zaterdag 12 december 2009

Stappen en regen


Een avond stappen in Reykjavik blijkt een interessante aangelegenheid. We vermaken ons de hele avond met het bekijken van het zeer gevarieerde publiek dat de club aandoet. Van oudere mannen tot jonge voetballers, je vindt er vanalles, maar wel voornamelijk mannen. Het Bjork-gehalte is enorm hoog, de IJslandse mode is toch duidelijk anders dan in de rest van Europa.
Uitslapen is eenvoudig hier, het wordt pas rond kwart voor 11 licht, dus veel anders dan slapen op de zaterdagochtend kun je toch niet. Als we uit het raam kijken, blijkt het heel verrassend te regenen. We besluiten onze inkopen te doen, en haasten ons vervolgens naar de Kaffitar, de lokale Starbucks.
Oh ja, tussendoor zetten we nog even snel de kerk van Reykjavik op de foto. Je kunt 'm maar hebben.
IJsland: de Blue Lagoon, de geysers, de waterval, onze road trip, stappen in Austur... We hebben de prachtigste foto's gemaakt in heel bijzonder licht, als het al licht werd. Het was een bijzondere ervaring!

vrijdag 11 december 2009

Road trip


We zitten om half 9 klaar in de lobby van het hotel. We worden opgehaald door een jongen, die ons meeneemt naar het verhuurbedrijf. Hij blijkt uitsmijter te zijn in een populaire club in Reykjavik, waar ze op vrijdag en zaterdag in de rij staan om binnen te komen. Ik zou ik niet zijn om even te regelen dat wij dan natuurlijk vanavond wel even de rij mogen overslaan. Ja hoor, zegt hij, geen probleem, ik laat jullie wel binnen.

Bij het verhuurbedrijf aangekomen, merken we dat het toch wel erg hard waait. Misschien een beetje te hard om met een mini Hyundai de weg op te gaan. De jongens van het verhuurbedrijf vinden dat blijkbaar ook, want ze overleggen even in het IJslands met elkaar, en melden ons vervolgens dat ze ons een grotere auto mee gaan geven. Ze vinden twee van die chickies in zo'n kleine auto waarschijnlijk niet echt een goed idee. We krijgen een dikke Renault Megane onder de kont, en zo gaan we op weg, richting Borgarnes. We merken al gauw dat we met die Hyundai edcht van de weg geblazen zouden zijn, want er staat echt een straffe wind. Onderweg komen we langs een kerk, waar we even stoppen, omdat het hier in IJsland gebruikelijk is de graven op de kerkhoven rond kersttijd ook te versieren met lichtjes. Apart beeld. Helaas regent en waait het te hard, we worden letterlijk vooruit geblazen, en de foto's mislukken jammerlijk.

Na een dik uur en een paar kodak-momenten komen we in Borgarnes aan, voor IJslandse begrippen een redelijk grote plaats, voor Nederlandse begrippen een gat. Ook hier veel foto's. Na een kop koffie en een broodje gaan we weer onderweg, richting een behekst bos en een meer. Onderweg maken we nog meer fotostops, de lucht is hier prachtig, en als het licht is, dan zijn er veel verschillende kleuren blauw, waarbij je prachtige foto's maakt. We nemen foto's van het landschap, van paarden, van verlaten benzinestations, en allemaal zijn ze mooi. We nemen een zijweggetje richting Stafholt, wat een huis en een kerk blijkt te zijn. Uiteraard een fotokerk. De deur van de kerk is op slot, maar de sleutel zit erin, dus we stappen toch maar even binnen. Bizar, dat zou bij ons echt niet kunnen.

Als we weer instappen, begint het steeds harder te regenen, en besluiten we het bos en het meer te laten voor wat ze zijn. Het begrip bos moet hier in IJsland ook enigszins ruim geinterpreteerd worden, het zijn meer bosjes die hooguit tot de knie reiken. We nemen weer de 1 (snelweg, ook dat begrip neme men met een korrel zout) richting Reykjavik, door de tunnel Hvaltfjorour, een tunnel van 5,5 km. We rijden letterlijk door weer en wind terug. De rukwinden zijn af en toe zo sterk, dat we bijna van de weg afblazen. Rond een uur of half 5 (het is alweer donker) parkeren we de auto veilig achter het hotel.

Vanavond de club Austur maar eens gaan bekijken.

Gullfoss - Geysir


10 december 09

Na een onrustige nacht worden we rond half 8 wakker. Onze kamer ligt aan de voorkant, in de winkelstraat van Reykjavik. Ok, dat klinkt een stuk drukker dan het in werkelijkheid is, maar toch, door andere geluiden dan thuis is het slapen niet optimaal. De douche blijkt ontzettend naar zwavel te ruiken, dus urenlang uitgebreid douchen zit er niet in. Een klein uur later zitten we dus al aan het ontbijt (ook dat klinkt beter dan het in werkelijkheid is).

Aan de receptie boeken we een dagtour naar de geisers en de waterval gullfoss, en voor morgen een auto. De tour is om half 1, dus we hebben nog even de tijd om de stad wat te verkennen. Als we rond half 10 naar buiten stappen, is het nog pikdonker. Rare gewaarwording. Pas rond half 11 begint het enigszins licht te worden. Het licht blijkt echter uistekend voor foto's, en we schieten er dan ook lustig op los. Bij iedere foto worden we enthousiaster, en we vinden IJsland steeds leuker worden.

Rond een uur of twaalf drinken we in een klein en supergezellig koffietentje een enorme caffe latte, en gaan dan naar het hotel terug, waar we opgehaald worden voor de excursie.

We gaan eerst naar het pingevellir (deze p wordt uitgesproken als de Engelse th) national park, met het oudste bestaande parlement ter wereld. Als we de bus uitstappen, merken we dat we de stad uit zijn, en naar boven gereden zijn. Het is KOUD!!! Onze gids blijkt een enorme babbelkous, en blijft maar praten. Wij geloven het wel en nemen foto's. Het licht is te mooi om naar dit geleuter te blijven luisteren. Dan lopen we met de groep richting de plek waar het parlement vroeger zitting had. Dit blijkt niet meer te zijn dan een vlaggemast, maar de wandeling ernaar toe is de moeite waard. Dan steken wij als groep een rivier over (kraakhelder water!) en komt de gids ons aan de andere kant ophalen, voor een rit van ongeveer een uur richting de Gullfoss-waterval. Daar is de grond aangevroren en is het dus spekglad. We krijgen van onze gids een kwartier om te kijken en foto's te nemen. Dat blijkt voldoende. Dan gaan we snel op weg naar de geisers, om te profiteren van het laatste daglicht.

De geisers zijn geweldig. Je hoort het water onder het oppervlak overal borrelen, en om de zoveel tijd barst een geiser uit, en spuit het water metershoog omhoog. Uit de monden van de weinige aanwezigen klinkt dan in koor: Wooooh! Het is echt indrukwekkend.

Dan gaan we weer de bus in, terug naar Reykjavik, een ritje van een kleine twee uur. Het is inmiddels weer pikdonker (16.30 uur) en we hadden de stille hoop dat onze gids ons even wat rust zou gunnen, maar helaas. Hij blijft praten. En hij blijft praten. Over hoe de IJslanders ooit katholiek geworden zijn, over de uitspraak van de letters, over zijn dotteroperatie...... Eindelijk, ons hotel!

We zijn moe. We lopen naar een restaurant (Solon) in onze straat, eten daar een heerlijke Aziatische maaltijd en duiken daarna ons bedje in. Morgen weer vroeg dag, onze huurauto wordt morgen om 8.30 uur afgeleverd.

donderdag 10 december 2009

The Blue Lagoon


Na twee vluchten (Amsterdam - Kopenhagen, Kopenhagen - Reykjavik), komen we om half vier 's middags in regenachtig IJsland aan. We boeken op het vliegveld direct een bus die ons naar de Blue Lagoon zal brengen, en daarna naar ons hotel.

Als we de bus instappen, is het al donker, en de ontbrekende verlichting op straat, geeft het gevoel dat het al midden in de nacht is. Na ongeveer 20 minuten rijden komen we aan bij de Blue Lagoon, waar we onze koffer in een soort van hutje kunnen stallen. We halen onze bikini eruit en lopen het schaars verlichte pad naar de ingang op. Alles is hier donker, en bijgevolg mysterieus. In de Blue Lagoon huren we handdoeken en badjassen, kleden ons om en lopen naar het bad. Buiten! In de regen rennen we naar het water, en dompelen ons onder in het heerlijk warme, superzoute water.

Het is pas half 6, en we hebben alle tijd. We genieten van het water, de sauna, het stoombad. We nemen een gezichtsmasker van silicamodder, dat goed zou zijn tegen veroudering van de huid. Als we weer naar binnen gaan om ons te gaan douchen en aankleden, kijken we in de spiegel en hebben toch echt wel het idee dat het masker en de baden gewerkt hebben. Nee, we zien er niet meteen tien jaar jonger uit, maar we zijn wel ontspannen en onze huid voelt heerlijk zacht aan.

In de giftshop kijken we nog even of we een cremepje of maskertje kunnen aanschaffen. Veel te duur! Maar gelukkig kunnen ze wel getest worden, en als echte Hollanders smeren we ons dus daar maar in met het nachtserum van EUR 56.

In de bus naar Reykjavik valt het op dat er niemand op straat is. Buiten een paar auto's en onze bus, is het doodstil op straat. Het lijkt wel alsof er een avondklok geldt. Maar de stad is vrolijk verlicht, een zee van lichtjes, ieder huis heeft kerstlichtjes voor de ramen hangen. De andere mensen in de bus worden afgezet bij hotels die voor ons gevoel in the middle of nowhere liggen. Gelukkig ligt ons hotel in DE winkelstraat van Reykjavik. Na ingecheckt te hebben (hoera! Ze hebben internet), gaan we, moe en ontspannen, slapen.

donderdag 3 september 2009

Back in KL


Zei ik geen zon in Langkawi? I stand corrected, want als ik ' s ochtends wakker word, schijnt de zon volop, en dat blijft de hele dag zo. Eigenlijk doen we helemaal niks, alleen aan het zwembad liggen. Boekje lezen, muziek luisteren. Heerlijk. Beetje bij beetje begint mijn reis echt tot me door te dringen, en realiseer ik me dat ik weer een prachtreis gemaakt heb, en weer geweldige mensen heb leren kennen.
(Foto: Met Mun in Langkawi)

'S avonds gaan we naar de lokale bar, waar we samen met Deen wat drinken. Omdat het ramadan is, wordt er weinig gedronken, alleen door de toeristen die nog op het eiland zijn achtergebleven.

Vanochtend vloog Mun al vroeg weer naar KL (werk!), en ik neem s middags een vlucht. Ben nu ingecheckt in mijn laatste hotel voor deze reis. Ik heb nog twee dagen, en heb net met Mila gebeld, die me vertelt dat ik morgenavond van haar ben. Geen probleem, ik kijk ernaar uit haar weer te zien.

Nog twee dagen KL, met oude vrienden.


Het motoravontuur in Phnom Penh.

Darin vindt dat we een motor/brommer moeten huren in Phnom Penh, omdat het cool is, en omdat we dan tenminste voor even verlost zijn van het eeuwige: Tuktuk? Tuktuk?

Ik vind het wel een goed idee. Darin gaat het allemaal regelen, en zal me de volgende dag ophalen bij mijn hotel. Sure enough, de volgende dag staat Darin met helm en al aan de deur, gezicht op onweer. Hij is al aangehouden door de politie, die in Cambodja echt zo corrupt is als ik weet niet wat. Hij was aangehouden omdat hij geen rijbewijs had. Helaas was hij zo dom om zijn portemonnee open te doen om zijn autorijbewijs eruit te halen, dus meneer de agent had gezien hoeveel geld hij had. Dom, want hij kwam er niet onderuit $20 (!!!) te betalen. En dat is echt veel, gezien het gemiddelde maandsalaris in Cambodja $100 is.

Nou ja, we schrijven het toe aan leergeld (Darin betaalt veel leergeld in Cambodja) en gaan op weg. Na een tijdje rijden staat opeens de politie weer voor ons neus. Ik denk nog: Niet weer, en hoor Darin al zuchten. Darin is blijkbaar een eenrichtingsweg ingereden. In zijn beste Engrish legt hij uit dat hij vanmorgen al betaald heeft, maar daar heeft deze agent echt lak aan, en hij zet zijn meest boze gezicht op. Ik moet stiekem wel lachen, maar knijp 'm ook wel een beetje. We moeten deze man gewoon gaan omkopen, anders moeten we mee naar het bureau, en dan gaat het ons nog meer kosten. Heel omzichtig ga ik in mijn portemonnee op zoek, maar ik weiger deze man $20 te gaan betalen. Gelukkig heb ik ook nog $10, en daar doet hij het natuurlijk ook voor.

We mogen weer op weg.

Dure huur van de brommer, die zelf maar $12 voor een dag kostte.

Om me terug te betalen, koopt Darin later die middag trouwens wel heel lief een boek voor me van een overlevende van de Khmer Rouge, van een van de straatkinderen die boeken verkoopt.

Tot zover.


dinsdag 1 september 2009

Bye bye Cambodia, hello Malaysia

De laatste dag in Phnom Penh ga ik 's ochtends naar de Russian Market. Een redelijk groot overdekt complex met allemaal hele nauwe straatjes, waar ze alles verkopen wat je maar nodig zou kunnen hebben, maar vooral veel souvenirs. Ik wil nog wat Cambodjaanse dingen scoren voor ik weer verder ga. Na 10 minuten loopt het zweet me al in straaltjes over mijn rug, maar toch vind ik het leuk hier nog even te zijn. Ik scoor de souvenirs die ik in gedachten had en nog wat meer (rugzak wordt zwaar!) en loop dan terug. De tuktuks vliegen me weer om de oren, en op de hoek van mijn straat maak ik een afspraak met een driver om me om half 3 op te halen om me naar het vliegveld te brengen. Ben benieuwd.
Voor de lunch heb ik afgesproken met Bel, een Chinees/Australische, die hier sinds een paar maanden vast woont, maar hier al jaren komt. Het blijkt een ontzettend leuke meid (ik ben hier wel vreselijk verwend wat mensen betreft). We gaan naar Romcheng, een restaurant waar straatkinderen werken, zodat ze zich hebben op een (betere) toekomst. Daar wil ik best een paar dollar meer voor betalen. Het eten is er, hoe kan het ook anders, heerlijk. We kletsen alsof we elkaar al tijden kennen, en lopen dan samen terug naar mijn hotel. Daar drinken we nog wat, en dan is het voor mij toch echt tijd afscheid te nemen, zowel van Bel als van Cambodja. Wonder boven wonder staat de besproken tuktuk om half 3 braaf op me te wachten, en als ik instap, begint het te regenen. Passend afscheid. Mijn laatste rit in een tuktuk in een Cambodja. Aan de ene kant ben ik blij nu naar Maleisie te gaan, wat meer 'modernisatie' (wat dat dan ook moge zijn) en gemak, maar aan de andere kant ben ik toch wel wat gehecht geraakt aan Cambodja. Nou ja, wie weet, ooit......
Na een hobbelige tuktuk-rit en een hobbelige vlucht (regen en onweer!) land ik 's avonds in Kuala Lumpur. Wat een cultuurshock, ik moet even wennen.
In het centrum ontmoet ik Mun. Leuk om hem weer te zien na zoveel maanden. Het is onafhankelijkheidsdag in Maleisie, maar we houden het rustig, omdat het ramadan is, en er veel zaken gesloten zijn, of vroeg sluiten. Niet erg, we moeten toch vroeg op te vliegen.
In de ochtend regent het pijpestelen in KL, dus weer een vlucht in de regen.
Nu in Langkawi, droog, vochtig en warm, maar helaas geen zon. Volgens mij is de regen nu niet meer te ontsnappen. Nou ja, ons hotel heeft een zwembad, bubbelbad en spa, dus het gaat wel goedkomen.
Moet nu rennen, gaan naar een of andere pasar, en dat moet perse nu, in verband met ramadan en het breken van het vasten enzo.
Later meer over het motoravontuur met Darin in Phnom Penh.

zaterdag 29 augustus 2009

Phnom Penh


Vrijdagochtend is het dan toch echt zover. Na nog een supergezellige avond met de Finnen en slechts twee uur slapen ('We slapen wel in de bus'), moeten Lynda en ik dan toch echt afscheid van elkaar nemen. Bah, ik vind het helemaal niks. We hebben afgesproken heel casual afscheid te nemen, alsof we elkaar volgende week weer zullen zien, maar dat lukt niet echt. Ik sta met een brok in mijn keel, en al snel komen de tranen. Raar hoor, het klikte zo goed, het voelt alsof we elkaar al veel langer kennen. Als Lynda met de tuk-tuk is opgehaald, staan ook mijn bus voor het hotel. In de bus op weg naar de bus (daar zijn ze in Cambodja heel goed in, in bussen die je naar de bus brengen die je naar de bus zal brengen) laat ik nog een traantje, maar in de bus naar Phnom Penh dient mijn nieuwe reisgenoot zich al aan in de vorm van Darren, Amerikaan. We kletsen wat in de bus, en spreken af een tuk-tuk te delen in Phnom Penh. Mijn host woont boven een guesthouse, en Darren wil daar een kamer nemen. Zo gezegd, zo gedaan. Darren blijkt een ok gozer, en we gaan vrijdagmiddag samen op verkenning uit.

Phnom Penh voelt heeft een hele andere sfeer dan Siem Reap, en ik moet er even aan wennen. De sfeer is die van een grote stad, maar na een tijdje rondgedwaald te hebben, begint het gevoel te komen. We komen San Do tegen, de olifant die bij Wat Phrom werkt, en na een dag werken samen met zijn verzorger naar huis loopt. Blijkbaar zijn wij niet de enigen die dat interessant vinden, het hele verkeer loopt vast, en overal staan ouders met hun kinderen te kijken, en iedereen koopt wat fruit om aan de olifant te geven.

Na ons diner, weer Khmer, ik vind het echt heel lekker, spreken we af morgen weer samen door te brengen. Ik wil graag de killing fields zien, en Darren vindt het een goed idee. Ik ga naar mijn host, die al ligt te slapen, nestel me onder het muskietennet op het bed op het balkon, en val in slaap. 's Nachts word ik wakker van een enorme regenbui, die ver het balkon op blaast, en het voeteneind van het bed natmaakt. Tja, even uitzitten dus. Zodra het ophoudt met regenen, is het bed ook weer zo droog, en slaap ik verder.

's Morgens ga ik eerst naar mijn hotel, wat echt tot in de puntjes verzorgd is. Voor Cambodjaanse begrippen kost het een fortuin, maar een beetje verwennerij heb ik wel verdiend, vind ik.

Dan haal ik Darren op, en charteren we een tuk-tuk die ons naar de killing fields wil brengen. We zijn het onderhandelen wel een beetje zat. Wat zal ik blij zijn als ik volgende week op Schiphol aankom, en niemand me meer vraagt: Lady, tuk-tuk? Lady, where you go?

De killing fields maken ontzettend veel indruk. In het midden van de massagraven staat een toren van glas, met daarin de schedels van ongeveer 8000 van de 17.000 mensen die daar vermoord zijn, compleet met de berg kleren eronder. We zijn er allebei stil van. Ik wil de film nu ook zien. Hier in Cambodja verkopen ze op iedere straathoek gekopieerde boeken, waaronder een heleboel boeken over de Khmer Rouge, zowel informatief als literair. Ik wil er nu toch wel een kopen om er meer over te lezen.