dinsdag 24 augustus 2010

Het paradijs!

Zondagochtend word ik in Senggigi wakker met zonneschijn. Ik maak meteen een wandeling langs het strand. Erg idyllisch. Ik ga Pieter wakker maken, en zeggen dat hij als de sodemieter zijn zwembroek moet aantrekken, vandaag liggen we op het strand, en ik heb het vermoeden dat het in de middag weer gaat regenen. Zo gezegd, zo gedaan. Op het vliegveld van Surabaya heb ik een boek gekocht, the other hand van Chris Cleave, wat me vanaf de eerste bladzijde pakt. We lezen de hele dag, en 's avonds is het boek uit. Prachtig!
We besluiten de volgende dag naar The Gilis te gaan. We boeken een transfer vanaf Lombok, bus en boot. Maar als we in de haven van Bangsal (warning! warning! scams!) aankomen, gaat het mis. Ze vertellen ons en een aantal andere toeristen dat de boot naar Meno vol is, en dat we moeten wachten op de volgende. Dat die pas om half 1 (het is 10 uur) gaat, maar als we met ons tienen de rest van de fare betalen, dat er dan wel een boot kan gaan. Iedereen ruikt de scam van 10 km afstand, en wij worden dus op zijn West-Europees boos. Er ontstaan een scene waarvan we besluiten die maar te vergeten, en maar gewoon te betalen. We willen tenslotte naar dat eiland, en een van de mannen die er al eens geweest is (Nederlander) zegt dat we dit allemaal vergeten zullen zijn als we daar aankomen. Vooruit dan. Uiteindelijk gaat er een boot (die zich opeens toch wonderwel heel snel vult met locals) en een half uur later stappen we het paradijs in. Het is prachtig. Geen verkeer, alleen een prachtig zacht zandstrand, azuurblauwe, heldere zee, palmen en heel veel zon. We zoeken een accomodatie, een houten hutje op het strand, en gaan voor een wandeling rond het eiland. Het expeditie Robinson-gevoel is groot. Aan de overkant ligt Lombok, in de regen. We hebben een goede keus gemaakt.
's Avonds komen we bij ons hutje aan, waar onze 'buren' zitten te relaxen. Ze blijken Nederlands. Sterker, ze komen uit Teteringen. Ze hebben een dochter van 6, Carlijn, die meteen met me begint te praten, en die de rest van de avond niet meer bij me weg te slaan is. Ze is een schatje, en ik vind het wel gezellig. Ik vertel haar over mijn eigen dochter, en dat ze vast vriendinnetjes zouden zijn geworden als ze erbij was. Ze vertelt me dat ze met haar moeder heeft afgesproken hier over 10 jaar weer terug te komen, dan gaan haar vader en haar broer een vulkaan beklimmen, en zij en haar moeder op het strand liggen luieren. Ik zeg: Dan kom ik ook met Marit. Als ze de volgende dag afscheid van me komt nemen (eerst nog een foto, dan kan ik aan Marit laten zien dat ik ook een vriendinnetje heb die Carlijn heet), zegt ze: Dan zie ik je over 10 jaar weer hier, met Marit.
De avond op Gili Meno is rustig, maar heerlijk. We eten bij een tentje aan het strand, op een houten dek waar de zee onderdoor stroomt. We eten superverse vis, vandaag gevangen. Ik heb een stukje gegrilde tonijn, geservereerd op een bananenblad.
We besluiten direct om nog een dag in het paradijs te blijven.
En daar zit ik nu mijn tijd te verdoen in een internetcafe, dus later meer!

1 opmerking:

  1. Gili Meno is inderdaad paradijselijk! Wij waren er drie jaar geleden ook en we hebben daar supermooie snorkeltrips gemaakt. Doe Mama Ati de groeten, die verkoopt fraai gesneden ananassen op het strand :-)

    BeantwoordenVerwijderen