zaterdag 20 februari 2010

Namaste, India


Op donderdag nemen we de bus naar Chamundi Hill. Een bus met airco, hoe luxe! De rit door de bergen duurt een halfuur, weer met prachtig uitzicht over de vallei beneden. De tempel zelf valt wat tegen, veel mensen, die in een lange rij langs de hekken langs het beeld van de godin lopen voor een zegening. Buiten de tempel is het echter veel interessanter. Er zitten tientallen aapjes, die het gemunt hebben op het eten dat de bezoekers meegebracht hebben. Ook ik word aangevallen door een aapje, en laat van schrik mijn zakje met lassi vallen. Nog voordat het de grond raakt, zit de aap er al bij. We besluiten dit tafereel eens aan te zien. Een moederaap met baby aan haar buik rent in volle snelheid op een nietsvermoedende voorbijganger af, en voor de arme man het in de gaten heeft, heeft de aap zijn plastic tasje uit zijn hand gerukt, de inhoud ervan over het pad verspreidt en de banaan al half gepeld.

We nemen ook de trap naar Shiva's bull, een enorm standbeeld van een stier dat ongeveer halverwege de trappen staat.

's Middags gaan we naar de Devraja markt, waar ze vooral kruiden, groenten en bloemen verkopen. Ik heb nog nooit zoveel bananen bij elkaar gezien! Maar ze verkopen er ook olie en wierook, en raad eens? Ze spreken Nederlands! Ze hebben allemaal een schriftje waarin de klanten in hun eigen taal hun ervaring met de betreffende verkoper omschrijven. Allemaal fantastisch natuurlijk. Ik koop een flesje met 10ml lotusolie. Ruikt heerlijk! Bij wijze van korting krijg ik zelfgemaakte wierook, die naar kaneel ruikt. Ik koop ook nog een jurkje voor Marit, ik kan het toch niet laten. Daarna eten we bij een tentje dat in de Lonely Planet goed staat aangeschreven, en weer moet ik ze gelijk geven: het eten is heerlijk!

De volgende dag reizen we met de trein van Mysore naar Bangalore, een rit van 2,5 uur, die voorbij vliegt. Ik moet toegeven dat ik reizen per bus comfortabeler vind, in de trein kan ik niet echt een prettige positie vinden om te zitten. Het uitzicht vanuit de trein is daarentegen wel prachtig.

Nu dus in Bangalore. Grote stad, zoals er zovelen zijn. Teveel MacDonalds, Pizzahut en aanverwante ketens naar mijn zin. Maar gelukkig toch met een Indiaas sfeertje. Veel tweedehands boekwinkels, die ik nu, nadat ik 3 boeken gekocht heb, met mijn ogen dicht voorbij moet lopen. Teveel mooie boeken voor te weinig geld - dodelijke combinatie voor mij.

Vandaag nog een laatste dag in India, en dan weer op naar huis. Ik heb een prachtige tijd gehad, en genoten van alles wat het prachtige zuiden van India te bieden heeft!

Namaste, India (I salute the divine in you).

woensdag 17 februari 2010

Miniatuurtrein naar Conoor en de bus naar Mysore


Op dinsdag nemen we de miniatuurtrein van Ooty naar Conoor. Een soort van boemeltreintje dat door de Engelsen in gebruik genomen is, en nu nog 3 keer per dag rijdt. We zitten eerste klas, daar schijn je het beste uitzicht te hebben. Een ticket kost Rs 76 (EUR 1). Onderweg doen we schattige stationnetjes aan. Op het eindstation Conoor stappen we uit. We lopen naar de lokale markt, waar ik een bijzonderheid ben. Iedereen spreekt ons aan, en wil dat ik een foto van hem of haar maak. De man die de kruiden verkoopt, legt ons van ieder kruid uit welke helende werking het heeft. Hij heeft er duidelijk plezier in dat een Nederlandse naar zijn plaatsje is gekomen. Later drinken we Indiaanse thee in een bakkerij, waar ze de heerlijkste gebakjes verkopen. Om 4 uur lopen we terug naar het station, de laatste trein gaat om half 5. We besluiten nu tweede klas te gaan zitten. Dat scheelt aanzienlijk in prijs; Rs 3 (5 cent). Eigenlijk is het uitzicht op de terugweg nog mooier, omdat de zon lager staat. In Ooty aangekomen gaan we nog een keer naar de markt daar, ik wil voor Marit wat lokale jurkjes kopen om in te verkleden. Dan gaan we nog een keer genieten van het eten bij de Kabab King (vergeet even de muis die we over de vloer zagen snellen!).
Op woensdagochtend nemen we de bus van Ooty naar Mysore. Een 'deluxe' bus. Meer beenruimte, maar zelfde hitte en zelfde hobbelweg. De reis verloopt voorspoedig (5 uur voor 200 km). Om half 3 zijn we al in Mysore, en kunnen meteen inchecken in ons hotel. Een hele grote kamer, vlakbij het paleis. Na wat relaxen op de kamer onder de ventilator (we moeten na het koele Ooty even wennen aan de hitte in Mysore), gaan we de straat weer op en gaan naar het paleis. Prachtig om te zien! Van binnen af en toe de Efteling en absoluut over de top, maar je kunt nu eenmaal niet naar Mysore gaan en het paleis overslaan.
Voor morgen staat de tempel op Chamundi Hill en de markt op het programma.

maandag 15 februari 2010

Ah, Ooty...


Zondag gebruiken we om te reizen. We leggen ongeveer 380km af in een uurtje of 10. Again, travelling Indian style, en geheel in Indiase stijl, we nemen de bus zonder airco, met alle ramen open. We reizen van Alleppey naar Coimbatore, waar we overstappen op de bus naar Ooty, waar we nu zijn.
Ooty is geweldig. We hebben vandaag 20 km gelopen (dat kan hier wel, omdat het in de bergen ligt), naar DoddaBetta, een uitkijkpunt op 2633 m hoogte. Het is een prachtige wandeling, we zien het lokale leven onderweg, praten met de melkboer (met handen en voeten), komen langs een theeplantage, drinken thee (Masala-thee voor mij!), en zo gaat het dus niet om de bestemming, maar om de reis erna toe.
Aan het eind van de middag zijn we weer in Ooty, en besluiten het lokale leven op te snuiven op de markt. Geweldig! Ik ben de enige toerist (althans, Westerse toerist) en trek dus de aandacht. Maar niet op een opdringerige manier, niemand probeert me iets te verkopen, wat het leven hier erg relaxed maakt. De geuren op de markt zijn heerlijk; kruiden, bananen, uien, tomaten... Vele foto's en een geweldige ervaring rijker zit ik nu achter een computer (met een belabberd toetsenbord). We gaan zodadelijk eten bij de Kabab King, volgens Lonely Planet the place to be here, om je innerlijke carnivoor te trakteren na alle veg foods (wat overigens heerlijk is!).
Morgen nog een dag Ooty. Oh ja, ons hotel ligt hoog op een berg, met een prachtig uitzicht over het meer.

zaterdag 13 februari 2010

The backwaters of Kerala


Na een dodemansrit in een autorikshaw terug van de kade naar ons hotel in Cochin, nemen we in de ochtend van de 12e de bus van Cochin naar Allepey. Travelling Indian style. Wat zoveel betekent als: Er kan nog meer bij! Het kost dan ook echt helemaal niks, en het is snel. We hebben al een houseboat gereserveerd, en als we op het busstation aankomen, worden we opgehaald door iemand die ons naar de autorikshaw brengt, die ons naar de boot brengt die ons naar de boot brengt. De houseboat is echt heerlijk, we varen de hele dag over 'the backwaters', een prachtig gebied. We varen langs dorpjes, waar de vrouwen in het water de was doen (je hoort ze al van ver met de kleding op de stenen slaan). Het water uit het meer wordt hier trouwens voor alles gebruikt, de mensen douchen zich langs de kant, poetsen hun tanden, en kinderen zwemmen.
We hebben een schipper en een kok aan boord. De kok kookt heerlijk Zuid-Indiaas, als ontbijt, lunch en diner! 's Avonds leggen we aan (we zijn niet de enigen, de houseboats zijn hier big business) voor de nacht. Het lukt ons de kakkerlakken en gecko's en zelfs muggen buiten de slaapkamer te houden, en ik slaap weer heerlijk. De volgende ochtend varen we terug naar Allepey. We hebben op de boot besloten de hele route om te gooien en blijven nog een dag in Allepey. We zitten nu in een superschattig hutje aan de kant van het meer, waar we de hele ochtend in de hangmat hebben gerelaxed.
Nu zijn we in Allepey zelf, de bus regelen voor morgen. Dan vertrekken we richting Coimbatore, om van daaruit de volgende ochtend naar Ooty te gaan. So far, so good.
Het is hier relaxed, de mensen zijn heel vriendelijk en veel minder opdringerig dan ik gewend ben van Zuid-Oost Azie.

donderdag 11 februari 2010

Cochin


Ik vertrek 's ochtends om 9 uur in Breda. Het sneeuwt. Ik neem de trein naar de luchthaven van Dusseldorf, wat met alle overstappen al een avontuur op zich is. Het blijft sneeuwen, en nadat ze in Dusseldorf het vliegtuig ' gede-iced' hebben, kunnne we vertrekken naar Dubai. Daar kom ik om middernacht aan, en om 3 uur in de morgen vertrekt mijn vlietuig naar Cochin. Een voorspoedige, maar nogal vermoeiende reis.
Als ik in Cochin uit het vliegtuig stap, valt de warmte als een natte deken over me heen. Het is warm! En vochtig! Bij de douane verbaas ik me over de enorme werkverschaffing (waarom moet mijn visum en de daarin zojuist geplaatste stempel 3 passen later nogmaals gecontroleerd worden?). Als uiteindelijk mijn rugzak als laatste van de band rolt, kan ik eindelijk naar buiten. Daar staat Devesh me al op te wachten, met de taxi. We rijden Cochin in, naar ons hotel. Het verkeer is crazy madness. Iedereen toetert en neemt voorrang. Hier geldt duidelijk het recht van de sterkste. Ons hotel voor de eerste nacht is prima. De douche is er uitstekend, dus tegen een uur of 11 ben ik helemaal klaar om te gaan. We nemen de boat jetty naar Fort Cochin, wat ooit overheerst werd door de Nederlanderse, getuige the Dutch Palace en het Nederlandse kerkhof.
We hebben een heerlijke lunch, spicy chicken en cashew naan! We lopen naar het strand, ik wil heel graag de Chinese visnetten op de foto zetten bij zonsondergang. Helaas is het mijn dag niet, want de zon is ver te zoeken. Op het strand ontmoeten we wel een schoolklas, en al gauw hebben we aanspraak van een aantal jongens. Een van hen, Johnny, is 13 en spreekt erg goed Engels. Dat heeft hij geleerd door Engelse actiefilms te kijken, zegt hij. Hij en zijn vriendjes poseren maar wat graag voor me, en als ze weggaan, komen ze ons allemaal keurig een hand geven. ' Nice to meet you'.
De zonsondergang zit er echt niet in, dus nu terug naar het vasteland, eten en dan vroeg naar bed. Ik ben een beetje het besef van tijd kwijt.

zaterdag 12 december 2009

Stappen en regen


Een avond stappen in Reykjavik blijkt een interessante aangelegenheid. We vermaken ons de hele avond met het bekijken van het zeer gevarieerde publiek dat de club aandoet. Van oudere mannen tot jonge voetballers, je vindt er vanalles, maar wel voornamelijk mannen. Het Bjork-gehalte is enorm hoog, de IJslandse mode is toch duidelijk anders dan in de rest van Europa.
Uitslapen is eenvoudig hier, het wordt pas rond kwart voor 11 licht, dus veel anders dan slapen op de zaterdagochtend kun je toch niet. Als we uit het raam kijken, blijkt het heel verrassend te regenen. We besluiten onze inkopen te doen, en haasten ons vervolgens naar de Kaffitar, de lokale Starbucks.
Oh ja, tussendoor zetten we nog even snel de kerk van Reykjavik op de foto. Je kunt 'm maar hebben.
IJsland: de Blue Lagoon, de geysers, de waterval, onze road trip, stappen in Austur... We hebben de prachtigste foto's gemaakt in heel bijzonder licht, als het al licht werd. Het was een bijzondere ervaring!

vrijdag 11 december 2009

Road trip


We zitten om half 9 klaar in de lobby van het hotel. We worden opgehaald door een jongen, die ons meeneemt naar het verhuurbedrijf. Hij blijkt uitsmijter te zijn in een populaire club in Reykjavik, waar ze op vrijdag en zaterdag in de rij staan om binnen te komen. Ik zou ik niet zijn om even te regelen dat wij dan natuurlijk vanavond wel even de rij mogen overslaan. Ja hoor, zegt hij, geen probleem, ik laat jullie wel binnen.

Bij het verhuurbedrijf aangekomen, merken we dat het toch wel erg hard waait. Misschien een beetje te hard om met een mini Hyundai de weg op te gaan. De jongens van het verhuurbedrijf vinden dat blijkbaar ook, want ze overleggen even in het IJslands met elkaar, en melden ons vervolgens dat ze ons een grotere auto mee gaan geven. Ze vinden twee van die chickies in zo'n kleine auto waarschijnlijk niet echt een goed idee. We krijgen een dikke Renault Megane onder de kont, en zo gaan we op weg, richting Borgarnes. We merken al gauw dat we met die Hyundai edcht van de weg geblazen zouden zijn, want er staat echt een straffe wind. Onderweg komen we langs een kerk, waar we even stoppen, omdat het hier in IJsland gebruikelijk is de graven op de kerkhoven rond kersttijd ook te versieren met lichtjes. Apart beeld. Helaas regent en waait het te hard, we worden letterlijk vooruit geblazen, en de foto's mislukken jammerlijk.

Na een dik uur en een paar kodak-momenten komen we in Borgarnes aan, voor IJslandse begrippen een redelijk grote plaats, voor Nederlandse begrippen een gat. Ook hier veel foto's. Na een kop koffie en een broodje gaan we weer onderweg, richting een behekst bos en een meer. Onderweg maken we nog meer fotostops, de lucht is hier prachtig, en als het licht is, dan zijn er veel verschillende kleuren blauw, waarbij je prachtige foto's maakt. We nemen foto's van het landschap, van paarden, van verlaten benzinestations, en allemaal zijn ze mooi. We nemen een zijweggetje richting Stafholt, wat een huis en een kerk blijkt te zijn. Uiteraard een fotokerk. De deur van de kerk is op slot, maar de sleutel zit erin, dus we stappen toch maar even binnen. Bizar, dat zou bij ons echt niet kunnen.

Als we weer instappen, begint het steeds harder te regenen, en besluiten we het bos en het meer te laten voor wat ze zijn. Het begrip bos moet hier in IJsland ook enigszins ruim geinterpreteerd worden, het zijn meer bosjes die hooguit tot de knie reiken. We nemen weer de 1 (snelweg, ook dat begrip neme men met een korrel zout) richting Reykjavik, door de tunnel Hvaltfjorour, een tunnel van 5,5 km. We rijden letterlijk door weer en wind terug. De rukwinden zijn af en toe zo sterk, dat we bijna van de weg afblazen. Rond een uur of half 5 (het is alweer donker) parkeren we de auto veilig achter het hotel.

Vanavond de club Austur maar eens gaan bekijken.