog een traantje, maar in de bus naar Phnom Penh dient mijn nieuwe reisgenoot zich al aan in de vorm van Darren, Amerikaan. We kletsen wat in de bus, en spreken af een tuk-tuk te delen in Phnom Penh. Mijn host woont boven een guesthouse, en Darren wil daar een kamer nemen. Zo gezegd, zo gedaan. Darren blijkt een ok gozer, en we gaan vrijdagmiddag samen op verkenning uit.

Phnom Penh voelt heeft een hele andere sfeer dan Siem Reap, en ik moet er even aan wennen. De sfeer is die van een grote stad, maar na een tijdje rondgedwaald te hebben, begint het gevoel te komen. We komen San Do tegen, de olifant die bij Wat Phrom werkt, en na een dag werken samen met zijn verzorger naar huis loopt. Blijkbaar zijn wij niet de enigen die dat interessant vinden, het hele verkeer loopt vast, en overal staan ouders met hun kinderen te kijken, en iedereen koopt wat fruit om aan de olifant te geven.

Na ons diner, weer Khmer, ik vind het echt heel lekker, spreken we af morgen weer samen door te brengen. Ik wil graag de killing fields zien, en Darren vindt het een goed idee. Ik ga naar mijn host, die al ligt te slapen, nestel me onder het muskietennet op het bed op het balkon, en val in slaap. 's Nachts word ik wakker van een enorme regenbui, die ver het balkon op blaast, en het voeteneind van het bed natmaakt. Tja, even uitzitten dus. Zodra het ophoudt met regenen, is het bed ook weer zo droog, en slaap ik verder.

's Morgens ga ik eerst naar mijn hotel, wat echt tot in de puntjes verzorgd is. Voor Cambodjaanse begrippen kost het een fortuin, maar een beetje verwennerij heb ik wel verdiend, vind ik.

Dan haal ik Darren op, en charteren we een tuk-tuk die ons naar de killing fields wil brengen. We zijn het onderhandelen wel een beetje zat. Wat zal ik blij zijn als ik volgende week op Schiphol aankom, en niemand me meer vraagt: Lady, tuk-tuk? Lady, where you go?

De killing fields maken ontzettend veel indruk. In het midden van de massagraven staat een toren van glas, met daarin de schedels van ongeveer 8000 van de 17.000 mensen die daar vermoord zijn, compleet met de berg kleren eronder. We zijn er allebei stil van. Ik wil de film nu ook zien. Hier in Cambodja verkopen ze op iedere straathoek gekopieerde boeken, waaronder een heleboel boeken over de Khmer Rouge, zowel informatief als literair. Ik wil er nu toch wel een kopen om er meer over te lezen.

donderdag 27 augustus 2009

Angkor What?


Na een avondje stappen in de temple club, organiseren we rond 1 uur ' s nachts een tuk-tuk driver die de energie kan opbrengen ons over een paar uur naar Angkor Wat te rijden voor de zonsopgang. We willen er om 5 uur zijn, dus spreken af dat we om half 5 opgehaald worden. Na 2,5 uur slaap staan Lynda en ik braaf in het pikkedonker om half 5 buiten, maar onze tuktuk-man is nergens te bekennen. Geen nood, er rijden er al genoeg rond, en al snel hebben we een andere gevonden. In het donker rijden we naar Angkor Wat, maar onderweg wordt al duidelijk dat we niet de enigen zijn die de zonsopgang willen zien. Bussen, fietsers, andere tuk-tuks, iedereen gaat op weg naar Angkor Wat.

Daar aangekomen voelt het als een soort cult ofzo, iedereen loopt met zaklampen het pad naar Angkor Wat af, en gaat daar aangekomen op zoek naar een goede plek. Overal zie je camera's, van mobiele telefoons tot de meest professionele spiegelreflexcamera's, compleet met statief.

Heel langzaam wordt het licht, en onthult Angkor Wat zich langzaam. Helaas is het te bewolkt om de zon te zien, maar de weerspiegeling van de tempel in het water ervoor is de moeite meer dan waard.

Zonsopgang bij Angkor Wat is een magische ervaring!
PS. Had ik al gezegd dat de Khmer-keuken echt prima is?

woensdag 26 augustus 2009

I love Cambodia


Cambodja is echt geweldig! Natuurlijk gaan we Angkor bekijken. We besluiten een pas voor 3 dagen te kopen, dat is even duur als 2x 1 dag. We gaan waarschijnlijk maar 2 dagen, maar goed, je bent Nederlands of niet. We gaan nog niet naar Angkor Wat, we bewaren het beste tot het laatst. We regelen een tuk-tuk driver die ons de hele dag rondrijdt, en overal keurig netjes op ons wacht. De tempels zijn prachtig, maar de trip door de jungle is de tuk-tuk is minstens zo mooi. Tot nu toe kan ik nog niet echt woorden bedenken die kunnen beschrijven hoe mooi het is. En alle foto's die ik neem, zijn slechts een slap aftreksel van the real thing.

We brengen de hele dag door in de tuk-tuk en bij de verschillende tempels. Aan het eind van de middag zijn we eigenlijk wel een beetje tempelmoe, en gelukkig is voor vandaag de laatste tempel aan de beurt, Pre Rup, waar we de zonsondergang gaan zien, die daar blijkbaar spectaculair is. We zijn niet de enigen, er zitten zo'n 60 a 70 mensen te wachten tot de zon ondergaat. Hmm, spectaculair is wat mij betreft teveel gezegd, het is 'gewoon' een zonsondergang, hoewel ik me terdege besef dat ik een bevoorrecht mens ben, het is wel een zonsondergang in Angkor.


27 augustus

Na een avond gezelligheid met Jake (die we ontmoetten in de bus van BKK naar Siem Reap) en twee Finnen uit zijn guesthouse, besluiten we vandaag dat we Angkor Wat morgen gaan zien, en dat we vandaag de floating village gaan zien. Een tuk-tuk driver wil ons voor $5 wel een retourtje bieden. Bij de rivier aangekomen betalen we voor een boot, die ons door het drijvende dorp rijdt. Het is echt een heel dorp! Ze hebben er winkels, een politiebureau, een restaurant en een school. We bezoeken de school, waar we, onder lichte dwang wat potloden aan de juffrouw geven (die we voor veel te veel geld in de lokale winkel kunnen kopen). Over afzetten gesproken :-)

Als we vervolgens naar de rivier varen, komen er opeens van alle kanten bedelaars aangeroeid. Alsof we daar piraten aangevallen worden. Gelukkig waren we voorbereid, en hadden we een hele zak snoep bij ons (vooral de kinderen bedelen hier). Daarna varen we snel weer weg, we voelen ons omsingeld.

In de middag lopen we Siem Reap uit, om een beetje meer het gevoel van het land te krijgen. Siem Reap is heel lokaal, maar toch erg toeristisch, getuige Pub Street.

Zodra we het stadje een beetje uit zijn, verandert de sfeer meteen. De kinderen bedelen niet meer, ze willen alleen met je praten, voor je dansen of naar je zwaaien. De prijzen (die toch al ontzettend laag zijn) dalen direct met 70%. We wandelen langs een klooster met monniken, waar we ook nog even foto's mogen maken.

Nu zitten we lekker in de airconditioning op de kamer (tussen de gekko's, die we liever kwijt dan rijk zijn!). We gaan zometeen eten en vervolgens een documentaire bekijken over het Khmer regime hier in Cambodja.


So far, so good. I love Cambodia!

maandag 24 augustus 2009

Het doorstaan van de afzetpraktijken voor het Cambodjaanse visum

(Foto: Wachten op het visum bij de Cambodjaanse grens)

Lynda en ik staan al om 6.15 uur op Khao San Road, om om half 8 de bus naar Siem Reap, Cambodja te nemen. Geen spitsuur om 6 uur in Bangkok dus. Uiteindelijk komt de chauffeur van de bus om 8 uur aansjouwen, en begint meteen over het visum. ´You have to get visum here, is cheaper, is faster.´ Wij vertellen hem dat we dat visum toch echt aan de Cambodjaanse grens gaan halen. Ok, zegt hij. Vijf minuten later wil hij dat we onze naam en paspoortnummer op een lijst zetten, omdat we ons visum pas bij de grens kopen. Dat moet, zegt hij, dan gaat het sneller. Mwha, laat maar. Dan wordt hij een beetje kribbig, omdat hij bij ons dus niet echt veel kan vangen (hij vraagt het dubbele van de prijs aan de grens). Goed, dan probeert hij het in de bus nog maar een keer. Of we ons paspoort aan hem willen geven, dat scheelt echt veel wachttijd, soms kan het aan de grens wel drie dagen duren. Nee echt, we doen het aan de grens.

Vlak voor we Cambodja inrijden, stopt de bus ergens voor een lunch, en dan is het de taak aan de Cambodjanen te proberen ons om te kopen, en ons voor 1200 baht een visum te laten aanschaffen. Same, same. Dus nee, we houden voet bij stuk. Inmiddels hebben alle anderen (op 2 Amerikanen na) een visum gekocht. Dan rijden we naar de border market, en lopen we naar de grens. Eerst Thailand uit, vervolgens oversteken, en dan een Cambodjaans visum aanvragen. Meer formulieren om in te vullen, aan een tafel bij een overheidsofficial. Die vervolgens je pasfoto in je paspoort niet en ijskoud om 1000 baht vraagt. Lynda en ik trekken nogal hardhandig ons paspoort uit zijn hand, en lopen naar het venstertje waar het gewilde object aangevraagd kan worden. Erboven staat: Tourist visa $20. Maar natuurlijk moet ook hier wat omgekocht worden. We hebben van Jesse (onze Amerikaanse busgenoot) al gehoord dat het helpt om de mannen daar een dollar of 2 toe te schuiven, maar vooral ook niet meer. Dat is precies wat we doen. We mogen op de stoeltjes plaatsnemen, en 10 minuten later hebben we een visum in ons paspoort. We zijn stiekem best trots op onszelf, dat we ons niet hebben laten verleiden tot het inleveren van wat bahts hier en daar!

Dan steken we over, en krijgen we het stempel, en mogen we Cambodja in. Het regent inmiddels pijpestelen, en met bus nummer 3 worden we naar bus nummer 4 gebracht, die ons naar bus nummer 5 zal brengen. Deze bus rijdt ons uiteindelijk naar Siem Reap. Dat is nog zo'n 3 uur rijden, en tegen de avond zijn we er dan. De eerste indruk van Siem Reap en Cambodja is heel goed. Siem Reap is romantisch, met overal motors en tuktuks op straat, en iedereen die ogenschijnlijk ongeregeld oversteekt en rijdt. De lichtjes die overal aangaan omlijsten het geheel, en de ontzettend vriendelijke en behulpzame Cambodjanen zijn de kers op de taart. Onze buschauffeur belt voor ons met ons hotel, en 10 minuten later staat er een tuktuk klaar om ons naar ons hotel te brengen.

Ons hotel is echt prachtig! Smaakvol ingerichte kamer, koelkast, televisie met dvd-speler, en de dvd's zijn in de lobby te leen.

We gaan ondanks de regen nog even het stadje in, om te eten, en heel even snel de markt te verkennen. We kunnen voor $3 direct een Lonely Planet scoren, en strijken vervolgens neer in een Frans/Aziatisch restaurant, waar we voor nog geen $15 heel smaakvol eten.

Na het eten gaan we terug naar ons hotel, waar we maar meteen gebruik maken van de dvd-service, en waar we nu Vicky, Christina, Barcelona gaan kijken.

zaterdag 22 augustus 2009

Wat Pho


(Foto: Buddha's bij Wat Pho)
Bangkok begint al als ´thuis´ te voelen. Ik ken de stations van de skytrain, weet welke uitgang ik waar moet nemen om te komen waar ik zijn wil, en mijn fijne hotelkamertje is een prettig onderkomen na een hete dag in de stad.

Vandaag toch maar het Grand Palace en Wat Pho gaan zien, alhoewel ik wel een beetje tempelmoe ben inmiddels. Maar volgens de kenners moet je toch echt de reclining Buddha gezien hebben bij Wat Pho, dus vooruit dan maar.... Ik besluit te wandelen vanaf National Stadium, zodat ik nog wat van de stad zie. Verdwalen is er vandaag niet bij, ik loop zowaar in een keer helemaal goed. So much for getting lost in Bangkok.

Ik geef toe, Wat Pho is mooi en de moeite waard, maar het Grand Palace laat ik toch maar even aan me voorbij gaan, alhoewel verschillende tuktuk drivers hun uiterste best doen me zover te krijgen er heen te gaan, in hun tuktuk uiteraard. Ook de overbekende scam dat het Grand Palace/Wat Pho vandaag gesloten is, wordt nog geprobeerd (dit is een truc om je geld afhandig te maken, door je mee te nemen naar een andere plek, die dan een sieradenwinkel blijkt). Door schade en schande wijs geworden, reageer ik uit voorzorg maar gewoon helemaal nergens op!
Het lijkt wel alsof het vandaag nog heter is dan andere dagen, dus ik vlucht op de terugweg even snel het MBK Shopping Centre in, kan ik even bijkomen in de airco.

Nu even lekker hangen op mijn kamer, en over een uurtje ga ik Lynda ontmoeten, mijn reisgenoot voor de komende paar dagen. Ben benieuwd!

donderdag 20 augustus 2009

De olifant

Dus dat!


Bangkok en Khao Yai


18 augustus
(Foto: bloemenmarkt)
Vandaag proberen we alle resterende transportmiddelen uit. Blijkbaar probeert de gemiddelde Thai zo min mogelijk te lopen, en doet dat door gebruik te maken van de metro, de skytrain, de bus, de tuktuk, een lokale bus (een soort van pick-uptruck waar je achter instapt, en bij aankomst op de bestemming wat geld door het open raam aan de bestuurder geeft), de taxi, de boot en de motortaxi. De bus, skytrain, tuktuk en taxi had ik al van het lijstje gekruist, en vandaag is de rest (behalve de pick-upbus) aan de beurt. We maken met een groep couchsurfers een tocht over het kanaal met een boot. Helaas valt er weinig te zien, omdat het water zo hoog opspat, dat er een scherm omhoog getrokken wordt om niet nat te worden. De boot brengt ons naar Chinatown, waar de groep een beetje uiteenvalt, en Paola, Drink en ik gedrieeen Chinatown en Little India verkennen. In de regen. Het regent hier bijna iedere dag, meestal in de middag, en meestal maar een uurtje of 2. We laten ons dus niet kisten, kopen een paraplu en gaan vrolijk verder. Naar goed Bangkokiaans gebruik verdwalen we als we op zoek gaan naar een pier, maar komen terecht op de bloemenmarkt, dus geen man overboord! Aan het eind van de markt staat een food stall waar het eten zo ontzettend lekker ruikt, dat we besluiten hier ons avondeten te kopen.We kiezen een aantal gerechten die we in zakjes (die strak staan van de lucht) meenemen, om er later thuis rijst bij te eten.Take-out food Thai style! We vinden de pier, nemen de boot die ons langs het Grand Palace voert (hebben we het toch nog gezien!) en gaan vervolgens met de metro naar Drink's appartement. Het is spitsuur, dus opeens is de airco in de metro geen overbodige luxe.
De befaamde mondkapjes zijn hier in het straatbeeld een heel normaal gezicht, de meesten dragen ze zelfs van stof, met een printje dat bij hun kleding past (of waartoe een poging in die richting gedaan is). Vooral in de metro en andere openbaar vervoersmiddelen zijn ze hier bang de befaamde griep te pakken te krijgen. Bij iedere uitgang van de metro/skytrain staat een pot met hygienische handgel, en een briefje erbij; handen wassen voor je eigen veiligheid.
Als we de metro uitstappen, staat er in de soi (een zijstraat van een hoofdstraat) een rijtje mensen midden op straat. De rij voor de motortaxi, zo blijkt. Deze brengt mensen voor 10 baht (20 cent) van het metrostation naar huis. Je stapt achterop, zegt half in het oor van de chauffeur waar je heen gaat, en zoef..... daar ga je! Ook hier is een death wish geen overbodige luxe, want de bestuurders houden niet van half werk, en scheuren met een noodgang naar de plaats van bestemming. Wel handig, want het was na een hele dag sjouwen best ver lopen geweest. Bij Drink eten we de overheerlijke curry's die we gekocht hebben koud, in de gemeenschappelijke ruimte bij het zwembad.
Goed eten, goed gezelschap, hele goede avond! Aan het eind van de avond nemen Paola en ik afscheid van Drink, en nemen samen een taxi, die mij bij de skytrain afzet, en Paola naarKhao San Road brengt. In de taxi nemen Paola en ik afscheid van elkaar, en beloven elkaar snel weer te zien. Ergens vind ik het jammer dat we nu al afscheid moeten nemen, maar ben wel blij met de twee geweldige dagen die we samen hebben doorgebracht.



19 augustus
In de ochtend worstel ik me weer door het spitsuur in de skytrain heen, op weg naar Mo Chit busterminal, waar ik de bus richting Pak Chong zoek. Dat is een bijna onmogelijke opgave! Een grote hal, allemaal kleine toonbankjes met lichtbakken met de bestemmingen daarboven. Heel handig, ware het niet dat mijn Thais nog niet zo ver reikt. Na een aantal keer vragen lukt het me de juiste verkoper te vinden (er zitten er minstens 70) en loop ik met mijn kaartje in de hand naar de bus. Soepele rit. 2,5 uur later sta ik in Pak Chong, waar ik door een taxi naar de Lodge in Khao Yai gebracht wordt die ik geboekt heb. Wat een oase van rust hier. Je hoort alleen maar sjirpende (hoe spel je dat in godsnaam?) insecten en vogels, en verder helemaal niets. De lodge blijkt een zo mogelijk nog grotere oase van rust, en bij het zien van het heerlijke zwembad en het aangename terras, besluit ik spontaan om vandaag helemaal niks te doen. En dat doe ik dan ook (bijna) niet. Het plan is morgen een tour door het park te maken op de rug van een olifant. We zullen zien.

maandag 17 augustus 2009

Bangkok

(Foto: Edith en Paola in Bangkok)
Mijn vlucht naar Bangkok verloopt zeer voorspoedig. Ik vertel de dame die naast me zit dat ik 1 keer naar het toilet zal gaan, en vervolgens mijn oordoppen in zal doen en zal gaan slapen. En wonderwel, zo geschiedt.
De aankomst in Bangkok is als het binnenlopen van een sauna: HEET! Na wat gerommel met de taxichauffeur die niet weet waar het adres is waar ik heen wil (wat is dat toch met Aziatische taxichauffeurs?) kom ik uiteindelijk toch redelijk snel op de plaats van bestemming aan; het huis van Talisa, mijn host (voor de CS'ers onder u). Ik word heel hartelijk ontvangen door Talisa en haar moeder. Helaas heeft Talisa geen tijd om iets te gaan ondernemen, maar gelukkig heb ik ook een afspraak. Vieldhie uit Indonesie, ontmoet in Kuala Lumpur, is ook ter plaatse. We spreken af elkaar te ontmoeten in het MBK Shopping Centre, bij de Mc Donalds (Je moet toch wat als je allebei nog nooit eerder in Bangkok geweest bent, en de gele bogen vind je nu eenmaal overal). Vieldhie is met een vriend daar, en gedrieen vertrekken we richting Chatuchak weekend market (ook bekend als JJ market). Het is er gelukkig niet al te druk, maar des te heter. We kijken er een uurtje of wat rond, maar eigenlijk willen we maar 1 dingewater, en veel! We zijn dus iets te lamgeslagen om te shoppen, alhoewel Vieldhie en ik een aardige poging wagen.

We zoeken snel de verkoeling van de airconditioned Skytrain weer op (die na een paar stations overigens op een vrieskist begint te lijken, waardoor je opeens weer heel snel naar buiten wilt), en we begeven ons naar Suan Lum Night Bazaar. Dat ligt er wat verlaten bij, maar als we een hoek omdraaien, ligt daar opeens een ontzettend gezellig straatje, vol met restaurants en lichtjes en de heerlijkste geuren. Net Bali, volgens mijn Indonesische vrienden. De groene Thaise curry lonkt en we strijken neer op een terrasje. Geen zuchtje wind te bekennen, dus nog steeds niet bewegen. We laten ons de curry en de rijst (die wordt opgediend in een opengesneden ananas) heerlijk smaken.

Na het eten willen we nog wat ondernemen, en nemen de taxi (airco, hoera!) naar Patpong night market. Heel veel fake spul, en heel veel ' Miss, miss, look, look". Ok, even omschakelen en dan kan ik gaan. Ik koop een paar oorbellen waar Vieldhie en ik flink op afdingen. In deze straat zijn de beroemde/beruchte Thaise transsexuelen goed vertegenwoordigd. Onze mannelijke reisgenoot wordt van alle kanten aangesproken door mannen die hem de bar in willen lokken waar de 'dames' op de bar dansen. Nou nee, bedankt.
We nemen de Skytrain om naar huis te gaan, en in de trein nemen we afscheid, met de belofte dat we elkaar in onze respectievelijke landen zullen komen opzoeken.
Ik moet nog een hele reis ondernemen naar het huis van Talisa, dat echt ver buiten ' the hustle and bustle ligt'. Als ik in de taxi aan de zoveelste chauffeur in gebrekkig Engels (Engrish) moet uitleggen waar ik heen moet, besluit ik dat ik voor morgen ga verkassen naar mijn hotel. Couchsurfen is leuk, maar het moet ook wel leuk blijven. Nadat ik bij Talisa voor de deur nog een kwartier nodig heb om ze te laten weten dat ik voor de deur sta, staat mijn besluit vast. Talisa heeft er vrede mee, ze is eigenlijk toch te druk.


17 aug.
In de ochtend neem ik afscheid van Talisa en haar moeder, om nog eenmaal de reis richting centrum te ondernemen. Met taxi en skytrain kom ik om 10 uur bij mijn hotel aan, waar mijn kamer zowaar al klaar is. Een medewerkster van het hotel laat me mijn kamer zien, en ik ben zeer blij verrast. Wat een prachtige kamer! Hier kan ik wel een weekje mijn thuis van maken. De kamer, Thais ingericht, beschikt over een joekel van een koelkast, wifi internettoegang en een balkon met prachtig uitzicht. Lang de tijd om ervan te genieten heb ik niet, want ik heb om half 11 op Siam station afgesproken met Paola, mijn reisgenote voor vandaag. Al na een half uur blijkt dat wij dezelfde ideeen over reizen en het zien van een stad hebben, en dus de dag kan weer beginnen. We gaan naar Chinatown. Dat is dan dus die kant op, ik weet het zeker. Ja, ik weet het ook zeker. Al kletsend gaan we op weg. Als we na een tijdje eens op de kaart gaan zoeken waar we eigenlijk precies zijn, komen we er al draaiend met de kaart achter dat we precies in tegengestelde richting van Chinatown aan het lopen zijn. Hmmm, zou het dan toch waar zijn, dat van die vrouwen en dat kaartlezen? Maar goed, geen man overboord, we zijn nu in Sukhumvit, dus dan gaan we hier toch iets doen? We slaan er de Lonely Planet op na, en volgens hen is Khlong Toey markt een pareltje, weinig toeristen, but a photographer's dream. Klinkt goed. Dus we gaan op weg. Onderweg komen we langs een massagesalon, waar ze een fish massage aanbieden voor 150 baht (3 euro) voor een kwartier. We kijken elkaar aan: Wanna try? Yes, let's. Even later zitten we allebei met onze voeten in een bak water, en worden deze aangevallen door allemaal kleine visjes. Het kietelt enorm. Ik moet aan Marit denken, die zou dit prachtig gevonden hebben, mama die aan haar voeten gekieteld wordt. Volgens de folder eten deze vissen de dode huidcellen van je voeten, en worden ze zo smooth als baby skin. Na het kwartier voelen onze voeten in ieder geval heel schoon aan, en ja, ook wel een beetje zachter. We kunnen er weer tegen. Op naar de markt. Het regent als we daar aankomen, maar dat maakt de drukte er niet minder om. Lonely Planet heeft gelijk, geen toeristen, en a photographer's dream. Thailand is inderdaad the land of smiles, iedereen lacht ons vriendelijk toe en wij lachen vriendelijk terug. Hier en daar worden we zelfs op de foto gezet. Toch nog een beetje beroemd.
We ontdekken vruchten en groenten waarvan we het bestaan niet wisten, en ik laat Paola de beruchte durian proeven. Ze neemt heel dapper een hapje, en zegt dat het wel meevalt, maar dat ze het niet snel nog eens zal eten. Italiaans eufemisme voor niet te vreten, lijkt me!
Paola blijkt mijn gelijke wat betreft doorgaan; we lopen, lopen, lopen. Van de markt lopen we naar Chinatown (nu wel), maar als we ergens vlak voor Chinatown op een bankje uit zitten te rusten, besluiten we een tuktuk aan te houden om ons het resterende stuk te brengen. Wat een uitkomst, die tuktuk. Je moet een beetje een death wish hebben, want ze razen overal doorheen (en hard!), maar je bent er wel snel (en droog!).

Chinatown valt een beetje tegen, maar we zetten dapper door. Nog een steegje, nog een hoekje om, tot we ergens in het hart van Chinatown zijn, waar de straatjes zo mogelijk nog smaller zijn dan de hutongs in Beijing. Als we weer op een grotere straat zijn aangekomen, besluiten we weer een tuktuk te nemen naar Khao San road, om daar te gaan eten. Khao San road is backpackers heaven, dus niet echt mijn ding. We wandelen wat rond, zien toeristen uit alle werelddelen voorbij schuiven, en strijken uiteindelijk op een terrasje voor een restaurant in Rambuttri road neer. Hier eten we rode curry met rijst en curry soep, wederom heerlijk.

Nadat we afgesproken hebben morgen mee te gaan met de tour die door een CS'er georganiseerd wordt, nemen we afscheid, en spring ik een taxi in, die me voor 1,5 euro ongeveer 10 km verderop afzet bij het dichtstbijzijnde skytrain station, waarna ik het resterende deel van mijn reis vervolg met de trein. Moe maar voldaan kom ik in mijn hotel aan. Bangkok is growing on me!