donderdag 20 augustus 2009

Bangkok en Khao Yai


18 augustus
(Foto: bloemenmarkt)
Vandaag proberen we alle resterende transportmiddelen uit. Blijkbaar probeert de gemiddelde Thai zo min mogelijk te lopen, en doet dat door gebruik te maken van de metro, de skytrain, de bus, de tuktuk, een lokale bus (een soort van pick-uptruck waar je achter instapt, en bij aankomst op de bestemming wat geld door het open raam aan de bestuurder geeft), de taxi, de boot en de motortaxi. De bus, skytrain, tuktuk en taxi had ik al van het lijstje gekruist, en vandaag is de rest (behalve de pick-upbus) aan de beurt. We maken met een groep couchsurfers een tocht over het kanaal met een boot. Helaas valt er weinig te zien, omdat het water zo hoog opspat, dat er een scherm omhoog getrokken wordt om niet nat te worden. De boot brengt ons naar Chinatown, waar de groep een beetje uiteenvalt, en Paola, Drink en ik gedrieeen Chinatown en Little India verkennen. In de regen. Het regent hier bijna iedere dag, meestal in de middag, en meestal maar een uurtje of 2. We laten ons dus niet kisten, kopen een paraplu en gaan vrolijk verder. Naar goed Bangkokiaans gebruik verdwalen we als we op zoek gaan naar een pier, maar komen terecht op de bloemenmarkt, dus geen man overboord! Aan het eind van de markt staat een food stall waar het eten zo ontzettend lekker ruikt, dat we besluiten hier ons avondeten te kopen.We kiezen een aantal gerechten die we in zakjes (die strak staan van de lucht) meenemen, om er later thuis rijst bij te eten.Take-out food Thai style! We vinden de pier, nemen de boot die ons langs het Grand Palace voert (hebben we het toch nog gezien!) en gaan vervolgens met de metro naar Drink's appartement. Het is spitsuur, dus opeens is de airco in de metro geen overbodige luxe.
De befaamde mondkapjes zijn hier in het straatbeeld een heel normaal gezicht, de meesten dragen ze zelfs van stof, met een printje dat bij hun kleding past (of waartoe een poging in die richting gedaan is). Vooral in de metro en andere openbaar vervoersmiddelen zijn ze hier bang de befaamde griep te pakken te krijgen. Bij iedere uitgang van de metro/skytrain staat een pot met hygienische handgel, en een briefje erbij; handen wassen voor je eigen veiligheid.
Als we de metro uitstappen, staat er in de soi (een zijstraat van een hoofdstraat) een rijtje mensen midden op straat. De rij voor de motortaxi, zo blijkt. Deze brengt mensen voor 10 baht (20 cent) van het metrostation naar huis. Je stapt achterop, zegt half in het oor van de chauffeur waar je heen gaat, en zoef..... daar ga je! Ook hier is een death wish geen overbodige luxe, want de bestuurders houden niet van half werk, en scheuren met een noodgang naar de plaats van bestemming. Wel handig, want het was na een hele dag sjouwen best ver lopen geweest. Bij Drink eten we de overheerlijke curry's die we gekocht hebben koud, in de gemeenschappelijke ruimte bij het zwembad.
Goed eten, goed gezelschap, hele goede avond! Aan het eind van de avond nemen Paola en ik afscheid van Drink, en nemen samen een taxi, die mij bij de skytrain afzet, en Paola naarKhao San Road brengt. In de taxi nemen Paola en ik afscheid van elkaar, en beloven elkaar snel weer te zien. Ergens vind ik het jammer dat we nu al afscheid moeten nemen, maar ben wel blij met de twee geweldige dagen die we samen hebben doorgebracht.



19 augustus
In de ochtend worstel ik me weer door het spitsuur in de skytrain heen, op weg naar Mo Chit busterminal, waar ik de bus richting Pak Chong zoek. Dat is een bijna onmogelijke opgave! Een grote hal, allemaal kleine toonbankjes met lichtbakken met de bestemmingen daarboven. Heel handig, ware het niet dat mijn Thais nog niet zo ver reikt. Na een aantal keer vragen lukt het me de juiste verkoper te vinden (er zitten er minstens 70) en loop ik met mijn kaartje in de hand naar de bus. Soepele rit. 2,5 uur later sta ik in Pak Chong, waar ik door een taxi naar de Lodge in Khao Yai gebracht wordt die ik geboekt heb. Wat een oase van rust hier. Je hoort alleen maar sjirpende (hoe spel je dat in godsnaam?) insecten en vogels, en verder helemaal niets. De lodge blijkt een zo mogelijk nog grotere oase van rust, en bij het zien van het heerlijke zwembad en het aangename terras, besluit ik spontaan om vandaag helemaal niks te doen. En dat doe ik dan ook (bijna) niet. Het plan is morgen een tour door het park te maken op de rug van een olifant. We zullen zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten