zaterdag 29 augustus 2009

Phnom Penh


Vrijdagochtend is het dan toch echt zover. Na nog een supergezellige avond met de Finnen en slechts twee uur slapen ('We slapen wel in de bus'), moeten Lynda en ik dan toch echt afscheid van elkaar nemen. Bah, ik vind het helemaal niks. We hebben afgesproken heel casual afscheid te nemen, alsof we elkaar volgende week weer zullen zien, maar dat lukt niet echt. Ik sta met een brok in mijn keel, en al snel komen de tranen. Raar hoor, het klikte zo goed, het voelt alsof we elkaar al veel langer kennen. Als Lynda met de tuk-tuk is opgehaald, staan ook mijn bus voor het hotel. In de bus op weg naar de bus (daar zijn ze in Cambodja heel goed in, in bussen die je naar de bus brengen die je naar de bus zal brengen) laat ik nog een traantje, maar in de bus naar Phnom Penh dient mijn nieuwe reisgenoot zich al aan in de vorm van Darren, Amerikaan. We kletsen wat in de bus, en spreken af een tuk-tuk te delen in Phnom Penh. Mijn host woont boven een guesthouse, en Darren wil daar een kamer nemen. Zo gezegd, zo gedaan. Darren blijkt een ok gozer, en we gaan vrijdagmiddag samen op verkenning uit.

Phnom Penh voelt heeft een hele andere sfeer dan Siem Reap, en ik moet er even aan wennen. De sfeer is die van een grote stad, maar na een tijdje rondgedwaald te hebben, begint het gevoel te komen. We komen San Do tegen, de olifant die bij Wat Phrom werkt, en na een dag werken samen met zijn verzorger naar huis loopt. Blijkbaar zijn wij niet de enigen die dat interessant vinden, het hele verkeer loopt vast, en overal staan ouders met hun kinderen te kijken, en iedereen koopt wat fruit om aan de olifant te geven.

Na ons diner, weer Khmer, ik vind het echt heel lekker, spreken we af morgen weer samen door te brengen. Ik wil graag de killing fields zien, en Darren vindt het een goed idee. Ik ga naar mijn host, die al ligt te slapen, nestel me onder het muskietennet op het bed op het balkon, en val in slaap. 's Nachts word ik wakker van een enorme regenbui, die ver het balkon op blaast, en het voeteneind van het bed natmaakt. Tja, even uitzitten dus. Zodra het ophoudt met regenen, is het bed ook weer zo droog, en slaap ik verder.

's Morgens ga ik eerst naar mijn hotel, wat echt tot in de puntjes verzorgd is. Voor Cambodjaanse begrippen kost het een fortuin, maar een beetje verwennerij heb ik wel verdiend, vind ik.

Dan haal ik Darren op, en charteren we een tuk-tuk die ons naar de killing fields wil brengen. We zijn het onderhandelen wel een beetje zat. Wat zal ik blij zijn als ik volgende week op Schiphol aankom, en niemand me meer vraagt: Lady, tuk-tuk? Lady, where you go?

De killing fields maken ontzettend veel indruk. In het midden van de massagraven staat een toren van glas, met daarin de schedels van ongeveer 8000 van de 17.000 mensen die daar vermoord zijn, compleet met de berg kleren eronder. We zijn er allebei stil van. Ik wil de film nu ook zien. Hier in Cambodja verkopen ze op iedere straathoek gekopieerde boeken, waaronder een heleboel boeken over de Khmer Rouge, zowel informatief als literair. Ik wil er nu toch wel een kopen om er meer over te lezen.

1 opmerking:

  1. Edith...wat breng je het prachtig.

    Alsof we er zelf een beetje bij zijn!

    Dikke kus en denk ook aan jou aan de andere kant van de wereld!

    kus vanita

    BeantwoordenVerwijderen